‘Het gaat goed hoor, mam. Ik heb het hier zo naar mijn zin.’
‘Ja? Nou dat is toch geweldig? En op je werk?’
‘Daar gaat het ook goed. En had ik je al verteld dat ik de hoofdrol speel in een toneelstuk?’
‘Toe maar. Wie had dat een half jaar geleden nou gedacht? Toen zat je toch flink in de penarie, hè meisje? Heb je nog wat van Daniël gehoord, of van zijn ouders?’
‘Nee,’ loog Elin. De laatste ontmoeting met haar ex, drie dagen eerder, had onafgebroken door haar hoofd gespookt. Het beeld van de ontroostbare Daniël had haar niet losgelaten, maar had wel de plaats ingenomen van de maniakale Daniël. En daar was ze blij om. Haar angst verdween langzaam en daarmee viel een grote last van haar schouders. Ze voelde zich letterlijk lichter dan voor haar bezoek aan de kliniek. Bovendien sliep ze al drie nachten zonder pillen en dat stemde helemaal positief. Maar ze zou het die dag met haar moeder niet over Daniël hebben, dat was niet nodig. Ze had afscheid genomen en kon een punt gaan zetten achter het hele drama. Daarmee had ze exact bereikt wat ze voor ogen had toen ze Jonathan vroeg wat hij van het idee vond Daniël nog eens op te zoeken. Dat het bezoek anders was verlopen dan ze verwacht had, deed daar niets aan af. Het boek was dicht. En aan de opluchting die dat met zich meebracht, kon ze zeker wennen.
‘En dan nog iets...’ Haar moeder keek opeens nerveus. ‘Ik wilde er eigenlijk tijdens de lunch pas over beginnen, maar laat ik het nu maar doen.’ Ze pakte een zakdoek uit haar tas en streek ermee langs haar neus.
‘Ik ben naar de dokter geweest omdat ik de laatste tijd zo vaak duizelig werd. Echt heel akelig. En nu hebben ze mijn bloeddruk gemeten en die blijkt veel te hoog te zijn.’ Ze snifte. ‘Ik heb pillen gekregen, maar de dokter zegt ook dat ik het rustiger aan moet doen.’
‘Oké,’ zei Elin, ‘dan moet je naar de dokter luisteren, mam. Dóé het rustiger aan. Je bent geen achttien meer.’
‘Nee, dat weet ik ook wel. Maar de dokter vroeg wat ik allemaal deed in de week en toen kwamen we op papa... Je weet dat ik iedere zondag verse bloemen ga brengen, al bijna achttien jaar. Dan maak ik de steen schoon en vorige week heb ik bladeren geraapt. Maar om de een of andere reden heb ik het daar de laatste tijd zo zwaar mee. Ik word weer ontzettend emotioneel, net als in de beginjaren. Ik weet niet waar het vandaan komt, maar zondag ook, kwam ik helemaal over mijn toeren thuis. En nu zegt de dokter dat ik er maar niet meer naartoe moet gaan, tenminste niet zolang ik het er zo moeilijk mee heb. Maar dat kan toch niet, Elin? Dat graf moet toch onderhouden worden? En wat zou papa wel niet denken als er opeens niemand meer komt? Dat mag toch niet gebeuren? Nou, en toen dacht ik aan jou...’ Ze keek Elin schuin aan en pakte haar hand. ‘Wil jij niet een tijdje op zondag naar het graf om het te verzorgen? En neem je dan een bloemetje mee? Dat zou zo veel voor me betekenen. En voor papa ook.’
Elin slikte. In de achttien jaar dat haar vader dood was, had ze zijn graf misschien zes keer bezocht. Ze vond het vreselijk. Het kerkhof en het graf van haar vader herinnerde haar aan zijn ziekbed en zijn laatste weken, waarin hij zo veel pijn had geleden. Als haar moeder vroeg of ze met haar meeging naar het graf, had ze het bijna altijd af kunnen wimpelen. Ze herdacht haar vader liever op een vrolijker manier. Door te luisteren naar de muziek die hij zo mooi vond, van Elvis en Johnny Cash. Of door foto’s te bekijken van de vakanties die ze samen hadden doorgebracht. Ze moest er niet aan denken om iedere zondag naar het kerkhof te gaan. De treinreis ernaartoe alleen al zou haar anderhalf uur kosten.
‘Nou mam...’
‘Het hoeft natuurlijk niet voor altijd,’ ratelde haar moeder door. ‘De dokter wil eerst kijken hoe de medicijnen aanslaan. Als ik die pillen slik en ik doe het echt rustiger aan, kan mijn bloeddruk over een maand of drie alweer in orde zijn. Als jij nou die drie maanden dat graf onderhoudt, is dat voor mij al zo’n zorg minder. Kunnen we daarna altijd nog zien hoe we het verder afspreken. Is dat goed, Elin? Doe jij dan die drie maanden?’
‘Eh... nou... drie maanden zou misschien wel lukken...’
‘O, wat vind ik dat fijn, schat!’ Haar moeder trok haar naar zich toe en hield haar hoofd even tegen Elins wang. Daarna schoot ze overeind. ‘Nu dan toch koffie! Jij ook lieverd?’ En neuriënd liep ze de keuken in.
Die avond lag Elin, geheel volgens haar eigen voorspelling, met bonkende hoofdpijn in bed. Ze had verwacht dat die tegen het eind van de middag in zou zetten, maar eigenlijk was de pijn al begonnen toen ze voor haar moeders smeekbede was gezwicht. Ze was kwaad en kon het niet uitstaan dat ze zich weer eens had laten overhalen tot iets waar ze als een berg tegen opzag. Maar tegelijkertijd wilde ze de hoge bloeddruk van haar moeder niet op haar geweten hebben. Nu zat ze drie maanden lang vast aan een wekelijks grafbezoek. Ze vloekte hartgrondig en stopte haar hoofd onder haar kussen.