‘Daniël,’ siste Elin.
Ze hoorde dat hij opstond en bij de deur ging staan.
‘Daniël!’ riep ze nog eens, wat harder.
‘Elin?’
‘Ja, ik ben het. Ik moet je spreken.’
‘Wat is er?’
‘Weet je nog dat ik zei dat je iets voor me kunt doen? Dat je me kunt helpen?’
‘Ja.’
‘Ik heb je nodig, Daniël.’
‘Dat is goed. Ik heb alleen de hele ochtend therapie en dan lunchen we gezamenlijk. Wacht je tot vanmiddag?’
‘Ik...’ Maar verder kwam ze niet. Aan het begin van de gang ging de deur open en de mollige man zond haar een niet mis te verstane blik. Ze schonk hem haar liefste lach en stak haar handen ter overgave in de lucht. Voor ze terugliep draaide ze snel haar hoofd naar Daniëls deur. ‘Ik wacht,’ fluisterde ze en een paar stappen verder hoorde ze nog net een zachte klop op de deur. Daniël had haar begrepen.
50
Na een preek over de reglementen van de kliniek en een strenge waarschuwing voor het geval ze nog eens iets van plan was, werd Elin door de mollige man naar buiten begeleid. Ze was in haar auto gaan zitten en wachtte. Het eerste uur was er niets te zien, maar naarmate de ochtend verstreek reden er steeds meer auto’s af en aan. Medewerkers, leveranciers en een enkele bezoeker passeerden haar auto. In het dashboardkastje vond ze een pak Sultana’s, ruim over de datum, maar nog best te verteren. Ze wachtte tot haar horloge half twee aanwees. Over een kwartier mocht ze Daniël bezoeken. Dat had ze afgesproken met de dame aan de telefoon die ze een paar uur geleden vanuit de auto had gebeld. Dit keer kon ze met een gerust hart aankloppen, haar afspraak stond in het planboek.
‘Mevrouw Van Driel, goedemiddag.’ De dame in mantelpak keek wat minder vriendelijk dan de vorige keren dat ze voor Elin de deur had geopend; haar collega had haar ongetwijfeld verteld wat er die ochtend was voorgevallen. Het kon Elin niets schelen. Zwijgend liep ze achter de vrouw aan naar de bezoekruimte, waar Daniël al op haar wachtte. Met een afwerend gebaar van haar hand liep ze hem voorbij naar de assistent, die zijn vertrouwde positie bij het raam al had ingenomen.
‘Ik zou Daniël graag in de bibliotheek spreken,’ zei ze tegen de man. ‘Dokter Verhoeven heeft gezegd dat dat mag. Kunt u ons daar nu naartoe brengen?’
De man leek te twijfelen. Hij keek van Elin naar Daniël en toen op zijn horloge. ‘Dat moet u eigenlijk vooraf melden.’
‘O, dat wist ik niet. Sorry, ik zal het de volgende keer zeker doen,’ zei Elin terwijl ze vriendelijk glimlachte en met haar hand een lok haar naar achteren streek.
Hij zwichtte. ‘Goed dan.’ Met een hoofdknik nodigde hij hen uit hem te volgen.
Elin had de bibliotheek nog niet eerder gezien, maar toen ze achter de assistent aan naar binnen liep, zag ze dat de ruimte eruitzag zoals ze had gehoopt. De bezoekruimte bood geen enkele gelegenheid om je af te zonderen of ook maar een woord te wisselen zonder dat de aanwezige medewerker je hoorde. Hier was dat anders. Vijf rekken met boeken stonden dwars op de muur van de grote rechthoekige ruimte, zodat er zes korte inloopjes waren ontstaan waarin je je, al was het maar even, aan het zicht kon onttrekken.
Ze zag dat de assistent zijn positie innam bij de deur en zelf liep ze naar het midden van de zaal. ‘Goh, wat een grote bibliotheek. Daar treffen jullie het maar mee. Best een behoorlijke collectie. Had je hier die dichtbundel van Shelley vandaan?’
Daniël liep achter haar aan en haalde zijn schouders op. ‘Ja, ik denk dat er nog wel meer van hem staat. Moeten we even bij de S kijken.’
Samen liepen ze een van de gangetjes tussen de boekenrekken in. Elin knipoogde naar Daniël en hij grijnsde terug, ze wist dat hij begreep wat haar bedoeling was. Tussen de rekken konden ze praten zonder dat de assistent hen zag of hoorde, maar om geen argwaan te wekken moesten ze er niet te lang blijven staan. Als ze af en toe een ander rek bezochten en zichzelf even lieten zien, zouden ze geen vreemde indruk maken. Aan een ander had ze dit zonder woorden niet uit kunnen leggen, maar ze kende Daniël en hij kende haar. Samenzweerderig legde ze een hand op zijn schouder.
‘Ik ben bij Verhoeven geweest,’ fluisterde ze.
Hij knikte.
‘Ik heb gevraagd of je mee mag op verlof naar mijn huis, maar hij vindt het niet goed.’
Ze zag dat hij kleurde en voelde opeens zijn hand op haar rug.
‘Wil je dat ik bij jou thuis kom?’ vroeg hij, en zijn ogen schitterden.
Ze knikte en stapte achteruit toen ze de assistent hoorde kuchen.
‘O ja, hier, zie je wel, een hele rij van Shelley,’ zei ze wat harder. ‘Heb je deze ook gelezen? Die kan ik je echt aanraden, erg mooi.’
Ze wenkte Daniël en nonchalant liepen ze om het rek heen het volgende gangetje in. Daar trok ze hem snel weer naar zich toe.