Ze was goed in uitvissen, erkende hij met een innerlijke glimlach. Maar misschien hadden andere collega’s in dezelfde branche gewoon geen speurneus die er zo mooi uitzag, dat Brunel zijn professionele fatsoenlijke masker liet zakken.
Op dat moment kromde zich een stel slanke vingers om zijn arm. ‘Dus je bent opgescheept met Oscars koekoeksjong,’ spotte een stem poeslief.
Omlaagkijkend in het gezicht van de mooie, maar gevaarlijke roddeljournaliste Diana Fischer, die zich zijdelings naar hem toe bewoog, kon Nikos nog net een lachje opbrengen.
‘Wie had ooit kunnen denken dat Oscar zo’n heerlijke stiekemerd kon zijn,’ vervolgde ze. ‘Het is misschien maar goed dat het schandaal pas uitbrak toen die arme Lillian al was overleden. Stel je haar afgrijzen eens voor als ze had moeten ontdekken dat de man met wie ze twintig jaar getrouwd was geweest tijdens hun huwelijk zijn wilde haren nog niet was kwijtgeraakt.’
Ze was naar informatie aan het vissen, bijzonderheden over tijdstippen die Nikos haar niet zou geven. Zijn tanden op elkaar klemmend achter de ontspannen lijn van zijn mond, teemde hij: ‘Geniet je er nog steeds van het harteloze kreng te spelen, Diana?’
‘Ik, harteloos?’ Ze sperde haar mooie groene ogen wijd open. ‘Vertel me eens, Nikos, hoeveel harten heb jij gebroken sinds je seksueel actief werd?’
‘Ik doelde op je gebrek aan respect voor de doden.’
‘Ik was dol op Lillian,’ verklaarde Diana. ‘Iedereen trouwens. Ik dacht dat ik me meelevend opstelde,’ zei ze met een pruilmondje. ‘Want wie wil er nu achter komen dat haar man het bed deelde met een andere vrouw?’
‘Waarom wil Lance ook alweer van je scheiden?’ mompelde Nikos.
‘O.’ Het pruilmondje werd uitgesprokener. ‘Dat was wel erg onder de gordel, Nikos.’
Nikos liet een droog lachje horen. Diana was een brutaal kreng maar ze deed zich in elk geval nooit anders voor. Dat vond hij wel leuk aan haar, zolang ze maar met haar klauwen van Oscar en zijn dochters afbleef. En met name van één dochter in het bijzonder, voegde hij er in gedachten aan toe, onwillekeurig de zaal rondkijkend op zoek naar haar. Hij kreeg haar donkere hoofd in het oog te midden van een groep jonge mensen en wist niet of hij de prikkelende sensatie die hij voelde wel prettig vond.
‘Het koekoeksjong is anders dan de andere zeven, hè?’ Diana had zijn blik gevolgd. ‘Ze is verlegen en gereserveerd. Moet je zien hoe ze bloost bij wat Joel Symons tegen haar zegt.’
Nikos keek.
‘Ze heeft geen idee hoe ze met ons soort mensen moet omgaan.’
‘Ons soort mensen?’ herhaalde Nikos verbaasd.
‘Tja, we hebben al vastgesteld dat ik een harteloos kreng ben en jij een genadeloze hartenbreker. Er is een zaal vol van beide soorten vanavond. Elegant, verveeld, zich mooier voordoend dan ze zijn,’ zei ze ronduit. ‘Mannen met hun ego in hun portefeuille en hun broek, en vrouwen met het hunne op precies dezelfde plekken – in die van de mannen, dus. Het koekoeksjong staart naar ons alsof we buitenaardse wezens zijn, en dat kan ik haar niet kwalijk nemen. Hoe moet het wel niet voor haar zijn om als een bom in de Balfour-familie te zijn geworpen nadat ze haar hele leven halverwege een berg heeft doorgebracht?’
Ineens besefte Nikos dat ze gelijk had. Mia was niet overweldigd door de grootsheid van het verheven gezelschap waarin haar nieuwe leven haar had geworpen; ze was overweldigd door haar beruchtheid als Oscar Balfours schokkend onthulde buitenechtelijke kind.
‘Doe me een plezier, Diana,’ zei hij kalm. ‘Blijf met je klauwen van Mia af.’
‘En wat doe jij dan voor mij?’
Hij gaf haar een vluchtige kus op een van haar gladde wangen. ‘Je respecteren,’ mompelde hij, voor hij wegliep.
Mia zag de kus en vroeg zich af hoe die speciale blondine heette. Aan mooie blondjes had hij geen gebrek, dacht ze zuur. Ze had medelijden met de vrouw die hij net had gekust, besloot ze, terwijl ze de andere kant op liep. Een les had ze namelijk al van Nikos geleerd waardoor ze niet jaloers was: hij ging altijd weg met de vrouw met wie hij gekomen was en bracht haar veilig naar haar voordeur. Of haar slaapkamerdeur in haar geval. Of tot in haar slaapkamer bij iedere andere vrouw.
Een hand sloot zich om haar pols toen ze op het punt stond door de open deuren naar buiten te lopen. Heel even dacht ze dat het Nikos was. Met een spottend lachje draaide ze haar hoofd om tegen hem te zeggen dat het halfuur nog niet om was. Haar lach bevroor echter op haar lippen toen ze in de kille ogen van Anton Brunel keek.
‘Ik wil je spreken,’ zei hij.
‘Ik dacht het niet.’ Ze probeerde zich los te rukken en bezeerde haar pols toen hij zijn greep verstevigde. ‘Laat me los!’