Eliza’s eigen verhaal begon op 1 september 1888, toen ze in Londen werd geboren. De eerste twaalf jaar van haar leven bracht ze door in een huurkazerne op Battersea Bridge Road 35. Uit het geboorteregister van dat jaar blijkt dat Eliza een van een tweeling was. Eliza’s stamboom is ingewikkelder dan haar nederige afkomst misschien doet vermoeden. Haar moeder Georgiana was de dochter van een aristocratische familie, de bewoners van Blackhurst Manor in Cornwall. Georgiana Mountrachet zorgde voor een schandaal onder de beau monde toen ze op haar zeventiende van het familielandgoed wegliep met een jongeman van ver beneden haar maatschappelijke stand. Een brief van lady Jane Hartley aan haar dochter lady Caroline Aspley toont aan hoe schokkend het incident was en hoe het een lange tijd de gedachten van talrijke aristocratische dames beheerste:
Moet je je voorstellen! Ze is zo’n goed en blij meisje! Fanny – zoals je weet de nicht van Lily, het dienstmeisje van Blackhurst – laat weten dat de familie in alle staten is. Je kunt het je maar al te goed voorstellen. De bedienden lopen op eieren, bang om kwaad te spreken over hun meester en meesteres, en ze hebben een speurtocht ingezet. De moeilijkheid is natuurlijk dat ze geen flauw idee hebben waar ze moeten zoeken. Parijs, Berlijn, het gerucht gaat dat de bewuste jongeman zeeman is, dus in feite kan ze wel overal zijn. Die arme lieve lady Mountrachet. Ik zal in de loop van de week eens bij haar langsgaan. Het zal haar natuurlijk goed doen dat haar dikste vriendinnen aan haar denken. Wat zonde toch, en ze waren nog wel zo trots op haar. (Sterker nog, als ik zo vrij mag zijn, minder trots en meer omzichtigheid zou hun de recente ongemakken hebben kunnen besparen!)
Eliza’s vader, Jonathan Makepeace, werd in 1866 in Londen geboren als zoon van een berooide vrachtkruier en zijn vrouw op de oever van de Theems. Hij was de vijfde van negen kinderen en groeide op in de sloppen bij de Londense havens. Hoewel hij in 1888 voor de geboorte van Eliza overleed, lijken Eliza’s gepubliceerde verhalen een herinterpretatie van dingen die de jonge Jonathan Makepeace waarschijnlijk heeft beleefd op de rivieroever. Bijvoorbeeld in het sprookje‘The River’s Curse’ zijn de dode mannen die aan de galg hangen vrijwel zeker gebaseerd op taferelen die Jonathan Makepeace als jongen op Execution Docks moet hebben gadegeslagen. We moeten aannemen dat die verhalen aan Eliza zijn doorgegeven via haar moeder Georgiana, en misschien zijn verfraaid voordat ze in Eliza’s geheugen werden opgeslagen tot die haar eigen sprookjes ging schrijven.
Hoe de zoon van een arme Londense kruier de hooggeboren Georgiana Mountrachet had leren kennen blijft een mysterie. In overeenstemming met de heimelijke aard van haar verdwijning had Georgiana geen aanwijzingen achtergelaten over de gebeurtenissen die ertoe hadden geleid dat ze was weggelopen. Pogingen de waarheid te achterhalen worden nog verder gedwarsboomd door de ijverige pogingen van de familie om het schandaal in de doofpot te stoppen. De kranten repten er nauwelijks over en je moet verder speuren, in brieven en dagboeken uit die tijd, om iets vermeld te zien wat destijds zonder meer als een sappige roddel beschouwd moet zijn. Het beroep dat op Jonathan Makepeace’ overlijdensakte staat is ‘zeeman’, maar de precieze aard van zijn bezigheden blijft onduidelijk. Deze schrijver kan slechts speculeren dat Jonathans leven op zee hem maar kortstondig naar de rotsachtige kusten van Cornwall heeft gebracht. Misschien had de roodharige dochter van lord Mountrachet, in het hele graafschap geroemd om haar schoonheid, de jonge Jonathan Makepeace toevallig op een verscholen strandje op haar vaders landgoed ontmoet.
Onder wat voor omstandigheden ze elkaar ook hadden leren kennen, het lijdt geen twijfel dat ze verliefd op elkaar waren. Helaas waren het jonge paar geen gelukkige jaren beschoren. Jonathans plotselinge en enigszins onverklaarbare dood binnen tien maanden nadat ze ervandoor waren gegaan, moet een vernietigende klap zijn geweest voor Georgiana Mountrachet, die alleen, ongetrouwd, hoogzwanger en zonder familie of financiële middelen in Londen achterbleef. Maar Georgiana was er het type niet naar om te verloederen. Ze had de boeien van haar maatschappelijke klasse verbroken en na de geboorte van haar baby had ze ook de naam Mountrachet eraan gegeven. Ze werkte als copywriter voor het advocatenkantoor H.J. Blackwater and Associates in Lincoln’s Inn in Holborn.
Er zijn een paar aanwijzingen dat Georgiana’s schrijfkunst een talent was dat ze in haar jonge jaren de vrije teugel kon geven. De familiekronieken van Mountrachet, in 1950 aan de British Library geschonken, bevatten een aantal theaterposters die zijn vormgegeven met precieze belettering en talentvolle illustraties. In de hoek van elke poster staat de naam van de kunstenaar in kleine bloklettertjes. Amateurvoorstellingen waren natuurlijk populair in hogere kringen, maar de toneelposters van de voorstellingen in Blackhurst in de jaren tachtig van de negentiende eeuw waren regelmatiger en serieuzer dan misschien gebruikelijk was.