‘Aha!’ klonk een stem bij haar oor. ‘Ik heb je gevonden!’ De ton werd opzij geschoven en het meisje tuurde met samengeknepen ogen in de zon. Ze knipperde met haar ogen tot de eigenaar van de stem in haar licht ging staan. Het was een grote jongen van acht of negen jaar, dacht ze.
‘Jij bent Sally niet,’ zei hij.
Het meisje schudde haar hoofd.
‘Wie ben jij?’
Ze aarzelde. Ze mocht aan niemand vertellen hoe ze heette. Het was een spelletje dat ze speelden, zij en die mevrouw.
‘Nou?’
‘Dat is geheim.’
Hij trok zijn neus op en zijn sproeten trokken samen. ‘Waarom?’
Ze haalde haar schouders op. Ze mocht niets over de mevrouw zeggen. Dat zei papa altijd.
‘Waar is Sally dan?’ De jongen werd ongeduldig. Hij keek naar links en naar rechts. ‘Ze rende deze kant op, ik weet het zeker.’
Aan de andere kant van het dek klonk een schaterlach en het geluid van rennende voeten. Het gezicht van de jongen klaarde op. ‘Vlug!’ zei hij weghollend. ‘Ze gaat ervandoor!’
Het meisje boog zich voren zodat ze om de ton heen kon kijken. Ze zag hem door de menigte mensen zigzaggen, op jacht naar een voortsnellende, wapperende witte onderrok.
Het kleine meisje wilde heel graag meespelen.
Maar de mevrouw had gezegd dat ze moest wachten.
De jongen ging steeds verder weg. Hij dook om een dikke man met was in zijn snor. Die fronste zo heftig dat zijn hele gezicht samentrok als een familie geschrokken krabben.
Het meisje lachte.
Misschien hoorde dit allemaal bij hetzelfde spelletje. De mevrouw deed haar meer aan een kind denken dan de andere grote mensen die ze kende. Misschien speelde zij ook wel mee.
Het meisje glipte achter de ton vandaan. Haar linkervoet sliep. Ze wachtte even tot het prikkelende gevoel verdween en zag de jongen om de hoek verdwijnen.
Toen ging ze hem zonder aarzelen achterna. Haar voeten roffelden over het dek en haar hart bonkte in haar borstkas.
2
Brisbane, Australië, 1930
Uiteindelijk vierden ze Nells verjaardag toch in het zaaltje van de kunstacademie. Hamish had de nieuwe veteranenclub op Given Terrace voorgesteld, maar Nell vond net als haar moeder dat het zonde van het geld was, vooral omdat het toch al geen makkelijke tijden waren. Hamish zwichtte, maar stelde zich tevreden door erop te staan dat ze de speciale kant die ze, naar hij wist, nodig had voor haar jurk, uit Sydney zou laten komen. Lil had hem voor haar dood op dat idee gebracht. Ze had zich naar hem toe gebogen om zijn hand te pakken en hem een advertentie met een adres in Pitt Street in de krant laten zien. Ze zei hoe fijn de kant was, hoeveel die voor Nellie zou betekenen, dat het wel extravagant leek, maar dat er later een trouwjurk van gemaakt kon worden. Daarna had ze naar hem gelachen, en zij was weer zestien en hij dolverliefd.
Lil en Nell hadden inmiddels een paar weken aan de verjaardagsjurk gewerkt. ’s Avonds na het eten, wanneer Nell terug was van haar werk in de kiosk, wanneer de jongste meisjes lusteloos op de veranda zaten te kibbelen en er zo veel muggen in de vochtige nachtlucht rondvlogen dat je bijna gek werd van hun gezoem, haalde ze haar naaimandje tevoorschijn en schoof ze een stoel bij haar moeders ziekbed. Hij hoorde hen soms lachen over een voorval in de kiosk, over een ruzie die Max Fitzsimmons met de een of andere klant had gemaakt, of over de zoveelste kwaal van mevrouw Blackwell. Hij hing rond bij de deur, stopte zijn pijp en spitste de oren toen Nell rood van plezier ging fluisteren toen ze iets vertelde wat Danny had gezegd. Een belofte over het huis dat hij ging kopen wanneer ze getrouwd waren, de auto waarop hij zijn oog had laten vallen, waarvan zijn vader dacht dat hij die voor een prikkie kon krijgen, de nieuwste mixer van het warenhuis McWhirters.
Hamish mocht Danny graag – hij kon zich voor Nell geen betere man wensen – wat maar goed was ook, omdat het stel onafscheidelijk was geweest sinds ze elkaar hadden leren kennen. De relatie duurde inmiddels al twee jaar. Als Hamish hen bij elkaar zag, moest hij denken aan de tijd dat hij Lil had leren kennen. Ze waren zo blij als kinderen geweest en hielpen elkaar wanneer ze maar konden. Al die jaren was er amper een onvertogen woord gevallen. Ze hadden in het begin, voor de geboorte van de meisjes, wel moeilijke perioden gehad, maar op de een of andere manier waren ze er altijd uit gekomen.
De pijp was gestopt en omdat hij geen excuus meer had, liep Hamish weg. Hij zocht een plekje in een rustig hoekje van de veranda aan de voorkant, waar hij in vrede kon gaan zitten, althans zo vreedzaam mogelijk in een huis met lawaaiige dochters, van wie de een nog sneller opgewonden was dan de ander. Daar zat hij alleen met de vliegenmepper op de vensterbank voor het geval de muggen te opdringerig werden. En dan volgde hij zijn gedachten, die zich zoals gewoonlijk concentreerden op het geheim dat hij al jaren bewaarde. Het werd tijd, dat voelde hij wel. De spanning die hij lang op afstand had weten te houden, werd groter. Ze had toch het recht om de waarheid te weten? Ze was bijna eenentwintig, een volwassen vrouw op het punt om uit te vliegen, verloofd nog wel: nu werd het toch wel tijd? Hij wist wat Lil ervan zou vinden, daarom hield hij zijn mond. Het laatste wat hij wilde was dat Lil zich zorgen zou maken, dat ze haar laatste dagen zou proberen hem op andere gedachten te brengen, wat al zo dikwijls was gebeurd.