De storm(55)
Lijst 144 – Bijwerkingen:
1. aanvallen van hevige honger
2. slaapstoornissen
3. nachtmerries
4. plotselinge sterke transpiratie
5. duizeligheid
Er was maar één mogelijkheid. Ze moest naar hem toe gaan en zeggen dat hij niet bang hoefde te zijn. Niemand zou ooit iets van haar te horen krijgen. Ze zou zwijgen als het graf.
24
Chris hield de sleutelbos stevig in zijn hand. Hij had er geen idee van of Steve een rol had gespeeld bij de gebeurtenissen van vandaag en welke dat dan was. Het feit dat Brandon ergens in de vallei was, had hem flink in verwarring gebracht.
‘Laat me los!’ Hij probeerde woedend uit Steves greep los te komen.
‘Hé, ik moet weten wie waar is, dus hou me niet voor de gek. Je bent niet voor je lol buiten.’
Er was geen tijd voor uitleg. Voor argumenten. Op dit moment hield Chris zich alleen bezig met de vraag of Julia veilig en gezond in haar appartement was.
‘Bemoei je met je eigen zaken!’ riep hij.
‘Alles wat op het schoolterrein gebeurt, hoort bij mijn zaken!’
De man voor hem straalde een arrogantie uit die hij aan zijn uniform ontleende. Een windstoot sloeg in Chris’ gezicht.
‘Weet je eigenlijk wel wat er hier allemaal gebeurt?’
‘Inderdaad,’ siste de bewaker, en plotseling waren alle jovialiteit en kalmte uit zijn stem verdwenen. ‘Kleine klootzakken zoals jij die buiten rondlopen in een storm die al meerdere mensenlevens heeft geëist. Als een van jullie genieën iets overkomt, word ik daar verantwoordelijk voor gehouden.’
Chris hoorde nauwelijks wat de ander zei. ‘Je hebt toch een pistool?’ riep hij. ‘Dat moet ik hebben!’
‘Ben je stapelgek geworden?’ Steve pakte Chris’ schouder steviger beet. ‘Heeft De storm- je waardevolle hersens aangetast? Moet ik je mijn pistool geven? Heb je te veel actiefilms gezien? Of wil je me misschien neerschieten, ventje?’
Het was een mogelijkheid die Chris door de enorme woede die in hem kolkte niet eens uitsloot.
‘Heb je je collega inmiddels gevonden?’ riep hij. ‘Nee, hè? Dat gaat ook niet lukken.’
‘Wat heeft dat nu weer te betekenen?’
‘Misschien moet je naar de derde kelderverdieping gaan en bij de douches kijken!’
De greep rond zijn schouder verslapte en er gleed een schaduw over Steves gezicht. ‘Bij de douches?’ vroeg hij gespannen.
‘Ja, bij jullie lockers. Daar is je collega. Als je hem ziet, begrijp je ondanks die plastic hersens in die Texaanse dikke kop van je misschien ook wat er aan de hand is. Dat De storm- een briesje is vergeleken met wat er in de vallei gebeurt. Je hebt er geen flauw idee van wat er aan de hand is in het gebouw dat jíj blijkbaar zo goed bewaakt!’
Steve liet hem los en Chris maakte gebruik van de verrastheid van de bewaker door zich om te draaien, de sleutel in het slot te steken en de deur open te duwen. Voordat de bewaker hem kon tegenhouden, was hij in het gebouw en sloeg hij de deur zo hard mogelijk dicht.
Chris liep door de ontvangsthal en haastte zich met enorme stappen de trappen op naar de tweede verdieping, waar Rose vertwijfeld naar hem toe kwam lopen.
‘Julia!’ riep ze vanuit de verte naar hem. ‘Ik heb haar overal gezocht. Ze is verdwenen.’
Toen hij in haar ogen keek en daarin datgene las waar hij de hele tijd bang voor was geweest, verstarde hij één moment. Het gevoel van dreiging. Het ongrijpbare vermoeden. De onwetendheid. De storm- woedde in de vallei, maar tegelijkertijd voelde Chris zich machteloos, wat hij haatte.
Chris probeerde niet toe te geven aan de doffe angst die onder de oppervlakte van zijn bewustzijn loerde. Hij concentreerde zich erop gelijkmatig adem te halen, gewoon alleen adem te halen. Pas toen Rose zijn naam noemde, viel de starheid eindelijk van hem af. Zwijgend duwde hij haar opzij en rende door de gang. De deur van appartement 213 stond wijd open.
Julia’s kamer was leeg, op Ike na, die nog steeds op de vloer voor haar bed lag. Iemand had een dik verband rond zijn poot gewikkeld. Naast hem lagen de bloeddoordrenkte deken en handdoeken, in een hoek het gekreukte douchegordijn. Ike had zijn ogen dicht en hijgde zachtjes, met zijn tong uit zijn bek. Hij zou het overleven. Dat rotbeest zou het overleven, maar gold dat ook voor Julia?
‘Hoe lang ben je hier al?’
‘Misschien tien minuten. Toen ik binnenkwam, was Benjamin er alleen. Hij heeft Ike verbonden.’
‘En heeft hij Julia ook niet gezien?’
‘Nee.’ Rose wreef over haar voorhoofd. ‘Ga je me nu eindelijk vertellen wat er aan de hand is? Debbie is ook verdwenen.’
Debbie? ‘Hoor eens, het kan me geen donder schelen wat er met Debbie gebeurt. Snap je dat?’