‘Denk je dat ik nog lang aan hem blijf denken?’
‘Dat is aan jou. Als de tijd rijp is, je merkt zelf wel wanneer, sluit je het af. Je zet een streep onder je verleden en concentreert je op het heden en je toekomst. Ik denk dat je wat dat betreft al een paar grote stappen hebt gezet. Het verleden uitwissen gaat niet, maar je kunt er wel bewust voor kiezen je leven er niet meer door te laten beïnvloeden.’
Elin knikte en stond op.
‘Geef het nog wat tijd, Elin. Je doet het heel goed.’
‘Bedankt.’
‘Je weet me te vinden. Ik ben er voor je.’
+++
Toen ze thuiskwam, vond ze een briefje op de deurmat. Iemand had het onder de deur door geschoven. Ze vouwde het open en las:
+++
Elin, kom je vanmiddag even langs? Fred is jarig. Groet, Rogier.
12
Met rode wangen van de hitte zat ze in het appartement van Rogier op de bank. Haar vest had ze uitgetrokken en over een stoel gehangen. Bij binnenkomst had Rogier uitgelegd dat de verwarming voortdurend erg hoog stond ‘voor Fred, want dat vindt-ie lekker’. Elin had begrijpend geknikt en nam, terwijl Rogier in de keuken bezig was met koffie en taart, de tijd om eens goed rond te kijken. Het interieur was op zijn minst opmerkelijk te noemen. Op de vloer lag een felrood kleed dat bijna de hele woonkamer bestreek. Daarboven zweefde een hangmat die met touwen was bevestigd aan twee ijzeren ringen in het plafond. In de hangmat lagen twee vergeelde kussens en een smoezelige badhanddoek. Tegen de wand waren nog meer kussens opgestapeld, naast drie sinaasappelkistjes vol tijdschriften, boeken en dvd’s. In de hoek stond een kleine tafel met twee stoelen; op een van de stoelen lag een laptop. De tweezitsbank waar ze op zat, stond voor het raam. Fred was nergens te bekennen. Ook een terrarium ontbrak.
Rogier kwam de kamer in met op een dienblad twee mokken koffie en twee punten appeltaart. Hij zette het blad voorzichtig op de grond voor Elin en reikte haar een mok aan. ‘Wil je koffiemelk? Die heb ik niet,’ zei hij verontschuldigend.
‘Zwart is prima, dank je.’
Rogier ging naast Elin zitten, zo ver mogelijk in de hoek van de bank. Hij schraapte zijn keel, maar zei niets. Toen pakte hij zijn mok en probeerde de nog hete koffie te drinken.
‘Aardig van je dat je me gevraagd hebt op Freds verjaardag,’ zei Elin met een glimlach. ‘Waar is de jarige?’
‘In de kamer hiernaast. Hij heeft net gegeten en dan laat ik hem altijd even met rust. Ik zal hem zo wel halen.’
Weer een stilte. Hoewel ze nog niet eerder op de verjaardag van een leguaan was geweest en dus niet wist hoe het daar doorgaans aan toeging, had Elin wel meer mensen verwacht. Vrienden van Rogier, familie, buren. Maar ernaar vragen wilde ze niet. Misschien had hij geen familie en vrienden. Wat wist ze nu helemaal van Rogier? Hij leek een wat zonderlinge jongen met een voorliefde voor amfibieën. Verder reikte haar kennis niet.
‘Wat doe je eigenlijk?’ vroeg ze.
Rogier schrok op en slikte een grote slok koffie weg. ‘Hoezo?
‘Nou, wat doe je de hele dag? Studeer je?’
‘O, eh... nee. Ik ben gestopt.’
‘Werk je dan?’
‘Eh, ik moet nog iets zoeken, ja...’ Met een snel gebaar zette hij zijn mok op de grond. ‘Ik zal Fred even halen,’ en hij beende de kamer uit. Even later kwam hij terug met Fred op zijn schouder; de lange staart krulde onder Rogiers arm door over diens borst.
‘Wil je hem even vasthouden?’ vroeg hij Elin.
Verbaasd keek ze op. ‘Bijt hij dan niet?’
‘Nee, nu niet. Als je maar geen onverwachte bewegingen maakt. Hier.’ Met twee handen reikte hij haar de leguaan aan. Elin pakte het dier beet en hield het met gestrekte armen voor zich. Fred had zijn ogen half gesloten en liet zich de overhandiging rustig welgevallen. ‘Een mooi dier, hoor,’ zei Elin. ‘Hoe oud is hij?’
‘Vier jaar,’ zei Rogier trots. ‘Hij is hier geboren, daarom weet ik precies wanneer hij jarig is. Vandaag is hij vier. Al een jaar ouder dan de vorige.’
‘Had je er hiervoor ook een?’ vroeg Elin, die het dier op de grond zette en weer op de bank ging zitten.
‘Fred is mijn negende, en de beste tot nu toe,’ zei Rogier. Hij had Fred opgepakt en schuurde liefkozend met zijn wang tegen de kop van het dier.
Negen leguanen? Goed dat hij ze niet allemaal tegelijk houdt, dacht Elin. Eén leguaan kon ze nog wel aan. Fred leek een rustig dier en ze had, op die ene keer na, nooit last van hem gehad. Maar meer dan één zo’n beest vlak bij haar woning, daar moest ze niet aan denken. Was het eigenlijk überhaupt wel oké om een leguaan in een appartement te houden? Nou ja, dat gebeurde vast wel vaker en Rogier leek goed voor hem te zorgen.