‘Wie? Laurent?’
‘Hij lag gewoon met een ander wijf in bed! In ons bed! De vuilak.’
‘Dat meen je niet.’
‘Ja, en het was niet eens de eerste keer! We hebben gepraat en hij vertelde dat hij verliefd op haar was en eigenlijk ook een relatie had met haar. En weet je wat-ie vroeg?’ Pascalles stem schoot omhoog van verontwaardiging.
‘Nou?’
‘Of ik dat niet kon accepteren! Dat hij er twee vriendinnen op nahield. Omdat-ie dan zo gelukkig was. Wat denkt-ie wel? Wat een hufter!’
‘Sjezus, wat erg,’ zei Elin, ‘en ben je toen op de trein gestapt?’
‘Ja, ik heb mijn spullen gepakt en ben weggegaan. Met de Thalys naar Brussel en met de trein hierheen. Mag ik vannacht hier blijven, Elin?’
‘Natuurlijk. Blijf maar zolang je wilt. Wil je wat drinken? Heb je eigenlijk al gegeten?’
‘Nee, maar dat ziet er wel heel lekker uit,’ zei Pascalle, wijzend op het bord pasta dat Elin op tafel had gezet.
‘Neem maar. Dan schenk ik een wijntje voor je in, dat kun je wel gebruiken.’
‘Weet je het zeker?’
‘Ja, ik neem wel een boterham,’ zei Elin met iets van spijt in haar stem. Ze keek toe hoe haar vriendin aanviel op het bord pasta en pakte een fles rode wijn uit de kast. Ze was blij Pascalle te zien, al was het onder deze omstandigheden. Eindelijk een vertrouwd iemand om mee te praten. Iemand die haar kende en bij wie ze zichzelf kon zijn. Ze kon bijna niet wachten om Pascalle te vertellen over haar nieuwe leven. Maar dat kwam later. Het was eerst belangrijk Pascalle weer op de been te helpen. Zou die omgekeerd niet precies hetzelfde doen voor haar?
17
Zaterdagavond stonden ze als vanouds samen voor de spiegel. Elins slaapkamer was een grote puinhoop. Overal slingerden schoenen en kleren, op de vloer lag een lege fles wijn en voor de passpiegel stond een bonte verzameling make-up en parfumflesjes. Beyoncé schalde door de kamer. ‘I’m a survivor, I’m gonna make it, I will survive, keep on survivin’...,’ zong Pascalle luidkeels mee. Ze was al aardig opgeknapt. Een paar avonden achter elkaar hadden ze tot in de kleine uurtjes zitten praten. Over Laurent en Parijs, maar ook over Elins nieuwe start. Het had Pascalle goed gedaan. Van het verdrietige vogeltje dat een halve week geleden op Elins stoep had gestaan, was niets meer over. Baldadig keek ze naar zichzelf in de spiegel, trok haar shirt wat verder naar beneden zodat haar decolleté nog beter uitkwam, en stiftte haar lippen vurig rood. ‘Ze zullen weten dat we er zijn, vanavond!’ riep ze naar Elin, die in de keuken een nieuwe fles wijn opende.
‘Joehoe!’ joelde Elin terug. Ze verheugde zich erop met Pascalle de stad in te gaan. Het was echt te lang geleden. Het zou alleen fijner zijn als ze niet zo moe was. De avondjes met haar vriendin waren gezellig geweest, maar Pascalle kon blijven liggen en een gat in de dag slapen, terwijl Elin naar haar werk had gemoeten. Ze voelde zich al lichtelijk aangeschoten en wist dat dat aan haar slaapgebrek te wijten was. Van twee wijntjes merkte ze normaal gesproken niets. Maar goed, morgen had ze de hele dag om bij te slapen, dacht ze, en schonk de twee glazen nog eens vol.
Drie kroegen en vele glazen later vond Elin het mooi geweest. ‘Kom dame, we gaan een taxi zoeken want ik heb geen zin om dat eind nog te lopen,’ zei ze tegen Pascalle terwijl ze haar arm vastpakte.
‘Nee! We gaan niet naar huis hoor. Ik wil nog dansen!’ riep die verontwaardigd uit. ‘Nog heel eventjes maar Elin, toe,’ zei ze en ze trok een pruillip. Ze zag Elin twijfelen en deed er nog een schepje bovenop: ‘Zo vaak ben ik niet in Nederland.’
‘Da’s waar, vooruit dan. Maar we drinken niks meer, anders gaat het echt fout.’ Maar Pascalle hoorde haar niet meer en rende zo goed en kwaad als het op haar hoge hakken kon al vooruit naar Bubbles, de populairste discotheek in de stad.
Binnen was het klef warm en het snoeiharde volume van de muziek deed de vloer trillen. Elin volgde Pascalle die zich tussen de mensen door naar de dansvloer probeerde te wurmen en nam zich voor niet langer dan een half uur te blijven. Ze hield niet van dansen en kwam dan ook niet graag in een discotheek, in een kroeg voelde ze zich veel meer op haar gemak. Pascalle had de dansvloer bereikt en begon met een stralende blik uitbundig te dansen. Mensen naast haar keken eerst geërgerd om, maar lachten toen ze Pascalles enthousiasme zagen. Elin grijnsde en gebaarde naar Pascalle dat ze drankjes ging halen aan de bar.
Met twee spa rood in haar handen keek Elin naar de deinende menigte. Pascalle had een danspartner gevonden, en wat voor een... Elins mond zakte open toen ze zag wie het was: John. Haar vriendin stond met haar baas te dansen! Wat deed hij nou hier? En met wie? Ze keek rond, maar zag niemand die bij John leek te horen. Was hij hier alleen? Toch vreemd. Ze probeerde Pascalles blik te vangen, maar die stond met haar ogen dicht uit haar dak te gaan. Ernaartoe lopen was geen optie; Elin had geen zin in een geforceerd gesprekje met John, midden op een dansvloer vol aangeschoten lui. Het was trouwens maar de vraag of John in was voor een gesprekje met haar, bedacht ze toen ze zijn handen langs Pascalles lichaam zag glijden. O nee, Pascalle vond het nog leuk ook. Ze draaide haar rug naar John en danste verder, dicht tegen hem aan. Nou ja dansen, dat was niet helemaal de bewoording voor de bewegingen die gemaakt werden. Ze zag dat John iets in Pascalles oor fluisterde. Die keek hem verrast aan en knikte. Samen liepen ze de dansvloer af, langs Elin, naar de toiletten. Elin volgde op een afstandje. Toen ze de hoek om kwam, zag ze nog net dat John een van de deuren van de damestoiletten sloot. Oké, dacht Elin, wat nu? Op de deur kloppen? Buiten wachten? Of een taxi pakken en naar huis gaan? Ze had in ieder geval geen zin hier in haar eentje te blijven staan. In stilte vervloekte ze haar vriendin. Ze waren toch samen op pad? Ze zoekt het maar uit, dacht Elin en ze liep naar de garderobe om haar jas te pakken. Plots werd ze zo ruw opzij geduwd dat ze struikelde en op de grond lag voor ze er erg in had. ‘Hé!’ riep ze en ze keek op naar de man die doorrende zonder op of om te kijken. Het was John. Hij hield zijn ene hand voor zijn gezicht en met de andere hand duwde hij iedereen opzij die hem in de weg liep. Hij stoof naar buiten en verdween in de nacht.