Home>>read De storm free online

De storm(59)

By:Krystyna Kuhn


Het volgende moment stond Chris naast Benjamin en trok hij de foto uit zijn hand.

‘Dat is hij toch?’ vroeg Benjamin. Hij wees naar een lange, slanke jongen met donker haar, die samen met vier andere jongens op een stenen muur zat met op de achtergrond het schoolgebouw. Chris herkende het gebouw aan de stenen, met klimop begroeide toegangspoort en het ronde plein met esdoorns.

De foto moest afkomstig zijn uit de tijd waarin ook de film was gemaakt. Hij deed denken aan een van de reclamefolders die colleges aan studenten stuurden. Een indrukwekkend gebouw in een bijna sprookjesachtig landschap, met op de achtergrond de meer dan drieduizend meter hoge Ghost. En daarvoor de vrolijke, hoopvolle gezichten van enthousiaste jonge mensen die gelukkig waren omdat ze waren uitgekozen om in deze kennistempel de basis van wijsheid te mogen leren. In de werkkamer van Chris’ vader hadden net zulke foto’s gehangen, maar dat leek inmiddels oneindig lang geleden.

Hij snapte het niet. Ondanks het lawaai dat de wind nog steeds maakte, kon Chris zijn hart horen bonken en de enige mogelijkheid om lucht te krijgen was schreeuwen: ‘Snappen júllie het? De foto’s, de films, de berg! Ik snap het niet! Ik snáp het gewoon niet!’ Hij stak zijn armen in de lucht. ‘Wat heeft Julia hier verdomme mee te maken?’

Ze staarden hem aan. Hallo, begrepen ze het verband niet?

‘Hoe kom je erbij dat zij er iets mee te maken heeft?’ vroeg Benjamin. ‘Daar heeft ze toch nooit iets over gezegd?’

Dat was het nu net: ze had nooit iets gezegd.

‘Geen idee!’ Chris ijsbeerde door de kamer. ‘De manier waarop ze op de film reageerde was niet normaal! Er is iets met haar waardoor ik het gevoel heb dat ze iets voor me verzwijgt.’ Hij ging niet verder, omdat hij besefte dat Julia hetzelfde over hem kon zeggen.

Ben schudde zijn hoofd. ‘Alles kan toch niet op die groep studenten terug te voeren zijn?’ vroeg hij.

Chris luisterde niet meer. Hij voelde zijn mobiel tegen zijn dijbeen vibreren en even later klonk de melodie van ‘High Noon’. Hij pakte de telefoon uit zijn zak en had zijn vinger al op de knop om het gesprek weg te drukken, toen hij aarzelde. Het was een onbekend nummer. Normaal gesproken zou hij niet opnemen, maar in deze zee van onzekerheid en wanhoop leek elk telefoontje een reddingsboei. Hij nam op, terwijl zijn hart zo hard bonkte dat hij moeite had iets te verstaan.

‘Chris?’ En daarna nog een keer, harder: ‘Chris!’

Hij hoorde niet alleen zijn naam, maar ook de angst in de stem die de afgelopen maanden zo vertrouwd voor hem was geworden. Het was Julia.

‘Chris, hoor je me?’

Julia’s stem echode onnatuurlijk hard en dof, alsof die van heel ver weg kwam, alsof het minuten duurde voordat haar woorden hem bereikten.

‘Julia, waar ben je?’ riep hij.

‘Je moet komen!’ riep ze, alsof ze hem ervan moest overtuigen dat het om leven en dood ging.

Zijn ogen zochten een rustpunt, een punt waaraan hij zich kon vasthouden. Hij staarde naar de foto in Benjamins hand. Alfa en omega. Begin en eind. Tussen deze foto en de plek waar Julia zich nu bevond, bestond een lijn, een verbinding. Dat moest hij geloven, dat moest hij in zijn hoofd prenten. Alleen dan was het mogelijk om rustig en helder te denken.

‘Vertel me wat er aan de hand is.’

‘Hij… Hij houdt ons hier vast. Als ik niet doe wat hij zegt, dan vermoordt hij… dan vermoordt hij Debbie. Dat heeft hij gezegd en ik geloof hem.’

‘Waar ben je?’

Heel even leek de verbinding te zijn verbroken. Chris vloekte zachtjes. Niet overal op het schoolterrein was de ontvangst goed, en door De storm- was het netwerk misschien overbelast en deels uitgevallen.

‘Julia, hoor je me?’

‘Wat is er aan de hand?’ hoorde hij Rose fluisteren.

Chris schudde zijn hoofd en stak zijn hand op toen hij Julia’s stem weer hoorde.

‘Hij… is helemaal…’ Haar woorden eindigden in gekraak: ‘… sta – pel – gek – ge – wor – den.’ Daarna stopte haar stem zo abrupt dat hij dacht dat de verbinding verbroken was. Hij haalde zijn mobiel van zijn oor en keek naar het groenglanzende display. De ontvangst werd minder.

‘Waar zijn jullie, Julia?’

Hij hield het toestel weer tegen zijn oor, nog net op tijd om haar laatste woorden te horen voordat het gekraak weer begon.

‘We zijn in het zwembad. Je moet alleen komen!’

Het gesprek was afgelopen. Chris had het gevoel dat het bericht dat hij net had gekregen een stopwatch was die terugtelde. En dat terwijl hij niet eens wist hoeveel tijd hij nog had.





26





Chris legde Rose en Benjamin in het kort uit wat Julia had gezegd. Terwijl hij aan het woord was hoorde hij de antieke staande klok in professor Brandons werkkamer tikken alsof alleen de tijd bestand was tegen de verwoesting om hen heen. Zijn zenuwen raakten met elke scherpe, kleine tik waarmee de secondewijzer opschoof meer gespannen. Chris, die de hele dag al met het lawaai van De storm- en de wervelende sneeuw was geconfronteerd, begreep langzamerhand wat dat betekende: De storm- was afgenomen. En het zachte tikken, dat geen moment stopte, deed denken aan morseseinen die voortdurend dezelfde boodschap uitzonden: geen tijd te verliezen! Geen tijd te verliezen!