Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(16)

By:Kate Morton


Cassandra krulde zich op onder de dekens. Ze hield niet van onweer, het was zo onvoorspelbaar. Hopelijk waaide het over voordat het echt tekeer zou gaan. Ze sprak iets met zichzelf af; als ze tot tien kon tellen voordat de volgende auto over de heuvel in de buurt ronkte, zou alles goed komen. Dan zou het onweer gauw overwaaien en mama haar binnen een week komen halen.

Een. Twee. Drie… Ze speelde niet vals, ze haastte zich niet… Vier. Vijf… Nog niets, en halverwege… Zes. Zeven… Ze ademde wat sneller, nog steeds geen auto’s, bijna veilig… Acht…

Ze schoot overeind. In haar reistas zaten zakken. Mama was de tandenborstel niet vergeten, die had ze voor de zekerheid natuurlijk daarin gestoken.

Cassandra glipte uit bed en een hevige rukwind deed de windgong tegen het raam slaan. Ze kroop over de vloer en voelde een onverwachte koele tocht langs haar blote voeten door een kier in de houten vloer.

De lucht boven het huis rommelde dreigend en werd in één klap spectaculair verlicht. Het voelde gevaarlijk, het deed Cassandra denken aan de onweersbui in het sprookje dat ze ’s middags had gelezen, de boze onweersbui die de prinses was gevolgd op weg naar het huisje van het oude besje.

Cassandra knielde op de grond, doorzocht de ene zak na de andere en verwachtte elk moment met haar vingertoppen de bekende vorm van haar tandenborstel te voelen.

Dikke regendruppels vielen met veel kabaal op het golfplaten dak. Eerst zo nu en dan, maar daarna namen ze zo snel toe dat Cassandra geen tussenpozen meer hoorde.

Nu ze toch bezig was, kon het geen kwaad de andere zakken nog een keer te controleren. Een tandenborstel was maar klein; misschien zat hij zo diep dat haar vingers hem hadden gemist. Ze stak haar handen diep naar binnen en haalde voor de zekerheid alles uit de tas. Geen tandenborstel.

Toen er nog een donderklap aankwam, stopte Cassandra haar oren dicht. Ze richtte zich op en kruiste haar armen voor haar borst, zich vaag bewust van haar eigen magere lichaam en haar nietigheid toen ze zich terughaastte naar het bed en onder het laken kroop.

De regen gutste van het dak en stroomde in beekjes over de ramen en over de rand van de dakgoten, die zo plotseling waren overvallen.

Heel stil bleef Cassandra onder het laken liggen met haar armen om haar eigen lichaam geslagen. Ondanks de warme, vochtige lucht had ze kippenvel op haar bovenarmen. Ze besefte dat ze moest proberen te slapen, anders zou ze de volgende ochtend moe zijn en niemand hield van een chagrijnig meisje.

Maar wat ze ook deed, ze kon de slaap niet vatten. Ze telde schapen, zong in stilte liedjes over gele onderzeeërs en sinaasappels en citroenen en tuinen onder water en ze vertelde sprookjes aan zichzelf. Maar de nacht dreigde zich eindeloos uit te strekken.

Toen het bliksemde, de regen omlaag stortte en de donder de hemel openscheurde, moest Cassandra huilen. Tranen die al lang op de loer hadden gelegen, kregen eindelijk de vrije teugel onder een donker gordijn van regen.

Hoeveel tijd was er verstreken voordat ze het donkere silhouet in de deuropening zag staan? Eén minuut of tien?

Cassandra onderdrukte een snik en hield hem vast tot haar keel brandde.

Er klonk gefluister, het was de stem van Nell. ‘Ik kom even kijken of het raam wel goed dichtzit.’

In het donker hield Cassandra haar adem in en ze droogde haar tranen met een hoekje van het laken.

Nell was inmiddels vlak bij haar. Cassandra voelde die merkwaardige elektriciteit wanneer een ander mens vlak bij je staat zonder je aan te raken.

‘Wat scheelt eraan?’

Cassandra’s keel was nog steeds verlamd en wilde geen woord doorlaten.

‘Komt het van het onweer? Ben je bang?’

Cassandra schudde haar hoofd.

Nell ging stijfjes op de rand van het bed zitten en sloeg haar ochtendjas dichter om haar middel. Er flitste weer een bliksemschicht en Cassandra zag haar grootmoeders gezicht; ze herkende de ogen van haar moeder met die iets omlaag gekeerde ooghoeken.

Uiteindelijk klonk er een snik. ‘Mijn tandenborstel,’ zei ze door haar tranen heen. ‘Ik heb mijn tandenborstel niet bij me.’

Nell keek haar een ogenblik verschrikt aan en daarna nam ze Cassandra in haar armen. Het meisje schrok aanvankelijk, verrast als ze was door het plotselinge, het onverwachte van het gebaar, maar daarna voelde ze hoe ze zich overgaf. Ze zakte naar voren met haar hoofd tegen Nells lichaam, dat naar lavendel rook, en huilde schokschouderend hete tranen in haar grootmoeders nachtjapon.

‘Stil maar,’ fluisterde Nell, en ze streelde Cassandra’s haar. Wees maar niet bang. We kopen wel een nieuwe voor je.’ Ze keek naar de regen die langs de ramen gutste en liet haar wang op Cassandra’s hoofd rusten. ‘Je bent een overlever, hoor je me? Het komt allemaal goed. Alles komt goed.’

En hoewel Cassandra niet kon geloven dat de dingen ooit weer goed konden komen, voelde ze zich wel een beetje getroost door Nells woorden. Iets in haar grootmoeders stem gaf haar het gevoel dat ze niet alleen was, dat Nell haar begreep, dat ze wist hoe angstaanjagend het was op een onbekende plek in je eentje een stormachtige nacht door te brengen.