Terwijl hij een antwoord mompelde tegen Petros, zijn tweede man die in Athene opereerde, hield hij zijn donkere blik gevestigd op het getinte glas dat zich tussen hem en het uitzicht op Londen bevond maar zonder dit uitzicht te zien. Zijn aandacht was gericht op het glas zelf, waarin hij Mia’s beeld als een slecht belichte foto kon zien, zichtbaar maar vaag door het daglicht dat er van buiten doorheen filterde.
Aanwezig maar toch ook niet, dacht hij. Zo had hij haar het liefst, buiten beeld en buiten bereik zodat hij kon doen alsof de andere dingen die er tussen hen speelden ook niet bestonden.
Nadat hij zijn gesprek met Petros had beëindigd, klapte hij zijn mobieltje dicht, slaakte denkbeeldig een diepe zucht en draaide zijn stoel om. Meteen schoot er een warme golf door hem heen die zich als een vlammend mes in zijn kruis verzamelde. Die provocerende heks, dacht hij, terwijl hij de verraderlijke glans die hij in zijn ogen tot leven voelde komen wegdrukte en tegelijkertijd elke centimeter van haar opnam. De jurk was een klassiek stukje formele bescheidenheid, het strak getrokken haar een belediging van de prachtige golvende lengte ervan. Alles, zelfs de lengte van haar rok, liet zien dat ze alle al dan niet uitgesproken kritiek die hij op haar had gehad had gecorrigeerd. Hij klemde zijn kaken op elkaar. Er ontging haar niet veel.
Mia interpreteerde zijn verstrakkende kaak als de zoveelste uiting van kritiek die haar zelfvertrouwen dreigde te ondermijnen, maar ze kookte tegelijkertijd van woede. Ze wenste dat ze net zo onverschillig tegenover hem kon zijn als hij tegenover haar was, maar hoewel ze het probeerde, slaagde ze er niet in. Ofschoon ze een hekel aan hem had, reageerde ze toch – tenminste vanbinnen – op de pure mannelijke aantrekkingskracht die in hete zondige golven uit hem vloeide. In zijn nabijheid was ze zich enorm bewust van zichzelf, wat haar verwarde en waarover ze geen enkele controle had.
‘En wat heb je voor me?’ verbrak hij de stilte.
Zelfs de lage tonen van zijn stem deden haar inwendig trillen, terwijl ze naar voren liep om het dossier dat ze in haar hand hield op het bureau te leggen. ‘De informatie die je over Lassiter-Brunel wilde hebben.’
Nikos keek naar het lijvige dossier en toen verbaasd weer naar Mia. ‘Dat heb je snel gedaan.’ Hij trok het dossier naar zich toe. ‘Heb je vannacht doorgewerkt?’
‘Je zei dat je het vanmorgen wilde hebben,’ bracht Mia hem in herinnering.
‘Ja, dat is ook zo.’ Met een schuldgevoel richtte hij zijn blik weer op het dossier. Hij had een hele afdeling met deskundigen om dit soort informatie te verzamelen. De tijd die zij aan dit werk had besteed, was pure verspilling. Plotseling trok iets ongewoons zijn aandacht. Hij haalde een vel papier tussen de andere vandaan en leunde achterover in zijn stoel om het te lezen.
Toen Mia zag wat het was, werd ze nerveus. Ze wachtte erop dat hij zou zeggen dat een oud krantenartikel waarin Anton Brunels niet zo leuke reputatie bij het andere geslacht werd beschreven, niet thuishoorde in een zakelijk rapport.
Een van zijn zwarte wenkbrauwen ging omhoog. ‘Vind je dat dit geschikte informatie is om in dit rapport op te nemen?’ vroeg hij zoals ze al had verwacht.
‘Er staat dat hij een hoop geld heeft betaald om een vrouwelijke collega met wie hij… omging tot zwijgen te brengen.’ Mia kon zich er niet toe brengen de woorden te gebruiken die in het artikel stonden.
‘Er wordt bewéérd dat hij zwijggeld heeft betaald,’ corrigeerde Nikos haar.
‘Si.’ Mia knikte ten teken dat ze het met zijn correctie eens was. ‘Maar zoals je kunt zien, diende de dame in kwestie een klacht tegen hem in wegens ongewenste intimiteiten, die ze vervolgens weer snel introk. Als je naar het volgende document kijkt, zul je zien dat ik heb ontdekt dat ze acht maanden later een kind kreeg, een jongetje dat ze Anthony noemde.’
‘En wat wil je daarmee zeggen?’
Mia deed haar best om niet te zuchten. ‘Als een man bereid is zijn machtspositie te misbruiken om een werknemer te verleiden en haar vervolgens betaalt om haar mond erover te houden, is hij niet fatsoenlijk.’
‘Naar jouw mening,’ wees Nikos haar terecht.
‘Naar mijn mening,’ gaf Mia toe.
‘En als de… affaire een prettige en wederzijdse overeenkomst was geweest, zou je er dan anders over denken?’ informeerde hij.
‘Hij is getrouwd en heeft kinderen.’
‘Dat is geen antwoord op mijn vraag.’
Onrustig veranderde ze van houding. ‘Het artikel zegt –’
‘Beweert.’
‘Het artikel beweert,’ herhaalde ze geïrriteerd, ‘dat ze nogal overstuur was toen ze die klacht indiende en dat ze blauwe plekken op haar gezicht en armen had. Daar zijn foto’s van.’ Ze wees naar het dossier.