Home>>read De storm free online

De storm(31)

By:Krystyna Kuhn


Het was de schuld van Chris dat ze het pijnlijke hameren in haar hoofd moest verdragen. Stel dat de verwonding ernstiger was dan iedereen dacht? Als het erger was dan alleen een hoofdwond en een hersenschudding? Misschien had ze een aneurysma opgelopen door het ongeluk. Debbie had die term voor het eerst gehoord in de honderdenvijfde aflevering van het zesde seizoen van Grey’s Anatomy en hem meteen in de studieboeken van haar stiefvader opgezocht. Aneurysma’s konden snel groeien, net als de zwelling op haar voorhoofd.

Debbie probeerde zich voor te stellen hoe het aneurysma zich in haar hoofd verspreidde en uiteindelijk – peng! – uit elkaar barstte. O god, haar hoofdpijn was ondraaglijk. Echt, ze had vast een aneurysma.

Ze voelde dat ze over haar hele lichaam trilde. Ze moest doen wat Rose tegen haar had gezegd: een pil nemen en gaan slapen. Maar ze was bang dat als ze ging liggen, ze er de hele tijd aan moest denken hoe de verraderlijke bloedprop als een worm door haar hersenen kronkelde.

Niet aan denken, Debbie. Denk aan iets anders. Waaraan dan? Aan wat ze in de ontvangsthal had gezien? Aan het gezicht achter het raam? De geluidloos uitgesproken woorden? Nee! Niet aan denken! Juist daaraan niet! Dat zou namelijk betekenen dat ze iets moest doen, en daar voelde ze zich absoluut niet toe in staat.

De lijst! Die was nog niet volledig. Wat zegt je stiefvader nog meer?



4. altijd met mate!

5. doe niet zo hysterisch!

6. beheers je eindelijk eens!



Debbie sloeg Katies enorme badhanddoek om zich heen en liep naar haar koffer. Ze kromp in elkaar toen haar mobiel overging. Deze keer vond ze het niet grappig dat ze een politiesirene als ringtone had gekozen. Ze wilde dat het gejank ophield. Waar was haar mobiel? In haar handtas? Het zijvak van haar koffer? In de koffer?

Het gejank van de sirene snerpte onafgebroken in haar oren, maar plotseling stopte het. Debbie woelde tussen haar kleren. Niets. Haar beautycase misschien? Ze trok de rits open. Tampons vielen op de vloer en rolden onder de kast.

Het gejank begon opnieuw en klonk steeds harder. Toch in haar handtas? Ze maakte hem open en gooide de inhoud op de vloer. Door het vibreren schoof haar mobiel als een robot naar voren. Nee, eerder als een insect, een onbekende soort die het vermogen bezat om af en toe op te lichten. Debbie pakte hem. Het beest dat functioneerde door toetsen in te drukken, trilde in haar hand.

Ze had een sms’je gekregen: Pas maar op. Jij bent de volgende!

Debbie staarde naar de letters, die voor haar ogen in elkaar overliepen. Plotseling was ze doodsbang. Ze moest weg! Ze moest vluchten! Hier kon ze niet blijven.

‘Loop niet altijd weg als er problemen zijn, Deborah.’ Nummer 7 van de verwijten van haar stiefvader.

Debbies hersenen werkten op volle toeren. Ze moest iets doen. Iets doen! Ze rukte de deur open en vluchtte de gang op. Zoals altijd als er problemen waren.





13





De ontvangsthal lag er verlaten bij. Weliswaar was het gehuil van De storm- niet minder geworden en leek het zelfs nog heviger te zijn, maar toch hing er een zeldzame stilte, zoals alleen voorkomt in gebouwen die anders vol mensen zijn.

Chris liep naar het bewakerskantoor. In tegenstelling tot normale schooldagen was de deur niet op slot, maar stond die wijd open. Steve en zijn collega Ted waren er echter niet. Chris keek naar lege bureaus en de flakkerende beeldschermen die voortdurend beelden van verlaten gangen en kamers toonden.

Op één beeldscherm was beweging te zien. Chris zag dat Rose naar de open haard in de ontvangsthal liep en een blok hout op het knetterende vuur gooide. In de rode glans van het vuur was ze mooier dan ooit. Het verbaasde Chris dat je zo snel aan een kaal hoofd kon wennen. Op een gegeven moment viel het gewoon niet meer op. Hij liep het lege kantoor uit en ging naar haar toe.

‘Vind je het niet aardig dat een van de bewakers de open haard aangestoken heeft?’ vroeg ze opgetogen. ‘Misschien moeten we in de hal blijven. Het is hier in elk geval warm.’

‘Waar is Julia?’ vroeg Chris in plaats van antwoord te geven.

Rose gebaarde met haar hoofd naar de ingang. Julia stond bij de glazen gevel en staarde naar de chaos die De storm- aanrichtte. Chris liep naar haar toe en floot zachtjes tussen zijn tanden toen hij de omgevallen bomen bij de oever van het meer zag. Ze wezen als zwarte pijlen in de richting van de Ghost, de plek vanwaar de sneeuwstorm zich op de vallei leek te storten.

‘Waanzinnig, wat een kracht zo’n storm heeft,’ mompelde hij. ‘Jezus, die bomen zijn geknakt als luciferhoutjes.’

Julia schudde haar hoofd. ‘Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt.’

Hij ging vlak achter haar staan, sloeg zijn armen om haar heen en trok haar tegen zich aan. ‘Maak je geen zorgen, het schoolgebouw staat hier al heel wat jaren. Zo snel zullen we niet wegwaaien.’