‘O,’ zei ze met trillende stem, ‘ik, eh… bedankt.’
‘Je hoeft me niet te bedanken,’ zei hij geïrriteerd. ‘We vonden het nodig voor je veiligheid. Ik had natuurlijk niet verwacht dat je tot in het holst van de nacht de bloemetjes zou gaan buitenzetten met de gekke vriendinnen van Kat Balfour!’
‘Ze zijn niet gek, en het was maar één keer!’ Mia was weer razend. ‘En wat gaat jou het aan met wie ik omga of wat ik doe in mijn vrije tijd? Jij wilde niets van me weten. Je zei dat ik een grote vergissing was!’
‘Voor je eigen bestwil.’
‘Het is jammer dat je daarbij niet aan voorbehoedsmiddelen hebt gedacht!’ beet Mia hem toe.
Hij rechtte zijn schouders. ‘Die kan ik in mijn zak steken,’ gaf hij toe.
Het liefst had ze hem een oplawaai verkocht, maar in plaats daarvan haalde ze diep adem en legde het broodje neer. ‘Ik kan dit nu niet opeten,’ zei ze met een zucht.
‘Mijn fout zeker weer?’ Ook hij zuchtte. ‘Probeer het tenminste. Ik beloof je dat ik geen woord zal zeggen… doktersvoorschrift,’ bracht hij haar in herinnering.
Doktersvoorschrift… Omwille van de baby, bedoelde hij. Met tegenzin pakte ze het broodje weer op, en hij hield inderdaad zijn mond, terwijl ze at. Toen ze klaar was, duwde hij haar glas naar haar toe ten teken dat ze dat moest leegdrinken.
‘Tulio haalt het niet bij jou,’ zei ze, het glas oppakkend.
Tot haar verbazing begon hij te lachen. ‘Ik begin gesteld te raken op Tulio,’ bekende hij. ‘Hij lijkt me een man naar mijn hart. Ik verheug me erop hem te zien wanneer we je tante gaan opzoeken…’
Mia keek hem aan, vol wantrouwen over waar hij heen wilde met die koele opmerking. Toen ze contact maakte met zijn donkere ogen en daarin een gouden fonkeling zag, ging ze gespannen verzitten. Wat was hij van plan? Wat dacht hij? Waarom las ze de blik in zijn ogen als bezitsdrift – en wel zo sterk dat ze er bang van werd? ‘Nee.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik wil je niet in de buurt van Tia Giulia hebben.’
‘Waarom niet?’ vroeg hij zacht.
Diep vanbinnen voelde ze een enorme hitte opkomen. Omdat ze het gevoel kreeg dat er nog iets anders gaande was dan het gesprek dat ze voerden, keek ze hem onderzoekend aan. Hij wilde ergens heen, en ze wilde niet weten waarheen. Hoe kon een man die bekendstond om zijn koele zelfbeheersing schijnbaar moeiteloos zoveel seksuele spanning uitstralen? ‘Ik zou me te veel schamen om je aan haar voor te kunnen stellen,’ zei ze.
Kennelijk raakte ze een gevoelige snaar, want ze zag het bezitterige gouden licht plotseling uitgaan. Hij leunde achterover op de kruk. Hij zag eruit als een gevaarlijk dier dat een onverwachte klap had gekregen, en plotseling had ze spijt van wat ze had gezegd.
‘Tia Giulia zou zich ook voor mij schamen,’ voegde ze eraan toe om hem te sussen. ‘En er is geen enkele reden waarom jullie elkaar zouden ontmoeten.’
‘Nee,’ beaamde hij.
De sfeer in de keuken was totaal veranderd. Mia wilde geen seconde langer blijven. Ze dronk haar glas leeg en liet zich van haar kruk glijden. Nikos bewoog zich nog altijd niet, en ze voelde zich lichtelijk bedreigd toen ze een behoedzame stap in de richting van de deur zette.
‘Ga je ergens heen?’
‘N-Naar mijn eigen appartement.’ Ze deed nog een stap.
‘We hebben nog veel te bespreken.’
Niet als het aan haar lag. ‘Ik ben… nu te moe,’ zei ze koeltjes. ‘M-Misschien kunnen we morgen verder praten.’
‘Dat is te laat. Voor morgen moeten we plannen maken.’
Gespannen inademend, draaide Mia zich om. Hij had zich snel genoeg hersteld, was het eerste wat ze opmerkte, ook al zag hij er rond zijn mond nog wat gespannen uit. ‘Ik weet niet wat er met jou aan de hand is,’ zei ze met een handgebaar om haar hulpeloze verwarring over te brengen. ‘Waar moeten we dan plannen over maken? We hoeven helemaal geen plannen te maken! En jij zou je zorgen weg moeten drinken met een fles whisky in plaats van stomme spelletjes met mij te spelen!’
‘Het is geen spelletje,’ ontkende hij.
‘Waar wil je dan precies heen hiermee?’ barstte ze uit, de vraag stellend waarvoor ze had willen weglopen.
‘Ik weet precies waar ik heen ga,’ antwoordde Nikos grimmig. ‘Ik wacht alleen tot je me hebt ingehaald.’
Hij zat nog steeds op de kruk met zijn lange benen voor zich uitgestrekt alsof hij van plan was de rest van de dag daar te blijven zitten.
Het was echter allemaal bedrog, wist ze. Ze zag nog steeds die verraderlijke glans in zijn ogen, die gloed die haar deed denken aan… Ze deed een stap achteruit. ‘K-Kijk niet zo naar me.’