En wat als probeersels begonnen was, nam nu de vorm van echte tekeningen aan. Hij accentueerde schaduwen en lijnen en zette de gelaatstrekken wat aan. Nathaniel bevestigde de stukken perkamentpapier boven aan zijn ezel zodat de wind er niet mee vandoor kon gaan. Hij inspecteerde ze nog eens en probeerde geen acht te slaan op het watermerkpapier dat Rose voor hem had gekocht toen ze waren getrouwd; hij probeerde niet aan gelukkiger tijden te denken.
Ze waren nog niet af, maar hij was er wel tevreden over. Het was het enige project dat hem iets van genoegen had gebracht en een vlucht bood uit de beproeving die zijn leven was geworden. Na de lunch zou Nathaniel zichzelf de luxe gunnen om zonder doel te schetsen en tekenen, zoals hij als kind gewend was geweest. De sombere ogen van lord Mackelby konden wel even wachten.
Uiteindelijk kleedde Rose zich met behulp van Mary aan. Ze had de hele morgen al in haar makkelijke stoel gezeten, maar eindelijk besloten haar kamer maar eens te verlaten. Wanneer was ze voor het laatst aan die vier muren ontsnapt? Twee dagen geleden? Drie? Toen ze rechtop stond, viel ze bijna om. Ze was duizelig en voelde zich misselijk; het waren bekende verschijnselen uit haar kinderjaren. In die tijd kon Eliza haar altijd weer opbeuren met sprookjes en verhalen die ze mee terug nam van de inham. Was de genezing van volwassen kwalen maar net zo eenvoudig.
Het was een tijd geleden dat Rose Eliza had gezien. Wanneer ze naar buiten keek, zag ze haar wel eens door de tuin lopen of op de kliftop staan; een ver stipje met lang rood haar dat achter haar aan golfde. Een paar keer was Mary aan de deur gekomen met de boodschap dat juffrouw Eliza beneden stond en een onderhoud verlangde, maar Rose had steeds nee gezegd. Ze hield van Eliza, maar de strijd die ze leverde tegen verdriet en hoop kostte alle energie die ze bij elkaar kon rapen. En Eliza was altijd zo vol levenslust, zo vol plannen, zo gezond. Het was meer dan Rose kon verdragen.
Zo licht als een geestverschijning zwierf Rose door de gestoffeerde gang, met haar hand op de lage handsteun langs de wand om haar evenwicht te bewaren. Vanmiddag, als Nathaniel terug was van zijn bijeenkomst in Tremayne Hall, zou ze naar hem toe gaan in het tuinhuisje. Het zou wel koud zijn natuurlijk, maar ze zou zich door Mary warm laten inpakken. Thomas zou de slaapbank en de deken voor haar comfort kunnen brengen. Nathaniel was daar vast eenzaam; hij zou blij zijn als ze weer aan zijn zijde was. Dan kon hij haar achterovergeleund tekenen. Nathaniel vond het zo heerlijk om haar te tekenen en het was haar plicht als vrouw om haar man tot troost te zijn.
Rose was bijna bij de trap toen ze stemmen in de tochtige gang hoorde.
‘Ze zegt dat ze niets gaat zeggen, dat het niemand wat aangaat.’ De woorden werden onderstreept door het slaan van een bezem tegen de plint.
‘Mevrouw zal niet blij zijn als ze erachter komt.’
‘Mevrouw komt er niet achter.’
‘Als ze ogen in haar hoofd heeft wel. Er zijn niet veel mensen die niet kunnen zien wanneer een meisje dik wordt van een kind.’
Rose drukte een koude hand tegen haar mond en sloop geruisloos en met gespitste oren verder.
‘Ze zegt dat alle vrouwen in haar familie klein dragen. Ze kan het wel onder haar uniform wegmoffelen.’
‘Laten we voor haar bestwil hopen dat ze gelijk heeft. Anders vliegt ze er zo uit.’
Rose kwam net op tijd bij de bovenkant van de trap om Daisy de bediendeningang in te zien verdwijnen. Sally was minder fortuinlijk.
De bediende schrok en haar wangen vertoonden opeens onbetamelijke rode vlekken. ‘Sorry, mevrouw.’ Ze maakte een onhandige reverence waarbij haar bezem in haar rokken verstrikt raakte. ‘Ik zag u niet.’
‘Over wie ging het, Sally?’
De rode vlekken verspreidden zich naar de oren van het meisje.
‘Sally,’ zei Rose. ‘Ik eis een antwoord. Wie is er zwanger?’
‘Mary, mevrouw.’ Het was amper meer dan gefluister.
‘Mary?’
‘Ja, mevrouw.’
‘Is Mary zwanger?’
Het meisje knikte vlug en haar gelaatstrekken vertoonden de dringende behoefte ervandoor te gaan.
‘Aha.’ In Rose’ maag opende zich een diep zwart gat dat dreigde haar binnenstebuiten te keren. Dat domme meisje met haar afzichtelijke, goedkope vruchtbaarheid. Ze liep er voor iedereen die het maar wilde zien mee te koop, koerde tegen Rose dat alles goed zou komen, en achter haar rug om zeker in haar vuistje lachen! En ze was nog wel ongehuwd! Nou niet in dit huis. Blackhurst Manor was van oudsher bekend om zijn normen en waarden. Het was de plicht van Rose om die hoog te houden. Ze ademde voorzichtig uit. ‘Dank je wel, Sally. Je kunt wel gaan.’
Adeline haalde de borstel door haar haar, haal na haal na haal. Mary was weg, en ze moesten rekening houden met haar afwezigheid, al zouden ze voor het komende weekeindpartijtje ernstig onderbezet zijn. Hoewel Adeline er geen voorstander van was dat Rose zich zonder overleg vooraf met personeelszaken bemoeide, waren dit uitzonderlijke omstandigheden en Mary was een heel achterbaks meisje. Een ongetrouwd achterbaks meisje nog wel, wat de zaak nog schandelijker maakte. Nee, Rose had instinctief gelijk gehad, al was ze drastisch te werk gegaan.