Een zwerm mussen vloog op en Rose’ aandacht werd getrokken naar het niervormige grasveld. Mama kwam op haar af en de jachthond McLennan danste om haar donkere rokken. Een golf van opluchting maakte Rose duizelig. Mama was tegenwoordig haar anker, in een veilige wereld waar alles was zoals het hoorde te zijn. Toen Adeline dichterbij kwam, kon Rose haar zorgelijkheid niet langer bedwingen. ‘O, mama,’ zei ze vlug. ‘Ze is hier geweest, Eliza is hier geweest.’
‘Ik heb het uit het raam gezien.’ Mama wierp een blik op het pakje en tilde het voorzichtig van de bank alsof ze bang was zich eraan te branden.
‘Alsjeblieft niet openmaken, mama. Ik kan niet verdragen om te zien wat erin zit.’ Rose sprak bijna op fluistertoon.
‘Is het…?’
‘Dat weet ik vrij zeker.’ Rose drukte koude vingers tegen haar wang. ‘Ze zei dat het voor Ivory was.’ Rose keek haar moeder aan en werd overvallen door een verse golf verhitte paniek. ‘Waarom zou ze het voor Ivory hebben gebracht, mama? Waarom?’
Haar moeders mond verstrakte.
‘Wat bedoelt ze ermee?’
‘Ik geloof dat de tijd is gekomen dat je wat afstand tussen jou en je nicht moet scheppen.’ Adeline ging naast Rose zitten en legde het pakje op haar schoot.
‘Afstand, mama?’ Rose’ wangen werden kouder en haar stem daalde tot een paniekerig gefluister. ‘Denkt u niet dat ze… dat ze misschien weer zal komen?’
‘Vandaag heeft ze bewezen dat ze geen respect voor de gestelde regels toont.’
‘Maar, mama. U denkt toch zeker niet…’
‘Ik denk alleen dat ik je welzijn wil bewaken.’ Terwijl Rose’ dochter door de vlekken van het zonlicht danste, boog Adeline zich zo dicht naar haar dochter over dat Rose haar zachte bovenlip langs haar oor voelde strijken. Adeline fluisterde: ‘Bedenk wel, lieveling, dat een geheim nooit veilig is als anderen het kennen.’
Rose knikte een beetje. Mama had natuurlijk gelijk. Het was dwaasheid om te denken dat het allemaal eeuwig zo kon doorgaan.
Adeline stond op en maakte een polsbeweging om haar hond haar te laten volgen. ‘Thomas dekt nu voor de lunch. Wacht niet te lang, je moet alle ellende van vandaag niet nog erger maken door kou te vatten.’ Ze legde het pakje weer op de stoel en liet haar stem dalen. ‘En laat Nathaniel dat maar weggooien.’
Hollende voetstappen boven haar hoofd, en Adeline dwong zichzelf rustig uit te ademen. Het maakte niet uit hoe dikwijls ze de aloude preek herhaalde over hoe jongedames zich dienden te gedragen, het kind was niet voor rede vatbaar. Dat was natuurlijk wel te verwachten geweest; hoe leuk Rose het kind ook verpakte, het meisje was van lage komaf, daar viel niet aan te ontkomen. Haar wangen waren te rood, haar gelach weerkaatste door de gangen, krullen ontsnapten aan haar strikken, ze had niet meer van Rose kunnen verschillen.
En toch adoreerde Rose het meisje. Zodoende had Adeline haar maar geaccepteerd, had ze zichzelf aangeleerd naar het meisje te glimlachen, om haar impertinente blik te beantwoorden en haar lawaai te tolereren. Wat zou Adeline eigenlijk niet doen voor Rose? Wat hád ze al niet gedaan? Maar Adeline begreep ook dat het haar taak was om streng een vinger in de pap te houden, want het meisje moest krachtdadig worden begeleid als het ooit de valkuilen van haar geboorte wilde overstijgen.
Het kringetje dat de waarheid kende was maar klein en zo moest het blijven ook: iets anders zou een uitnodiging aan het afgrijselijke spook van het schandaal zijn. Daarom was het van het grootste belang dat Mary en Eliza op de juiste wijze werden benaderd.
In het begin was Adeline bang geweest dat Rose het misschien niet zou begrijpen, dat het onschuldige meisje zich misschien zou verbeelden dat het allemaal zomaar kon doorgaan. Maar op dat onderdeel was ze aangenaam verrast. Zodra Ivory in Rose’ armen was gelegd, was er een verandering over haar gekomen: ze werd overvallen door een fel en moederlijk verlangen het kindje te beschermen. Rose was het met Adeline eens geweest dat Mary en Eliza in elk geval moesten wegblijven, dat er in elk geval voldoende afstand moest zijn om te voorkomen dat ze elke dag van de partij zouden zijn, maar toch weer niet zo ver dat ze buiten Adelines invloedssfeer zouden komen. Alleen op die manier konden ze voorkomen dat een van beiden zou verklappen wat ze over het kind op Blackhurst wisten. Adeline had Mary geholpen met de koop van een huis in Polperro en Eliza mocht het huisje pachten. Hoewel een deel van Adeline de permanente nabijheid van Eliza betreurde, was het van twee kwaden het minst erge en Rose’ geluk ging boven alles.
Die lieve Rose. Ze zag er heel bleek uit, zo alleen op haar tuinstoel. Ze had haar lunch daarna amper aangeroerd; ze had het eten alleen maar een beetje heen en weer geschoven op haar bord. Nu lag ze te rusten en probeerde ze de migraine te voorkomen die haar al de hele week had belaagd.