Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(169)

By:Kate Morton


Die arme lieve Rose. Dokter Matthews had Adeline eerder in de week een bezoek gebracht. Hij was tegenover haar in de huiskamer gaan zitten en had de zachte stem opgezet die hij in zorgelijke tijden altijd aanwendde. Rose was er niet best aan toe, had hij gezegd – alsof Adeline dat niet wist – en hij maakte zich ernstig zorgen.

‘Helaas betreffen mijn zorgen niet alleen haar klaarblijkelijke achteruitgang. Er zijn…’ Hij kuchte licht in zijn keurige vuist. ‘… ook andere elementen.’

‘Andere elementen, dokter Matthews?’ Adeline reikte hem een kop thee aan.

‘Emotionele kwesties, lady Mountrachet.’ Dokter Matthews glimlachte bedeesd en nam een slokje thee. ‘Gevraagd naar de fysieke aspecten van haar huwelijksleven, bracht mevrouw Walker tot uitdrukking wat naar mijn professionele mening een ongezonde neiging tot lichamelijkheid is.’

Adeline voelde haar longen zwellen, maar ze hield de adem in en dwong zichzelf kalm uit te ademen. Omdat ze even om woorden verlegen zat, roerde ze nog een klontje suiker door haar thee. Zonder dokter Matthews aan te kijken, verzocht ze hem zijn beschouwing te vervolgen.

‘Wees gerust, lady Mountrachet. Het is weliswaar een ernstige aandoening, maar uw dochter is niet de enige. Ik kan u een vrije hoge incidentie van verhoogde lichamelijkheid onder jonge dames van tegenwoordig rapporteren, en ik weet zeker dat ze eroverheen zal groeien. Waar ik me meer zorgen over maak, is mijn vermoeden dat haar lichamelijke neigingen aan het herhaalde mislukken bijdragen.’

Adeline schraapte haar keel. ‘Gaat u door, dokter Matthews.’

‘Het is mijn oprechte medische opvatting dat uw dochter fysieke omgang moet mijden tot haar arme lichaam voldoende tijd heeft gekregen om te herstellen. Het hangt namelijk allemaal samen, lady Mountrachet. Het hangt allemaal met elkaar samen.’

Adeline bracht haar kopje naar haar mond en proefde de bittere smaak van kostbaar porselein. Ze knikte bijna onmerkbaar.

‘Des Heren wegen zijn ondoorgrondelijk. En door Zijn toedoen is ook het menselijk lichaam een mysterie. Het is redelijk om te veronderstellen dat een jonge dame met verhoogde… lusten…’ Hij glimlachte verontschuldigend met samengeknepen ogen, ‘een minder dan ideaal moedermodel presenteert. Het lichaam weet zulke dingen, lady Mountrachet.’

‘Suggereert u soms dat mijn dochter meer succes kan boeken als ze minder pogingen onderneemt?’

‘Het is de moeite van overweging waard, lady Mountrachet. Om maar niet te spreken van de voordelen van zo’n matiging voor haar gezondheid en welbevinden in het algemeen. Stelt u zich maar eens een windzak voor, met uw welnemen, lady Mountrachet.’

Adeline trok haar wenkbrauwen op en vroeg zich niet voor het eerst af waarom ze dokter Matthews al die jaren trouw was gebleven.

‘Als een windzak jaar in jaar uit aan zijn mast hangt zonder tijd voor rust of reparaties, zal de ruwe wind er uiteindelijk gaten in trekken. Zo moet uw dochter ook de gelegenheid krijgen om te recupereren, lady Mountrachet. Ze moet beschut worden tegen de ruwe winden die dreigen haar omver te blazen.’

Windzakken daargelaten, zat er wel iets in dokter Matthews’ redenering. Rose was zwak en ziekelijk en je kon niet verwachten dat ze volledig zou herstellen zonder zichzelf de tijd te gunnen om te helen. Maar haar verlangen naar een kind was zo groot dat Adeline vreesde dat een poging haar over te halen haar eigen gezondheid op de eerste plaats te stellen onmogelijk zou zijn. Na ampele overwegingen had Adeline besloten Nathaniel zelf in te schakelen. Dat gesprek beloofde wel ongemakkelijk te worden, maar ze wist zich altijd verzekerd van zijn gehoorzaamheid. De afgelopen twaalf maanden had Nathaniel goed geleerd naar Adelines pijpen te dansen. En nu er een vorstelijk portret wachtte, zou hij het ongetwijfeld met Adeline eens zijn.

Adeline slaagde er weliswaar in een schijn van kalmte te bewaren, maar wat was ze kwaad. Hoeveel meer moest Rose’ verzwakte lichaam nog verduren? Waarom moest zij zo gestraft worden terwijl anderen zo sterk geboren werden? Waar Adeline ook kwam – op bridgedrives, gezelligheidsbijeenkomsten, doopplechtigheden of weekendpartijen – overal zag ze jonge vrouwen met rode wangen lachen en flirten, en de gedachte drong zich bij haar op voor ze er erg in had: waarom zouden jullie gelukkig en sterk mogen zijn en een gezonde baby in je armen mogen hebben terwijl mijn Rose het zonder moet stellen? In haar donkerste momenten vroeg Adeline zich af of zij iets verkeerd had gedaan. Of God haar misschien strafte. Ze was te hovaardig geweest, ze was te vaak trots op Rose’ schoonheid geweest, op haar uitstekende manieren, haar lieve karakter, en de Heer had haar gestraft. Want zo veel ongeluk kon toch geen willekeur zijn? En wat was er nu een ergere straf dan je beminde kind voor je ogen te zien wegkwijnen?