Home>>read De storm free online

De storm(25)

By:Krystyna Kuhn


‘Schiet eens op! Mijn ballen vriezen eraf! Fuck, man!’

Fuck! Het was misschien krankzinnig, maar dat woord, dat Benjamin luidkeels schreeuwde, was precies wat Chris nodig had. Hij liet los en liet zich vallen. Zijn bovenlichaam gleed opzij en raakte zijn houvast kwijt. En dat voelde goed!

Fuck, man, wat voelde dat goed! Fuck!



Een fractie van een seconde later landde Chris op de centimetersdikke sneeuwlaag van het platte dak. Hoewel zijn benen weggleden, had hij het gevoel dat hij veilig was.

Hij keek naar Benjamin. Zijn vriend was helemaal bedekt met sneeuw en zijn wenkbrauwen leken witte korsten, alsof ze bevroren waren. ‘Nou, was dat cool of niet?’ vroeg hij.

Chris schudde de sneeuw uit zijn haren. ‘Ooit zet ik je dit betaald, klootzak. Ik weet zeker dat er een gemakkelijkere manier is om binnen te komen.’

‘Sinds wanneer gaan we voor de gemakkelijke manier?’ Ben lachte en Chris deed mee. Ben had gelijk.

‘Help je even?’ Benjamin stond al bij een van de luchtkokers en rammelde aan het rooster.

Het was bijna onmogelijk om rechtop op het dak te staan. Telkens opnieuw werd Chris getroffen door windstoten die hem aan het wankelen brachten. Onwillekeurig dook hij in elkaar en liep in gebukte houding naar voren.

‘De afdekking wil niet los. Mijn hand is niet smal genoeg om hem door de kier te duwen en het rooster te pakken.’

Je handen zijn smal als die van een meisje! Hoe moet het mij dan lukken met mijn kolenschoppen?’

‘Maar jij hebt spieren als een Canadese ijshockeyspeler.’

Chris pakte de afdekking vast. ‘IJshockey? Ik heb nog nooit een stick in mijn handen gehad. Snowboarden was mijn ding.’

‘En ik dacht nog wel dat ijshockey in de genen van de Canadezen zit. Maar goed. Trekken! Bij drie!’

Chris wist niet of hij door een windstoot naar achteren werd geduwd, of dat het de kracht was waarmee het rooster loskwam. In elk geval wankelde hij naar achteren; zijn voeten gleden weg en hij viel.

Eén seconde, twee seconden… Kalmerende, koude duisternis. Iets kroop over zijn gezicht, smolt, werd vochtig en koud. Shit!

‘Chris?’

Een stem vanuit het niets. Een hand die zijn schouder vastpakte en die hij vergeefs probeerde af te schudden. ‘Chris?’

Chris kwam maar langzaam bij bewustzijn en vocht zich moeizaam en onwillig vanuit de duisternis naar het licht terug. Hij deed zijn ogen open toen een lading sneeuw zijn gezicht raakte.

Een seconde of twee staarde hij versuft naar Benjamins gezicht, en hij zag een blik in zijn ogen die hij nog nooit bij Ben had gezien. Er lag iets in wat hem irriteerde. Iets stars, onbeweeglijks. Alsof niet Benjamin naar hem keek, maar een robot. Alsof er twee piepkleine lenzen van camera’s achter zijn pupillen zaten. Alsof Benjamin in Chris’ hoofd kon doordringen en kon filmen wat hij dacht.

Het duurde maar een fractie van een seconde en toen het voorbij was, dacht Chris dat hij zich had vergist. Of was het een van de krankzinnige flashbacks die in de vallei voorkwamen? Hij had het zelf nog niet meegemaakt, maar zijn vader had erover verteld. Op het laatst toen de alcohol hem helemaal in zijn greep had gekregen.

‘Er is daar boven iets wat de gedachten van de mensen verandert.’

Robert, Julia’s superintelligente broer, had ook zoiets gezegd. Hij begon er telkens weer over dat de natuurwetten in de vallei niet golden. En Robert was niet zomaar iemand. Tot nu toe had hij alle testen op het college met de beste resultaten afgelegd. David had aan Julia verteld dat Robert vorige week opnieuw een fout in de bewijsvoering van professor Vernon had ontdekt. En Vernon was ook niet zomaar iemand. Hij was het hoofd van de sectie Wiskunde en was zelfs een keer genomineerd voor de Nobelprijs.

‘Hé, waarom staar je zo naar me?’ Benjamins stem haalde Chris uit de toestand die Benjamin waarschijnlijk spacy zou noemen.

Chris probeerde zijn gedachten te ordenen. Julia wachtte op hem bij de hoofdingang. Hij keek op en voelde een felle pijnscheut in zijn hoofd.

‘Alles goed?’ vroeg Benjamin.

‘Behalve de knock-out van daarnet wel, geloof ik.’

‘Blijkbaar is het een dag van botsingen,’ zei Benjamin spottend. ‘Auto tegen boom. Hoofd tegen beton. Het is alleen verdomd vervelend dat er altijd drie ongelukken achter elkaar plaatsvinden.’

‘Bedoel je dat dit nog niet alles was?’

‘We hebben het binnenste van de tempel nog niet bereikt,’ mompelde Benjamin.

‘We moeten opschieten.’ Chris zag Julia in haar bruine jack voor zich. ‘De meisjes hebben het vast ijskoud.’

Zijn knock-out was in elk geval niet voor niets geweest, want de luchtkoker was open. Even later klom Benjamin over de rand en Chris volgde hem. Zijn voeten tastten naar de ladder en hij was bijna verbaasd toen hij die vond. Hij klom sport voor sport naar beneden en wist niet hoe ver hij al was, toen hij Ben hoorde roepen: ‘Wacht even!’