Reading Online Novel

De storm(49)



Hij passeerde de glazen deur waarachter de gang met appartement 213 lag. De storm- gierde luid toen hij met zijn vuist op de deur hamerde. Shit! De meisjes hoorden hem vast niet door het oorverdovende lawaai.

‘Doe open, Julia! Ik ben het, Chris!’ riep hij. ‘Doe de deur open!’

Eindelijk hoorde hij de sleutel omdraaien en het volgende moment stond ze voor hem.

‘Godzijdank! Je bent er!’

Hij wilde zijn armen om haar heen slaan, maar ze trok zich los. Haar gezicht was bleek. ‘Waar ben je zo lang geweest? Ik werd zowat gek van angst. Ik dacht dat er iets met je gebeurd was!’

‘Het is…’

Julia keek over haar schouder en verstijfde. ‘Wat is er met Ike?’

Hij draaide zich om. Het was Benjamin gelukt om Ike door de gang tot de glazen deur te slepen.

‘Hij is gewond.’

Julia rende zwijgend langs hem en hielp Benjamin de hond het appartement binnen te trekken. Ze wees naar haar kamer. ‘Leg hem maar op het kleed voor mijn bed.’ Ze haalde een handdoek, waarop ze het dier neerlegden, dat helemaal niet meer bewoog.

‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Julia.

‘We hebben hem in de kelder gevonden,’ antwoordde Benjamin. Hij wilde nog meer zeggen, maar zweeg toen Chris naar hem keek.

Julia keek naar Benjamin. ‘Zorg ervoor dat je ergens verband te pakken krijgt. Uit Davids kamer of uit de ehbo-kamer. We moeten de wond opnieuw verbinden. Hebben jullie Steve ingelicht?’

Chris hoefde niet na te denken over het antwoord. ‘Ik kon hem nergens vinden,’ antwoordde hij snel.

‘En zijn collega?’

Daar hadden Chris en Benjamin geen antwoord op, maar Julia lette niet op hen. Ze legde een deken over de zachtjes jankende Ike heen en streelde met haar linkerhand over zijn kop.

Opnieuw bedacht Chris dat de hond hier helemaal niet kon zijn. Hij was met professor Brandon vertrokken. Dat had hij met zijn eigen ogen gezien. Hij voelde een rilling over zijn rug lopen. Was Brandon echt weggereden? Plotseling wist hij het niet zeker meer.

De ogen van de hond gingen open, maar hij deed ze meteen weer dicht.

‘Waar is Rose?’ vroeg Chris.

‘Beneden.’

‘Oké, Benjamin, jij zoekt verband en ik ga Rose halen. We zien elkaar hier terug. Opschieten!’

‘Volgens mij klopt er iets niet.’ Julia keek doordringend naar Chris.

Om haar blik te ontwijken keek hij naar Debbies kamer. ‘Hoe is het met haar?’

Julia haalde haar schouders op. ‘Ze is kalm. De pillen schijnen te werken. Ik heb niets meer van haar gehoord of gezien.’

‘Goed zo.’

Een windstoot trof de balkondeur van Julia’s kamer, die luid rammelde.

Hoe laat was het inmiddels? Chris was alle besef van tijd kwijtgeraakt en het was ook niet belangrijk. De storm- bepaalde het tijdstip. En niet alleen het tijdstip. De storm- bepaalde alles. De duisternis die buiten heerste was net een woedend dier. Hollywood zou nooit in staat zijn zo’n verschrikking te creëren. Er zou namelijk altijd een vierde dimensie ontbreken: de wetenschap dat De storm- geen illusie was, maar realiteit.

‘Zodra we weg zijn, doe je de deur weer op slot. En je doet voor niemand open, behalve voor ons tweeën.’ Chris draaide zich om. ‘Geef me je zaklantaarn, Ben.’

‘Waarom heb je die nodig?’ Julia was koppig.

‘Je weet toch dat de stroom hier elk moment kan uitvallen?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Er is niets aan de hand, Julia.’

Mijn god, wat haatte hij het om tegen haar te liegen. Eigenlijk zou dit weekend het moment van de waarheid zijn. Verschrikkelijk slechte planning, Chris.



Chris keek Benjamin na, die de trap af rende naar hun appartement, waar David de verbanddoos bewaarde. Hij durfde te wedden dat Benjamin binnen een paar minuten terug zou zijn, en dat was goed. Dan was er in elk geval iemand bij Julia.

Chris ging op weg naar de ontvangsthal en betrapte zichzelf erop dat hij telkens weer achter zich keek. Door het helse kabaal van De storm- zou hij het niet horen als hij werd gevolgd.

Chris, beheers je, dacht hij. Het schoolgebouw is enorm groot. Hoe moet de moordenaar weten waar jij bent? Hij kon het antwoord op die vraag meteen geven: omdat hij je kan zien! Hij ziet al je bewegingen en daarvoor hoeft hij niet eens van zijn plek te komen.

Was het dus toch Steve Mason? Maar waarom? Waarom zou de Texaanse bewaker Ted vermoord hebben? Tja, daar konden duizend redenen voor zijn.

Chris was bijna bij de ontvangsthal. Bij de laatste glazen deur drukte hij zich tegen de muur en keek naar het kantoor van de bewakers. De deur stond nog steeds open en hij dacht dat er niemand was, hoewel hij zich kon vergissen. Hij liep een stukje dichterbij om zekerheid te hebben. Hij huiverde, en dat kwam beslist niet door de temperatuur in het gebouw.