Ze bogen zich naar het beeldscherm toe. Chris zag niets. Alleen duisternis. Hoge muren. Een hek.
‘Daar is toch iets?’ zei Rose. ‘Dat is Debbie!’
Chris staarde naar de monitor. Het beeld was vaag en korrelig, maar hij wist dat Rose gelijk had. Hij herkende Debbie aan haar loopje en het beige jack dat ze vanochtend ook had gedragen.
‘Waar is dat, Ben?’
‘Ergens buiten.’
‘Kun je wat preciezer zijn?’
Benjamin zoomde in.
Chris zag links een plat dak en daarnaast een dak waarop een meter sneeuw lag. ‘Dat is het sportcentrum!’ riep hij. ‘Verdomme, kan dat niet sneller?’
‘Het systeem bepaalt de snelheid,’ antwoordde Benjamin, maar hij klonk ook alsof hij elk moment zijn geduld kon verliezen.
Chris staarde ingespannen naar het beeldscherm. Het was net of zijn hersenen het beeld met een razende snelheid scanden, het steeds verder vergrootten, tot…
‘De passage!’ riep hij. ‘Dat is de passage tussen het sportcentrum en de bungalows van de docenten!’
Debbie was nu heel duidelijk zichtbaar op het beeldscherm. Het was net of ze wist dat ze geobserveerd werd. Ze keek opzij en streek het natte haar naar achteren. Chris las verwarring, angst en woede op haar gezicht.
‘Wat doet ze daar?’ hoorde hij Rose vragen, maar Chris en Benjamin hadden allebei geen antwoord op die vraag. Zwijgend zagen ze hoe Debbie moeizaam de met sneeuw bedekte treden beklom. Treden die Chris daarnet ook op gelopen was. En om niet uit te glijden omklemde haar hand dezelfde smeedijzeren leuning die Chris een halfuur geleden had vastgehad. Er was geen twijfel mogelijk: Debbie stond op de trap van professor Brandons huis.
Fouten kunnen dodelijk zijn, dacht hij. Ook als je geloofde dat je het enige juiste deed.
25
Toen Chris de voordeur van Brandons huis openduwde, voelde hij dat er iets veranderd was. De koude, vochtige lucht kwam hem tegemoet. Zijn hartslag versnelde en hij hield zijn adem in, terwijl zijn vingers over de muur tastten op zoek naar de lichtschakelaar. Hij kromp in elkaar toen hij iets nats tegen zijn hand voelde. Haastig drukte hij de schakelaar naar beneden. Het licht ging aan en hij week geschrokken achteruit.
De vloer en zitkamer waren een chaos. Het raam in de werkkamer had De storm- niet overleefd. De deur naar de gang stond open en De storm- blies witte A4-vellen in zijn richting. Een dunne laag sneeuw bedekte de vloer.
Ben keek om zich heen. ‘Ik neem de bovenverdieping,’ riep hij.
Rose knikte. ‘Ik controleer het achterste deel.’
Chris lette nauwelijks op hen, maar liep meteen rechtdoor naar de werkkamer. Het vuur in de open haard was uit. Boeken waren uit de kasten gevallen en het glas dat op het bureau had gestaan was gebroken. De windstoten waren nog steeds zo hevig dat Chris het gevoel had dat de houten vloer onder zijn voeten vibreerde.
Niets, maar dan ook helemaal niets wees erop dat hier iemand was. Hoewel er regelmatig stoten en slagen tegen de muren te horen waren, leek het huis verlaten.
Chris staarde naar de chaos. Hij wist niet hoe lang hij daar had gestaan toen Rose achter hem langs liep. ‘Niets,’ zei ze, en ze keek om zich heen. ‘De keuken en de zitkamer zijn leeg.’
‘De slaapkamer en de badkamer ook,’ vulde Benjamin aan.
Rose sprak uit wat Chris dacht: ‘Julia is hier niet, Chris.’
Stel dat het te laat was? Te laat waarvoor? Om Julia te redden. Als hij maar wist waarvan. Misschien kon hij dan de juiste beslissing nemen, misschien was deze hele dag dan anders verlopen. Vanuit zijn ooghoeken keek hij naar Benjamin, die naar een van de boekenkasten liep en de doos met Super 8-films pakte.
‘Kennis,’ hoorde hij zijn vader zeggen. ‘Neem je beslissingen niet op gevoel, niet met je verstand, maar op basis van kennis.’
Chris voelde de behoefte om te schreeuwen. En wat als die kennis ontbreekt, superdad? Als je er geen flauw idee van hebt wat er aan de hand is? Als je overgeleverd bent? Wat dan, pap, wat dan?
Dan gebeurt er misschien iets wat je de juiste weg toont, zou zijn vader zeggen.
Chris schudde langzaam zijn hoofd. Nee, pap, dat is niet bepaald een hoopgevende optie.
‘Hé, kom eens hier.’ De stem van Rose haalde hem uit zijn gedachten. Ze hield een zilveren fotolijstje omhoog dat door De storm- op de grond was gesmeten. Het glas was gebarsten.
Chris draaide zich om en wilde al weglopen, toen Benjamin hem riep. ‘Wacht, Chris! Dit moet je zien.’
Hij wierp er een korte blik op en toen hij niets interessants zag, liep hij naar de gang.
‘Ik heb geen tijd, ik moet Julia zoeken.’ Hij hoorde dat zijn stem merkwaardig klonk, alsof hij in trance was.
‘Nee, luister! Wist je dat Brandon student aan Solomon College is geweest? Heeft hij dat ooit verteld?’ riep Benjamin.