‘Het kan niet ver meer zijn,’ troostte ze haar. ‘Je moet volhouden, Debbie. Hoe is het met je hoofd?’
Debbie gaf geen antwoord.
‘Doet het nog pijn?’
Hoe vaak Chris ook had gewenst dat er een wonder zou gebeuren en Debbie voor altijd haar kop zou houden, op dit moment wilde hij dolgraag dat ze iets zou zeggen.
‘Als we op school zijn, ga je naar bed om uit te rusten,’ hoorde hij Rose zeggen.
Debbie zweeg nog steeds. Ze reageerde niet eens toen Benjamin achterwaarts voor haar door de diepe sneeuw liep, de camera op haar richtte en boven het gebulder van de wind uit naar haar riep: ‘Gaaf, dit worden superbeelden! Het is zó gestoord dat je met een koffer op wieltjes door de wildernis loopt! Dat kan geen enkele regisseur bedenken.’ Hij snakte naar adem. ‘Hoor eens, wat doen we eigenlijk als we terug zijn op Grace?’
Chris tastte naar Julia’s hand. ‘Jullie mogen doen wat jullie willen,’ zei hij, ‘maar Julia en ik regelen een andere auto en vertrekken.’
Hij staarde naar de weg, die steil naar beneden liep. Hij wilde dat hij zijn snowboard bij zich had gehad. Dan was hij razendsnel bij Grace. In plaats daarvan moest hij steeds weer blijven staan om op Debbie te wachten. Dat belachelijke mens droeg ballerina’s! Bovendien bleven de wielen van haar oranje trolley, waarop ze haar enorme beautycase had gebonden, voortdurend in de sneeuw steken. En hoewel haar benen bewogen kwam ze nauwelijks vooruit. Ze was net een hamster in een looprad. Waarom had hij in vredesnaam toegegeven toen Debbie zich had opgedrongen om mee te rijden?
‘We kunnen haar toch niet alleen op Grace achterlaten?’ had Julia hem overgehaald. ‘En ja, ik weet dat ze een klier is, maar op de een of andere manier ben ik toch aan haar gewend geraakt.’
‘Aan Debbie kun je niet gewend raken,’ had Chris geantwoord. ‘Net zomin als aan aambeien.’
‘Shit, wat is het koud,’ zei Benjamin. ‘Shit, shit, shit! Alles bevriest. Zelfs mijn belangrijkste lichaamsdeel is net een ijspegel.’
Niemand lachte, wat geen goed teken was.
‘Gaat het?’ vroeg Chris aan Julia, die naast hem liep en telkens weer haar handen uit haar jaszakken haalde om ze met haar adem te verwarmen.
‘Natuurlijk, het gaat helemaal geweldig! Ik voel mijn vingers niet meer, zie nauwelijks iets en ben daarnet aan de dood ontsnapt.’
‘Zal ik je rugzak voor je dragen?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Die is niet zo zwaar. Je kunt beter Debbies koffer nemen. Ik maak me echt zorgen om haar.’
Chris streek over zijn haar, waarin kleine ijskristallen zaten. ‘Ze kan hem toch gewoon laten staan?’
‘Alsjeblieft, Chris!’
Jezus, als Julia zo naar hem keek was hij zelfs in staat om Debbie te dragen. Toch deed hij een laatste poging. ‘Ze kan hem toch laten staan? Als we op Grace een andere auto hebben geregeld, nemen we hem mee.’
‘Chris.’ Julia bleef staan en keek hem aan. ‘Help haar! Tenslotte is het jouw schuld. Je reed veel te hard. Wat is er met je aan de hand? Na de pas gaf je plotseling gas. Je bent gewoon naar beneden gescheurd, en dat met dit weer. Debbie heeft gelijk. Je had ons wel kunnen vermoorden.’
‘De auto heeft waarschijnlijk de goedkoopste winterbanden die er te krijgen zijn.’
‘O ja? Is het nu ineens de schuld van de banden dat je te hard reed? Jij kunt nooit een fout toegeven, hè? Je denkt altijd dat je helemaal geweldig bent.’ Ze liep woedend naast hem door de sneeuw.
Hij bleef staan, en toen Debbie hem had ingehaald – wat verdomd lang duurde – pakte hij haar koffer zwijgend vast en trok hem achter zich aan. Het vervloekte ding was loodzwaar, en het laatste wat hij wilde weten was wat ze allemaal met zich meesleepte.
Op de een of andere manier ging alles al een jaar lang verkeerd. Behalve de nachten met Julia. Dan was het anders. Dan was zij anders. Of wilde hij dat alleen? Hij wist het niet.
Laat het gewoon gaan, Chris. Denk niet te veel na. Als jullie bij school terug zijn, regel je een andere auto en dan vertrekken jullie meteen weer.
‘Waar is de slagboom? We moeten de lichten van Grace toch allang kunnen zien?’ Rose klonk uitgeput.
Chris staarde voor zich uit. Dit rotbos leek zich eindeloos uit te strekken, net als de weg, die voortdurend van richting veranderde. Maar ze konden toch niet ver meer van Grace zijn? Er lag steeds meer rotzooi langs de weg, die als bizarre wegwijzers uit de sneeuw stak. Hier een lege fles, daar een plastic zak waaruit lege bierblikjes staken. Maar telkens als hij dacht dat ze er waren, sloot het bos zich opnieuw rondom hen.
Dat deed hem eraan denken dat de vallei ooit volledig van de buitenwereld afgesneden was geweest. Tot bulldozers de brandgang in het dichte bos hadden gegraven. Het was Chris trouwens een raadsel hoe iemand op het idee was gekomen om zo ver in de bergen een school te bouwen. Hij was waarschijnlijk de enige van de groep die iets wist over het mysterieuze verleden van Grace, maar de afgelopen weken was de vraag waarom hij hier in vredesnaam naartoe was gekomen steeds meer op de achtergrond geraakt.