Home>>read De toneelclub free online

De toneelclub(39)

By:Nathalie Pagie


Ze schrok op van een harde klap, gevolgd door een luide mannenstem. ‘Hé! Wat moet dat daar?!’ Met een abrupte beweging draaide ze zich om en raakte daarbij met haar schouder de zijkant van het beeld. Het hoofd wankelde. Even leek het zijn positie te hebben hervonden, maar nee, na een paar tellen kantelde het zijwaarts en viel met een zachte plof in het bladerdek op de grond. Vanaf die plek zag het Jonathan naderen die, gehuld in badjas en slippers, zijn haren nat en ongekamd, over het grasveld op Elin afstormde. Vlak voor haar hield hij zijn pas in, hijgend van de korte sprint.

‘Elin?!’ Zijn verbazing klonk oprecht. ‘Wat doe jij nu hier?’ Hij keek naar zijn pols, waar nog geen horloge om zat. ‘Weet je wel hoe laat het is? Het is hartstikke vroeg!’ Hij keek om zich heen alsof hij nog meer mensen verwachtte, maar toen hij niemand anders zag, richtte hij zijn blik weer op Elin.

‘Elin. Zeg op, wat doe je in godsnaam op dit tijdstip in mijn tuin? Ben je helemaal gek geworden?’

Bedremmeld staarde Elin naar de grond. ‘Dat eh... dat wilde ik eigenlijk juist aan jou vragen,’ zei ze schoorvoetend.

‘Wat?’ Jonathan schudde zijn hoofd. ‘Wat vragen?’

‘Nou... of ik gek aan het worden ben.’

‘O.’ Jonathan rechtte zijn rug en trok met een koord de badjas wat strakker om zijn middel. Hij kuchte en vervolgde op iets mildere toon: ‘Of je gek aan het worden bent. Nou, dat zal wel meevallen, maar ik vind het niet normaal dat je voor dag en dauw in mijn tuin staat. Dat kan ik niet goedkeuren, Elin, dat begrijp je toch wel? Als je me iets wilt vragen, bel je me op, dan maken we een afspraak en dan kom je langs op de dag en het tijdstip van die afspraak. En niet zomaar onaangekondigd. Dat wil ik niet hebben, Elin. Dat doe je niet meer. Is dat duidelijk?’

Elin knikte.

‘Nou,’ Jonathan keek nog eens naar zijn pols, ontdekte dat zijn horloge nog steeds ontbrak en nam een besluit. ‘Laten we hier niet blijven staan, het is veel te koud. Je mag binnenkomen, we drinken een kop koffie en ik zal je vragen beantwoorden. Maar dat doe ik bij hoge uitzondering op deze manier! Ik kan dat niet genoeg benadrukken. Goed?’

Weer knikte Elin. ‘Ehm...’ ze wees naar het hoofd op de grond naast de sokkel. ‘Dat heb ik niet gedaan hoor, dat lag er al naast toen ik hier aankwam.’

Niet-begrijpend volgde Jonathan haar vinger naar de grond. Toen hij het hoofd zag en Elins beteuterde blik, kon hij een glimlach niet onderdrukken. ‘Dat weet ik, Elin, zo heb ik het gekocht. Het hoort zo.’

‘O,’ Elin durfde nu ook een voorzichtige glimlach te laten zien, waarna ze Jonathan volgde die met grote passen het gazon overstak op weg naar de warmte van zijn keuken.





40


De koffie in Jonathans keuken bracht de geruststelling die ze nodig had. Haar schoenen had ze op verzoek van Jonathan uitgetrokken. Nu zat ze met haar sokken op de verwarmde vloer aan de keukentafel met een dampende mok koffie in haar handen. De keuken was niet groot, maar bood voldoende ruimte voor een tafel waaraan je met vier man makkelijk zou kunnen eten. Jonathan stond aan het aanrecht en smeerde boterhammen met pindakaas, twee voor haar en twee voor hemzelf. Toen hij de borden op tafel zette en terugliep om ook zijn koffie te pakken, voelde ze de tranen in haar ogen prikken.

‘Dank je wel, Jonathan’.

Hij zei niets, nam plaats op de stoel tegenover haar en hapte in een boterham.

‘Vertel maar.’

Ze keek hem aan en lachte genegeerd. ‘Het is weg.’

Jonathan trok zijn wenkbrauwen omhoog. ‘Wat is weg?’

‘Het is weg. Vannacht kon ik niet slapen en moest ik gewoon naar je toe. Met jou praten en vragen of het wel goed is wat ik doe, of ik wel op de juiste weg zit. Ik wist het allemaal niet meer zeker en dat bracht me zó in de war, weet je? Er gebeurt de laatste tijd ook zo veel, allemaal dingen die goed zijn, denk ik, maar ook nieuw. Nieuw, onbekend. Ik ken mezelf soms niet meer en dat is raar, heel raar. En dus dacht ik, ik moet met je praten, want jij kent mij en jij kunt zeggen of wat ik doe goed is, of dat ik gek geworden ben.’

Met rode wangen van de koffie en de vloerverwarming keek ze hem aan.

‘En wat is er dan nu weg?’

‘Nou, dat gevoel, die paniek.’ Ze hief haar handen in de lucht. ‘Sorry dat ik zomaar je tuin binnen ben gelopen, zonder afspraak. Dat had ik niet moeten doen.’

Een paar minuten zaten ze zwijgend tegenover elkaar en dronken hun koffie.

‘Is er de laatste tijd zo veel gebeurd?’

‘Ja. Weet je, ik heb besloten dat ik geen slachtoffer meer wil zijn. Ik wil mijn leven leiden zonder rekening te houden met de wensen en verwachtingen en meningen van anderen. Ik ben erachter gekomen dat ik me liet domineren door... nou ja, door heel veel mensen eigenlijk. Dat had ik niet eens in de gaten, maar nu zie ik het! En kan ik het niet níet meer zien.’