Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(15)

By:Kate Morton


Cassandra’s grootmoeder glimlachte, alleen was het geen blije glimlach. Cassandra dacht dat ze wist hoe zo’n glimlach voelde. Zo glimlachte ze dikwijls zelf wanneer haar moeder haar iets beloofde wat ze echt graag wilde, maar wat er waarschijnlijk nooit van zou komen.

Lesley gaf haar een kusje op de wang, kneep in haar hand en daarna was ze op de een of andere manier verdwenen voordat Cassandra haar een knuffel kon geven, kon zeggen om voorzichtig te rijden, of kon vragen wanneer ze precies zou terugkomen.

Toen zij en haar grootmoeder de oude stationcar van de stoeprand zagen rijden om zichzelf de heuvel aan het eind van de straat op te slepen en met een rookwolkje de hoek om te gaan, rook Cassandra nog steeds haar moeders parfum, dat koppig in de warme lucht bleef hangen.



Later maakte Nell het avondeten – dikke saucijzen, aardappelpuree en zompige doperwten uit blik – en ze aten in de smalle kamer bij de keuken. Nells huis had geen muskietengaas voor de ramen zoals Lens appartement in Burleigh Beach, in plaats daarvan hield Nell een vliegenmepper bij de hand op de vensterbank naast haar. Bedreigd door vliegen of muggen was ze pijlsnel. Die aanvallen waren zo vlug en ervaren dat de poes die op Nells schoot sliep amper bewoog.

Onder het eten maaide de logge ventilator op de koelkast de vochtige, warme lucht heen en weer; Cassandra beantwoordde de vragen die haar grootmoeder af en toe stelde zo beleefd mogelijk en uiteindelijk was de beproeving van het avondmaal achter de rug. Cassandra hielp met afdrogen en daarna bracht Nell haar naar de badkamer en liet ze een bad vollopen met lauw water.

‘Er is maar één ding erger dan een koud bad in de winter,’ zei Nell tussen neus en lippen door, ‘en dat is een warm bad in de zomer.’ Ze trok een bruine handdoek uit de kast en legde die op de stortbak van de wc. ‘Je kunt de kraan dichtdoen wanneer het water zo hoog is.’ Ze wees naar een barst in het groene porselein. Daarna richtte ze zich op en trok ze haar jurk recht. ‘Denk je dat je het redt, zo?’

Cassandra knikte met een glimlach en zat nog steeds glimlachend te knikken toen haar grootmoeder de deur achter zich dichttrok. Ze hoopte dat ze het juiste antwoord had gegeven, grote mensen waren soms onberekenbaar. Ze vonden het vooral niet prettig als kinderen hun gevoelens niet onder stoelen of banken staken, althans hun negatieve. Len herinnerde Cassandra er vaak genoeg aan dat lieve kinderen hoorden te glimlachen en moesten leren hun lelijke gedachten voor zich te houden. Maar Nell was niet zo; Cassandra wist niet goed hoe ze het wist, maar bij Nell waren de regels anders. Hoe dan ook, het was maar het beste om het zekere voor het onzekere te nemen.

Daarom zei ze maar niets over de tandenborstel, althans het gebrek daaraan. Lesley vergat zulke dingen altijd in te pakken wanneer ze ergens gingen logeren, maar Cassandra besefte dat ze van een week of twee zonder tandenpoetsen niet dood zou gaan. Ze draaide haar haar in een knotje en bond het met een elastiekje op haar kruin. Thuis zette ze haar moeders douchemuts op, maar ze wist niet of Nell er een had en wilde er niet om vragen. Ze stapte in het bad en ging in het lauwe water zitten, trok haar knieën op en deed haar ogen dicht. Ze luisterde naar het water dat tegen de zijkant van de kuip klotste, het zoemen van het peertje en het gonzen van een mug ergens boven haar hoofd.

Zo bleef ze een tijdje zitten en uiteindelijk klom ze er met tegenzin uit toen ze besefte dat Nell misschien zou komen kijken als ze het nog langer uitstelde. Ze droogde zich af, hing de handdoek voorzichtig over de doucherail, trok hem recht en stapte in haar pyjama.

Ze trof Nell in de serre, waar ze een laken en dekens op de bank legde.

‘Hij is eigenlijk niet om op te slapen,’ zei Nell terwijl ze het kussen op zijn plek drukte. ‘Het matras stelt weinig voor en de veren zijn een beetje hard, maar je bent niet zwaar. Het zal best comfortabel zijn.’

Cassandra knikte ernstig. ‘Het is toch maar voor een week of twee, tot mama en Len hun dingen hebben geregeld.’

Nell glimlachte grimmig. Blijkbaar lachte ze niet vaak, want de spieren om haar mond leken stijf. Ze keek om zich heen en daarna weer naar Cassandra. ‘Heb je nog iets nodig? Een glaasje water, of een lamp?’

Cassandra schudde haar hoofd. Vaag vroeg ze zich af of Nell een reservetandenborstel had, maar ze kreeg de woorden voor de vraag er niet uit.

‘Nou, kruip er dan maar in,’ zei Nell, terwijl ze een hoekje van de deken omhooghield.

Cassandra schoof gehoorzaam in bed en Nell trok de lakens omhoog. Die waren verrassend zacht, aangenaam versleten en hadden een onbekende maar prettige geur.

Nell aarzelde. ‘Goed, welterusten dan maar.’

‘Welterusten.’

Toen ging het licht uit en was Cassandra alleen.

In het donker werden onbekende geluiden versterkt. Verkeer op een heuvel in de verte, een tv bij een van de buren, Nells voetstappen op de houten vloer van een andere kamer en de windgong buiten. Eerst was het maar een zacht getinkel, maar terwijl ze wakker lag en zich afvroeg waar haar moeder was, waarom die haar had achtergelaten in dit vreemde huis met zijn vreemde geluiden, en ze met haar tong langs haar wollige tanden ging, nam de wind in kracht toe. De buizen van de windgong sloegen tegen elkaar en Cassandra besefte dat de lucht was verzadigd van de geur van eucalyptus en teer van de wegen. Er dreigde onweer.