Elin knikte. ‘Ja, daar heb ik aan gedacht. Maar niets wat hij kan zeggen zal meer pijn doen dat wat hij al gezegd en gedaan heeft.’
Jonathan wreef met zijn hand over zijn gezicht. ‘Wat wil je hem vragen?’
Daar hoefde ze niet over na te denken. ‘Waarom? Waarom is hij zo geworden? We hadden het toch goed? Dat vond hij toch ook? Heb ik iets fout gedaan? Wat dan? Waarom deed hij wat hij deed?’ Als vanzelf rolden de vragen uit haar mond. ‘Ziet hij zelf in wat hij gedaan heeft? Heeft hij er spijt van?’ Ze slikte haar opkomende tranen weg. ‘Heeft hij er spijt van?’ zei ze nog eens.
Jonathan keek haar aan, zijn blik vol medeleven. ‘Je weet waar hij zit. Neem contact op met zijn behandelend arts en vertel hem wat je mij verteld hebt. Hij zal dan beoordelen of je op bezoek mag komen.’
Elin stond op. ‘Ja, dat ga ik doen.’
‘Veel succes. Ik hoor graag hoe het verder gaat.’
21
Zend. Klaar. Pfff. De mail was verzonden, nu kon ze niet meer terug. Dokter Verhoeven, de behandelend arts van Daniël in de Valkenberg Kliniek, had haar die ochtend vriendelijk te woord gestaan. Hij vond het goed dat ze Daniël kwam opzoeken. Meteen morgen al. Nog even had ze gehoopt dat het hele verhaal niet door zou gaan, dat de kliniek geen bezoekers toestond zodat ze haar plan moest cancelen en haar ex niet onder ogen hoefde te komen. Maar ze wist dat dat een vlucht zou zijn. Ze moest hem zien om een punt te zetten achter hun gezamenlijke verleden, daarvan was ze na haar gesprek met Jonathan overtuigd. Wat dat betreft was het juist goed dat ze er morgen al heen kon. Hoe eerder ze Daniël zag, hoe eerder ze het boek kon sluiten. Dokter Verhoeven had haar verzocht in een e-mail te benoemen wat ze met het bezoek hoopte te bereiken en wat haar vragen waren. Die mail had ze net verstuurd. Morgen zou ze eerst de dokter spreken en daarna kon ze Daniël zien. Tot voor kort had ze zich niet voor kunnen stellen dat dit nog eens zou gebeuren. Vreemd hoe snel dingen kunnen veranderen. Net als je denkt dat je alles op de rit hebt, gebeurt er iets wat de boel weer op zijn kop zet.
Toen ze net samenwoonden, kon ze haar geluk niet op. Samen gingen ze op zoek naar mooie meubels en gordijnen. Geld was geen probleem; Daniëls vader leverde een fikse bijdrage. Compensatie voor zijn jarenlange afwezigheid, noemde Daniël het. Maar hij nam het geld graag aan zodat ze zich samen te buiten konden gaan aan een overvloed aan keukenspullen in een luxe kookwinkel. Ze maakte plannen om samen kookles te nemen, de lekkerste recepten te verzamelen en etentjes te organiseren voor vrienden. Met vis, schaal- en schelpdieren en de wijnen waar ze allebei dol op waren. Het vooruitzicht leek veelbelovend, maar uiteindelijk was er niet veel van terechtgekomen. Ze herinnerde zich welgeteld één etentje met vrienden van Daniël. Toen dat laat op de avond eindigde in ruzie omdat een van zijn vrienden volgens Daniël meer aandacht schonk aan Elin dan aan het eten, vielen alle mooie voornemens in duigen. Misschien had ze toen al op moeten stappen, dacht Elin nu. Maar dat was wijsheid achteraf. Toen kon ze nog niet weten dat zijn misplaatste jaloezie onvoorstelbare proporties zou aannemen.
Achteraf bezien was ook hun tripje naar Parijs om te vieren dat ze een jaar samenwoonden, een teken aan de wand geweest. In de lift in de Eiffeltoren had hij haar er op de eerste verdieping al uit getrokken om de weg naar het tweede platform via de trap te vervolgen. Ze snapte er niets van, maar pas toen ze hijgend boven aankwamen en ze bleef vragen waarom hij niet meer in de lift wilde, zei hij stug dat er te veel mannen in de lift hadden gestaan en dat hij er niet tegen kon dat ze haar aanstaarden. Een man achter haar zou zelfs aan haar haren hebben geroken, hij had het duidelijk gezien. ‘Ik was hem bijna aangevlogen,’ had Daniël gezegd, daarom leek het hem beter uit te stappen en de trap te pakken. Elin vond het raar, maar ergens ook romantisch. Het had toch wel wat als een man je zo zeer wilde beschermen en wilde voorkomen dat je lastiggevallen werd. Ze had zelf totaal niets gemerkt van mannen die haar hadden aangestaard, laat staan dat ze aan haar gesnuffeld zouden hebben, maar misschien had ze gewoon niet goed opgelet en was Daniël alerter. Daar was toch niets mis mee? Vooral niet in een vreemde stad.
Goedpraten, dat had ze jarenlang gedaan. Zijn vreemde gedrag verklaard. Logisch gemaakt wat welbeschouwd helemaal niet logisch was. Ze was er zeer bedreven in geraakt. Omdat hij de eerste en enige man was van wie ze hield, en om de lieve vrede te bewaren. Als hij niet verder was doorgeslagen, waren ze misschien nog steeds wel bij elkaar geweest. Maar zo was het niet. Hij was wel doorgeslagen en had daarmee het einde van hun liefde en hun leven samen geforceerd. Hij had haar leven op zijn kop gezet, en het was aan haar dat weer vlot te trekken.