Weggestuurd, geschokt, kapot van zijn kille aanval draaide Mia zich om en liep met trillende benen zijn kantoor uit.
Irritant en kinderachtig…
‘Ik haat hem,’ fluisterde ze zodra de deur achter haar was dichtgevallen.
Fiona keek op van haar werk. ‘Zei je iets?’
Wensend dat ze dood was of op zijn minst ver weg van hier, struikelde Mia door het vertrek en liet zich in de stoel achter haar bureau vallen voordat haar trillende benen het helemaal zouden begeven. ‘Hij is in een pestbui, en ik haat hem.’
‘Dat doen we toch allemaal, schat,’ zei Fiona droog. ‘Onze baas ziet er geweldig uit, maar hij is een kouwe kikker. Het is gewoon zonde van het kostelijke mannenvlees.’ Achter haar computer vandaan schuivend, nam ze Mia eens goed op. ‘Heeft hij je afgesnauwd?’
‘Ik snap niet dat je het al zo lang met hem uithoudt.’
‘Ik ben immuun.’ Fiona wapperde met haar linkerhand naar Mia om haar de drie schitterende ringen aan haar ringvinger te laten zien. ‘Ik heb mijn eigen sexy bruut die elke avond op me wacht, en die is erg warmbloedig.’
‘Hij wil dat ik de deal met Lassiter-Brunel afzeg.’
Fiona werd stil. ‘Dus je hebt het hem verteld.’
Met op elkaar geklemde lippen knikte Mia. ‘Hij geloofde me niet.’
‘Waarom trekt hij zich dan terug uit die deal?’ vroeg de secretaresse.
‘Om… Om mij te straffen,’ antwoordde Mia. ‘Hij weet dat ik niet weet hoe ik zoiets moet doen, daarom dwingt hij me om het te doen om me een lesje te leren over de consequenties van het verzinnen van verhalen.’
‘Nikos Theakis zou een lucratieve transactie weggooien alleen maar om jou een lesje te leren?’ Fiona lachte. ‘Dat geloof ik niet. Er moet meer achter zitten.’
Dat was ook zo, dacht Mia somber. Ze had hem nog andere dingen verteld waarover hij niets wilde horen. ‘En hij neemt me niet mee naar zijn lunch vandaag.’ Die wrede afwijzing kwam ook hard aan. Het was alsof ze was afgesneden van de voornaamste reddingslijn die haar deed functioneren. Ook al haatte ze hem, ze was graag in zijn nabijheid. Waarom had ze tegen hem gezegd dat hij steeds aan haar zat? Waarom had ze haar grote mond niet gehouden?
‘Misschien maar goed ook,’ zei Fiona vriendelijk.
Knipperend met haar lange wimpers, bracht Mia de andere vrouw weer in beeld. Bij het zien van haar meelevende blik, bloosde ze. ‘Hij wil koffie.’ Met afgewend hoofd stond ze op en liep naar het koffieapparaat om een dienblaadje klaar te maken. In een impuls vroeg ze aan Fiona: ‘Wil jij het naar binnen brengen? Ik geloof niet dat ik op dit moment een bezoek aan hem aankan.’
‘Tuurlijk.’ Altijd relaxed, altijd opgewekt, kwam Fiona het blad bij haar halen. ‘Mia,’ zei ze toen vriendelijk, ‘neem een goede raad aan van een oudere en wijzere vrouw… Zorg dat je een man krijgt.’
‘O, Dio, is het zo duidelijk te zien?’
Fiona’s meelevende glimlach sprak boekdelen. ‘Weet je, toen je hier voor het eerst kwam, was iedereen in het gebouw tegen je om wie je bent en hoe je aan deze baan bent gekomen. Maar binnen een week waren we allemaal om. Je bent ijverig, leuk en aardig. Hij is daarentegen niet aardig. Althans, niet tegen vrouwen. Hij gebruikt ze, Mia. Hij respecteert ze niet.’
‘Ze gebruiken hem ook,’ zei Mia uit een idiote drang om hem te verdedigen, hoewel hij dat niet had verdiend.
‘Ja.’ Dat kon Fiona niet ontkennen. ‘Met name Miss Supermodel Lucy Clayton die vorige week haar afscheidscadeau per speciale koerier bezorgd kreeg. Volgende week zal er een andere vrouw als zij op haar plaats zijn gewezen. Zo gaat hij nu eenmaal te werk. Zo wil hij het graag houden. Hij neemt ontzettende risico’s op zakelijk gebied, is een financieel genie voor wie iedereen bewondering en respect heeft, is lovenswaardig eerlijk en komt altijd zijn beloften na – in zaken – maar in zijn privéleven?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Hij is een glad, koel, uiterst aantrekkelijk roofdier. Seks en gevoelens staan bij hem los van elkaar, als hij al gevoelens heeft, daar is de jury nog niet uit. Dus neem mijn raad aan en blijf uit zijn buurt, want als hij besluit dat hij je wil hebben, ben je voor de rest van je leven verpest. Zoek dus een man en zorg dat je van hem loskomt nu het nog kan.’
‘Waar blijft mijn koffie?’ vroeg het onderwerp van gesprek.
Hoofdstuk 3
Beide vrouwen draaiden zich schuldbewust om naar Nikos Theakis, die in de deuropening van zijn kantoor stond. Aan zijn gezicht was niet te zien of hij hen had gehoord, maar voor het eerst sinds Mia hier werkte, zag ze Fiona vuurrood worden, en zelf voelde ze ook haar wangen branden.
Goed zo, dacht Nikos. Terwijl hij door het vertrek liep om het dienblad van zijn blozende secretaresse over te nemen, moest hij voor de tweede keer die ochtend zijn boosheid onderdrukken. Zonder verder nog iets te zeggen, beende hij zijn kantoor weer in.