‘Als ze binnen de veilige muren van Balfour Manor al niet voldoet, dan staat wat jij voorstelt gelijk aan haar voor de wolven gooien,’ wees Nikos hem terecht. ‘Ik raad je aan om haar naar een van de vele moederlijke weduwen te sturen die jij in Londen kent. Daar leert ze veel beter hoe ze zich als een Balfour moet gedragen. Ik ben een einzelgänger, Oscar. Ik werk altijd alleen, en kwetsbare mensen zijn bij mij niet veilig.’
Het was weer stil aan de andere kant van de lijn, maar dit keer was het geen verdrietige stilte. Deze stilte was doortrokken van de kilte van Oscars plotseling omgeslagen stemming.
‘Ik dacht dat we al hadden vastgesteld dat je van mijn dochters afblijft.’
‘Ik bedoelde niet –’
‘Je bent me iets verschuldigd, Nikos,’ onderbrak Oscar hem. ‘Ik vraag je nu om een wederdienst.’
Hoewel Nikos besefte dat hij met zijn rug tegen de muur stond, deed hij nog een laatste wanhopige poging. ‘Oscar –’
‘Weiger je dit voor mij te doen?’ onderbrak Oscar hem.
‘Nee,’ zei Nikos met een zucht van overgave. Hij was Oscar inderdaad veel verschuldigd. ‘Natuurlijk niet.’
‘Mooi. Dat is dan afgesproken.’ Oscars stem klonk weer warm. ‘En omdat je er waarschijnlijk niet van houdt personeel in je persoonlijke ruimte toe te laten, leek het me een goed idee haar gebruik te laten maken van de personeelswoning bij je penthouse.’
Als een in het nauw gedreven dier bulderde Nikos: ‘Bedoel je dat ik ook nog op haar moet passen?’
‘Ze komt morgen naar je toe. Wees aardig tegen haar.’
Wees aardig tegen haar, bouwde Nikos hem in gedachten na, terwijl hij zijn mobieltje neersmeet. Hij draaide zich om en leunde tegen het bureau.
Om zijn morele schuld aan Oscar in te lossen, had hij ermee ingestemd van zijn zakelijke normen af te wijken, dacht hij, grommend van frustratie.
Op dat moment werd er op de deur geklopt en kwam Fiona binnen. ‘Sorry dat ik stoor,’ mompelde ze snel toen ze zijn donkere gezicht zag, ‘maar een van de Miss Balfours staat bij de receptie en vraagt of ze je kan zien. Ze zei iets over reservesleutels van je appartement.’
Nikos verstijfde omdat hij voor het eerst in zijn volwassen leven een blos voelde opkomen die zijn legendarische koele houding dreigde te verstoren. Wat Fiona in werkelijkheid wilde zeggen, was dat Oscars verlegen koekoeksjong zijn receptie was binnen gewandeld en een opmerking had gemaakt die hen zo ongeveer in een intieme relatie plaatste!
Bovendien zou ze pas morgen komen! Hij had haar zelfs nog nooit gezien! En nu had dat stomme mens het hele gebouw op zijn kop gezet met pikante speculaties over hen! Die verdraaide Miss Balfour was niet alleen stom, ze was uitgesproken gevaarlijk!
Nikos sprong overeind. Bekijk het maar met dat aardig zijn, dacht hij toen hij langs de verbaasde Fiona de gang op beende. In zijn ervaring moest je niet aardig zijn tegen een gevaarlijke substantie. Wat je moest doen was die met kil respect behandelen, terwijl je je er voorzichtig van ontdeed.
Mia stond bij de receptiebalie te betreuren wat ze had gezegd en hoe, toen ze de deuren van een van de liften zag openschuiven en een lange donkere man naar buiten zag stappen die haar verdacht bekend voorkwam.
Van verbazing kon ze even niet denken. Zijn lengte, zijn gelaatskleur, zijn lange gespierde lichaam, gehuld in een elegant maatpak… Ja, hij was de man die haar bijna had overreden op de oprijlaan van Balfour Manor. Zelfs de manier waarop hij op haar af kwam alsof hij op het oorlogspad was, herkende ze, en die deed haar bijna op de vlucht slaan.
‘O, Dio,’ bracht ze hijgend uit toen hij vlak voor haar stilhield. ‘U bent het.’
Zo denk ik er ook over, dacht Nikos grimmig. Hij was namelijk net zo geschokt als zij, alleen bezat hij de zelfbeheersing om het niet te tonen. Toch kon hij niet voorkomen dat zijn ogen haar van top tot teen opnamen, van haar loshangende glanzende zwarte haar en haar eenvoudige witte T-shirt tot haar korte lichtblauwe rok. Ze droeg platte schoenen, merkte hij onwillekeurig op. Goudkleurige leren sandalen die haar korter maakten zonder afbreuk te doen aan haar prachtige lange benen.
Met een nauwelijks waarneembare knipoog om te laten merken dat hij begreep waarom ze geschrokken was, zei hij met koele formaliteit: ‘Miss Balfour? Ik ben Nikos Theakis. Het doet me genoegen u eindelijk te ontmoeten.’ Hij stak een lange slanke hand naar haar uit.
Zich bewust van de meeluisterende receptioniste en alle andere mensen in de hal die nieuwsgierig toekeken, begreep Mia de kille boodschap die zijn begroeting aan haar overbracht. Ze was het liefst ter plekke door de grond gezakt. Voor iemand die niet graag in de schijnwerpers stond, was het wel enorm stom geweest om hier in het openbaar bekend te maken waarvoor ze kwam.