Jonathan zette zijn lege koffiemok op tafel. ‘Dat is een groot inzicht.’
Elin kleurde, en dit keer niet van de koffie. ‘Ja. Mag ook wel op mijn achtentwintigste, of niet?’ Ze lachte verlegen.
‘Hoe voel je je daarbij?’
‘Sterk. Soms bang. Maar ik heb ontdekt dat ik me vaak onnodig druk maak om dingen.’ Ze aarzelde even, maar besloot toch meer te vertellen. ‘Ik heb een lijst gemaakt met opdrachten voor mezelf. Dingen die ik moet doen om af te rekenen met alles wat me tegenhoudt. Om te worden wie ik wil zijn.’
‘Zooo.’ Jonathan floot zacht tussen zijn tanden. ‘Je gaat hard, Elin. Nu snap ik je paniek. De inzichten en veranderingen die jij beschrijft zijn genoeg voor een mensenleven, maar jij neemt er een paar maanden voor.’
‘Is dat fout?’
‘Dat heeft met goed of fout niets te maken.’
‘O, oké.’ Door het raam staarde Elin de tuin in, die er in het ochtendlicht minder somber uitzag dan daarstraks. ‘Het heft in eigen handen nemen, daar gaat het nu om. Ik heb een paar opdrachten achter de rug en ze gingen me goed af. Zo goed dat ik me bijna niet voor kan stellen waarom ik ze nu pas heb uitgevoerd. En waarom ik zo lang precies heb gedaan wat anderen me opdroegen. Als een marionet. Alles accepteren om maar geen ruzie te krijgen, om anderen maar niet te kwetsen. Anderen niet, maar mezelf des te meer. Dat ik dat niet zag! Onbegrijpelijk.’
‘Je hebt veel geleerd in korte tijd.’
Weifelend keek ze hem aan. ‘Ik zit dus op het juiste spoor? Dat vind jij ook?’
‘Wat je me nu vertelt, klinkt wijs. Je komt voor jezelf op en dat heb je lange tijd niet gedaan. In je relatie met Daniël heeft je ontwikkeling stilgestaan. Je zou kunnen zeggen dat je die periode van stilstand nu in versneld tempo inhaalt. Je stelt jezelf centraal in je eigen leven, dat kan ik alleen maar toejuichen. Je leven is van jou, lééf het dan ook zoals jij wilt.’
Jonathan schonk haar een warme blik die ze lachend beantwoordde. Ze kon haar geluk niet op en stond op van haar stoel om de lege mokken nog eens met koffie te vullen.
‘Super dat je dat zegt,’ zei ze stralend. ‘Ik dacht al wel dat ik goed bezig was, maar het is, zoals ik zei, zo nieuw voor me dat ik helemaal moet wennen aan mezelf en de dingen die ik durf.’
‘Dat is alleen maar begrijpelijk.’ Met een blik op de klok aan de muur, stond Jonathan ook op. ‘Maar nu moet je gaan, Elin. Mijn eerste cliënt komt zo en die heeft wel een afspraak.’ En met een knipoog wees hij naar de deur.
Elin pakte haar schoenen en haar jas die ze over de keukenstoel had gelegd. ‘Ontzettend bedankt. Ik ben heel blij met je woorden en ik beloof dat ik niet nog een keer onverwacht binnenval.’
‘Dat is je geraden! Je bent goed bezig Elin, ga zo door. Vertrouw op je eigen kracht, dat kan niet verkeerd zijn. En nu weg, hup!’
Grinnikend liep Elin door de hal naar de voordeur. Met een laatste zwaai nam ze afscheid en zette ze koers naar het station. Ze voelde zich zo licht als een veertje. Jonathans woorden hadden haar de bevestiging gegeven die ze zocht; ze was op de goede weg. De eerste drie opdrachten van haar lijstje had ze afgevinkt en daar mocht ze trots op zijn.
41
Het fietstochtje van het station terug naar haar appartement had haar goed gedaan. De koude lucht om haar hoofd friste haar op. Daarbij waren de woorden van Jonathan een enorme oppepper. Neuriënd liep ze de trap op. Ze had enorm zin om haar bergschoenen aan te trekken, naar het bos te rijden en een stevige wandeling te maken. In het theehuis naast het bos hadden ze de lekkerste warme chocolademelk met slagroom en die had ze wel verdiend. Een goed plan. Maar ze was nog niet boven of ze hoorde de bel gaan. Snel draaide ze haar deur open om op de intercom te kijken wie er voor de voordeur stond. Ze fronste haar wenkbrauwen toen ze haar moeder zag staan. Na het telefoontje waarin ze had gemeld niet langer naar het graf van haar vader te willen gaan, had ze haar moeder niet meer gesproken. Bewust niet: haar moeder was aan zet. Zij was flink tegen Elin uitgevallen en mocht dat eerst wel eens rechtzetten. Haar moeder drukte een tweede keer op de bel en opeens verscheen er nog een gezicht in het schermpje van de intercom. Een man die ze niet kende. Of nee, wacht eens, dat was Wim! Wat deden haar moeder en Wim zo vroeg al bij haar op de stoep? Zonder iets te zeggen, drukte ze op het knopje om de deur te openen. Ze bleef wachten totdat ze een klop hoorde op de deur van haar appartement, ze haalde diep adem, blies uit en drukte de klink omlaag.
‘Dag Elin... eh... ik ben met Wim... mogen we binnenkomen?’
Elin knikte en stapte achteruit om de twee te laten passeren. Bedremmeld. Dat was het woord. Haar moeder had bedremmeld geklonken. Weer eens iets anders. Ze was gewend aan een drukke, praatgrage moeder en in deze hoedanigheid had ze haar niet eerder gezien. Zelfs na de dood van haar vader had haar moeder ‘de moed erin gehouden’, zoals ze zelf voortdurend zei. Wat inhield dat ze alleen maar meer was gaan praten en nog meer hobby’s had opgepakt. Een manier om zich staande te houden, dat was duidelijk. Het had gewerkt, ze was overeind gebleven en nu, na vele jaren als weduwe door het leven te zijn gegaan, stond ze in het appartement van haar enige dochter met haar nieuwe partner Wim.