Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(147)

By:Kate Morton


Ach nou ja, zulke thema’s hebben grotere geesten dan ik voor raadsels gesteld en ik noem het trieste verhaal van die arme, tragische Tess niet vanuit een behoefte aan literaire kritiek. Ik moet bekennen dat ik meneer Thomas Hardy heb geraadpleegd in de hoop dat hij misschien wat licht kan werpen op wat ik van mijn huwelijk met Nathaniel kan verwachten. Meer in het bijzonder wat er misschien van mij wordt verwacht. O, wat worden mijn wangen warm als ik me zulke dingen alleen al afvraag! In elk geval zou ik nooit de woorden kunnen vinden om dit hardop te zeggen. (Stel je mama’s gezicht eens voor!)

Helaas heeft meneer Hardy niet de antwoorden geleverd waarnaar ik zo hoopvol op zoek was. Ik had het me niet goed herinnerd; de bezoedeling van Tess staat niet tot in de bijzonderheden beschreven. Dus nou ja. Als ik geen andere bron kan vinden waartoe ik me kan wenden (niet meneer James, denk ik, en evenmin meneer Dickens), zal ik weinig andere keus hebben dan blind in dat donkere ravijn vallen. Mijn grootste angst is dat Nathaniel reden ziet om naar mijn buik te kijken. Dat zal toch niet? IJdelheid is voorwaar een hoofdzonde, maar helaas kan ik daar niets aan doen. Want die plekken zijn heel lelijk, en hij is zo dol op mijn blanke huid.



Cassandra las die laatste regels nog eens over. Wat waren dat voor plekken waarover Rose sprak? Moedervlekken? Littekens? Had ze nog iets anders in de plakboeken gelezen dat daar licht op kon werpen? Hoe Cassandra haar hersens ook afpijnigde, ze kon het zich niet herinneren. Het was te laat en ze was te moe; haar brein was even wazig als haar gezichtsvermogen.

Ze geeuwde weer, wreef in haar ogen en sloeg het plakboek dicht. Waarschijnlijk zou ze het nooit weten, en waarschijnlijk was het ook niet belangrijk. Cassandra streek weer met haar vingers over het versleten kaft, net zoals Rose vele malen moest hebben gedaan voor haar. Ze legde het boek op haar nachtkastje en deed het licht uit. Ze sloot haar ogen en gleed een bekende droom in over lang gras, een uitgestrekt veld en toen opeens, heel onverwacht, een huisje aan zee op de rand van een klif.





34





Pilchard Cottage, Tregenna, 1975



Nell wachtte voor de deur en vroeg zich af of ze nog een keer moest aankloppen. Ze stond al vijf minuten op het stoepje en begon te vermoeden dat William Martin niets wist van haar uitnodiging aan zijn eettafel, dat die uitnodiging misschien een trucje van Robyn was om de kreukels van het vorige bezoek glad te strijken. Robyn leek haar het type voor wie onaangename maatschappelijke situaties ondraaglijk waren, wat de oorzaken en gevolgen ook mochten zijn.

Ze klopte nog een keer. Ze trok een opgewekt maar waardig gezicht voor eventuele buren die zich konden afvragen wie de vreemde dame op Williams stoepje was, die het niet erg vond om de hele avond te kloppen.

Hijzelf kwam uiteindelijk opendoen. Hij had een theedoek over zijn knokige schouder, een pollepel in zijn hand en zei: ‘Ik hoor dat je dat huisje hebt gekocht.’

‘Goed nieuws doet snel de ronde.’

Hij perste zijn lippen op elkaar en keek haar aan. ‘Je bent een koppig wijfie, dat zag ik al van een kilometer.’

‘Zo heeft God me gemaakt, vrees ik.’

Hij knikte en snoof. ‘Kom binnen dan, straks bevries je daar nog.’

Nell trok haar regenjack uit en vond een haak waar ze het aan kon hangen. Ze volgde William de zitkamer in.

De lucht was zwaar van de etensdamp, en de geur was zowel misselijkmakend als verrukkelijk. Vis en zout en nog iets.

‘Ik heb een visstoofpot opstaan,’ zei William, terwijl hij naar de keuken schuifelde. ‘Ik hoorde je niet kloppen vanwege al het gespetter en geborrel.’ Er werd met potten en pannen gerammeld en er klonk een ruwe verwensing. ‘Robyn komt zo meteen.’ Nog meer kabaal. ‘Die jongen van haar heeft haar opgehouden.’

In die laatste woorden klonk iets van misprijzen door. Nell liep ook de keuken in en keek toe hoe hij in zijn klonterige soep roerde. ‘Heb je het niet zo op… wat is het, Robyns verloofde?’

Hij legde de pollepel op het werkblad, deed de deksel weer op de pan, pakte zijn pijp en verwijderde een eenzame tabaksdraad van de rand. ‘Er is niets mis met die jongen, behalve het feit dat hij niet volmaakt is.’ Met zijn hand onder op zijn gebogen rug liep hij terug naar de huiskamer ‘Heb jij kinderen? Kleinkinderen?’ vroeg hij in het voorbijgaan.

‘Eén van elk.’

‘Dan weet je waar ik het over heb.’

Nell glimlachte vreugdeloos. Het was twaalf dagen geleden dat ze uit Australië was vertrokken. Ze vroeg zich af of Lesley haar afwezigheid had opgemerkt. Het was niet waarschijnlijk. Toch bedacht Nell zich dat ze misschien wel een ansicht kon sturen. Dat meisje zou het wel leuk vinden, Cassandra. Kinderen hielden toch van dat soort dingen?

‘Kom op, meisje,’ klonk Williams stem uit de huiskamer. ‘Kom een oude man eens gezelschap houden.’