Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(143)

By:Kate Morton


Toen mama en ik naderhand naast elkaar op de canapé zaten in afwachting van de diagnose van dokter Matthews, pakte ze mijn hand. De hare was koud. Ik keek naar haar, maar ze wilde me niet aankijken. Op dat moment begon ik me pas echt zorgen te maken. Gedurende alle aandoeningen van mijn kinderjaren was mama degene geweest die altijd optimistisch bleef. Ik vroeg me af waarom haar vertrouwen haar nu had verlaten, wat het was dat haar zo’n reden tot zorg gaf. Toen dokter Matthews zijn keel schraapte, kneep ik in mama’s hand en wachtte af. Maar wat hij zei was schokkender dan alles wat ik had kunnen dromen.

‘Je bent in verwachting. Ik zou zeggen dat je twee maanden heen bent. Deo volente zul je de baby in augustus ter wereld brengen.’

O, maar bestaan er wel woorden om de vreugde die zijn woorden opriepen te beschrijven? Na zo veel tijd van hoop, na al die maanden van vreselijke teleurstellingen, een baby om van te houden. Een erfgenaam voor Nathaniel, een kleinkind voor mama, een peetkind voor Eliza.



Cassandra voelde zich overweldigd. Te bedenken dat Nell dit kind was van wie Rose de conceptie vierde, dat dit zo vurig verlangde kind-in-wording Cassandra’s lieve, ontheemde grootmoeder was. Rose’ hoopvolle gevoelens waren vooral ontroerend omdat ze waren geschreven zonder kennis van alles wat er later zou gebeuren.

Vlug bladerde Cassandra door, voorbij stukjes kant en lint, korte aantekeningen over doktersvisites, uitnodigingen voor diverse diners en bals in het graafschap, tot ze eindelijk in november 1909 vond wat ze zocht.



Ze is er. Ik schrijf dit een beetje later dan ik had verwacht. De afgelopen maanden zijn moeilijker geweest dan ik had verwacht, maar het is allemaal de moeite waard geweest. Na zo veel jaren van hoop, lange maanden van ziekte en zorgen en het bed houden, houd ik dan eindelijk mijn kleine schattebout in mijn armen. Al het andere verbleekt daarbij. Ze is volmaakt. Haar huid is zo blank en romig, haar lippen zijn zo roze en vol. Haar ogen zijn schitterend blauw, maar volgens de dokter is dat altijd zo en kunnen ze mettertijd nog donker worden. Heimelijk hoop ik dat hij het mis heeft. Ik zou willen dat ze de echte Mountrachet-kleur behouden, net als die van vader en Eliza: blauwe ogen en rood haar. We hebben besloten haar Ivory te noemen. Dat is de kleur van haar huid en, de tijd zal het ongetwijfeld bevestigen, ook van haar ziel.



‘Ziezo.’ Julia goochelde met twee dampende diepe borden pasta en een enorme pepermolen onder haar arm. ‘Ravioli met pijnappelpitten en gorgonzola.’ Ze gaf er een aan Cassandra. ‘Voorzichtig, het bord is een beetje heet.’

Cassandra nam het aangeboden bord aan en legde het plakboek weg. ‘Dat ruikt heerlijk.’

‘Als ik niet was gaan schrijven, vervolgens verbouwen en daarna een hotel was gaan runnen, was ik kok geworden. Proost.’ Julia hief haar glas gin, nam een slok en zuchtte. ‘Soms heb ik het gevoel dat mijn hele leven een reeks toevalligheden is. Je hoort me niet klagen, want je kunt heel gelukkig zijn als je alle verwachting dat je er iets over te zeggen hebt loslaat. Maar genoeg over mij.’ Ze haalde adem en reeg een vierkantje ravioli aan haar vork. ‘Hoe gaat het in het huisje?’

‘Echt heel goed,’ zei Cassandra. ‘Maar hoe meer ik doe, hoe meer ik besef wat er moet worden gedaan. De tuin is erg verwilderd en het huis zelf is een bende. Ik weet niet eens zeker of het bouwkundig wel deugt. Misschien moet ik een aannemer laten komen om er een blik op te werpen, maar daar heb ik nog geen tijd voor gehad. Er zijn zo veel andere dingen te doen. Het is allemaal heel…’

‘Overweldigend?’

‘Ja, maar ook opwindend.’ Cassandra zweeg even, nam een hap en proefde knoflookolie. ‘Ik heb iets ontdekt bij het huisje, Julia.’

‘Iets ontdekt?’ Haar stem schoot omhoog. ‘Zoals een verborgen schat?’

‘Als je van een groene en vruchtbare schat houdt,’ glimlachte Cassandra. ‘Het is een verborgen tuin. Een ommuurde tuin achter het huisje. Volgens mij is er al tientallen jaren niemand in geweest en dat is ook geen wonder. De muren zijn heel hoog en overwoekerd met braamstruiken. Je zou nooit raden dat die tuin daar was.’

‘Hoe heb jij hem dan gevonden?’

‘Eigenlijk bij toeval.’

Julia schudde haar hoofd. ‘Toeval bestaat niet.’

‘Ik had echt geen idee dat die tuin daar was.’

‘Ik zeg ook niet dat je dat wist. Ik zeg alleen dat die tuin zich misschien schuil heeft gehouden voor diegenen die hij niet wilde zien.’

‘Nou, dan ben ik erg blij dat hij zich aan mij heeft geopenbaard. Die tuin is ongelooflijk. Hij is helemaal overwoekerd, maar onder de braamstruiken groeien nog allerlei planten. Er lopen paden, er staan tuinzitjes en vogelhuisjes.’