Adeline ontspande de vuist die ze op schoot had gemaakt en speelde nadenkend met haar vingers. Ze had geen misverstand over de voorwaarden laten bestaan: geen van beide meisjes mocht meer een voet op Blackhurst Estate zetten. Het was een eenvoudige regel en tot op de dag van vandaag hadden ze die allebei opgevolgd. De vleugels van de veiligheid hadden zich over het geheim gevlijd en het leven op Blackhurst had een vreedzaam ritme aangenomen.
Wat bezielde Eliza dan om haar belofte te verbreken?
Uiteindelijk wachtte Nathaniel net zo lang tot Rose met migraine naar bed was gegaan en Adeline bij iemand op bezoek was. Op die manier, was zijn redenering, zou geen van beiden ooit achter de methode hoeven te komen waarmee hij garandeerde dat Eliza weg zou blijven. Sinds Nathaniel erachter was gekomen wat er was gebeurd, had hij gepiekerd hoe hij het probleem het best kon oplossen. Om zijn vrouw in die toestand te zien, was een huiveringwekkende herinnering aan het feit dat die andere Rose, dat gespannen en grillige zenuwenwrak nooit ver onder de oppervlakte school, hoe ver ze ook waren gekomen en ondanks de gezegende ommekeer na de komst van Ivory. Hij had direct geweten dat hij met Eliza moest spreken. Hij moest een manier zien te vinden om haar te laten inzien dat ze nooit meer mocht komen.
Er was enige tijd verstreken sinds hij voor het laatst door de doolhof was gelopen en hij was vergeten hoe donker het was tussen de muren van braamstruiken, en hoe kort de zon daar maar mocht komen. Hij liep voorzichtig en probeerde zich te herinneren welke afslagen hij moest nemen. Dat ging heel anders dan die keer, vier jaar geleden, dat hij erdoorheen was geijld op jacht naar zijn tekeningen. Hij was kokend van woede en zwoegende schouders van het hijgen van de ongewone inspanning bij het huisje aangekomen om ze terug te eisen. Hij had gezegd dat ze van hem waren, dat ze belangrijk voor hem waren, dat hij ze nodig had. En toen hij was uitgesproken had hij staan wachten om op adem te komen en te horen hoe Eliza zou reageren. Hij wist niet goed wat hij had verwacht – een bekentenis, excuses, de teruggaaf van de tekeningen, misschien al die dingen – maar ze had geen krimp gegeven. Dat had hem nogal verbaasd. Nadat ze een poosje naar hem had gekeken alsof hij iets curieus was, knipperde ze met die bleke, veranderlijke ogen die hij zo dolgraag wilde tekenen en vroeg ze hem of hij illustraties wilde maken voor een sprookjesboek.
Er klonk een geluid en de herinnering was vervlogen. Nathaniels hart sloeg over. Hij draaide zich om en keek naar de halfduistere ruimte achter hem. Een eenzame oeverzwaluw keek hem even met knipperende ogen aan en vloog weg met een braamtakje in zijn snavel.
Waarom was hij zo nerveus? Hij had de aangevreten zenuwen van iemand die zich schuldig voelt, wat bespottelijk was, want er school niets ongepasts in wat hij van plan was. Hij was van plan met Eliza te praten en te vragen of ze de poort van de doolhof niet meer door wilde komen. En zijn missie was tenslotte in het belang van Rose; de gezondheid en het welzijn van zijn vrouw gingen hem boven al.
Hij liep wat harder en stelde zichzelf gerust dat hij gevaren zag waar ze niet bestonden. Zijn taak mocht dan wel geheim zijn, maar niet illegaal. Dat was iets anders.
Hij had ermee ingestemd het boek te illustreren. Hoe kon hij de verleiding weerstaan en waarom zou hij ook? Tekenen was wat hij het liefste deed en haar sprookjes illustreren liet hem een wereld betreden die geen oog had voor de specifieke beslommeringen van zijn eigen leven. Het was zijn redding geweest, een geheime bezigheid die zijn lange dagen van portretkunst draaglijk maakte. Wanneer Adeline hem op bijeenkomsten met gefortuneerde en adellijke zeurpieten voor de zoveelste keer naar voren schoof, en van hem werd verlangd dat hij vriendelijk glimlachte en zich gedroeg als een gedresseerde hond, troostte hij zich met de heimelijke gedachte dat hij de magische wereld van Eliza’s sprookjes tot leven bracht.
Zelf had hij nooit een voltooid exemplaar gekregen. Tegen de tijd dat het boek was uitgegeven, was het hem duidelijk hoe onwelkom het op Blackhurst zou zijn. Eén keer, in het begin van het project, had hij de ernstige vergissing begaan om iets over het boek tegen Rose te zeggen. Hij had gedacht dat ze misschien wel blij zou zijn, dat ze waardering zou hebben voor de samenwerking tussen haar man en haar beste vriendin, maar dat bleek een vergissing. Hij zou nooit haar gezicht vergeten, waarop zich een mengeling van schrik en boosheid en rouw aftekende. Ze zei dat hij haar had verraden, dat hij niet van haar hield, dat hij haar wilde verlaten. Nathaniel begreep er niets van. Hij had gedaan wat hij bij zo’n gelegenheid altijd deed. Hij had Rose gerustgesteld en gevraagd of hij haar portret mocht tekenen voor zijn verzameling. En vanaf die dag hield hij het project voor zich. Maar opgeven deed hij niet. Dat kon hij niet.
Nadat Ivory was geboren en Rose was hersteld, begonnen de losse draden van zijn leven zich langzaam maar zeker met elkaar te vervlechten. Hoe merkwaardig was de macht van een kleine baby om een dode plek weer tot leven te brengen, om die zwarte lijkwade die over alles heen was gezakt – over Rose, over hun huwelijk, over Nathaniels eigen ziel – weg te trekken. Het was natuurlijk niet van de ene dag op de andere gegaan. Wat het kind betrof, was Nathaniel aanvankelijk heel voorzichtig geweest en had hij de aanwijzingen van Rose opgevolgd, en zich er altijd op voorbereid dat de afkomst van de baby wel eens onoverkomelijk kon blijken. Pas toen hij merkte dat ze de baby liefhad als haar eigen dochter en nooit als een koekoeksjong, liet hij de muren om zijn eigen hart verdwijnen. Hij liet de goddelijke onschuld van de baby zijn afgematte en gewonde geest doordesemen, en hij omhelsde de voltooiing van zijn gezinnetje en de toegenomen energie door de uitbreiding van zijn leden van twee tot drie.