Hij begon te grommen.
Het dreigende geluid mengde zich met het monotone geluid van het badwater en zorgde voor een haast hypnotiserende sfeer.
Wat gebeurt hier verdomme? Alina voelde dat haar lichaam zich net zo spande als dat van TomTom. Want plotseling rook ze wat haar hond klaarblijkelijk al langer had geroken, namelijk dat de vertrouwde geur van haar woning was veranderd. Hij was nu aangevuld met iets een mannelijks.
Kaneel. Kruidnagel. Alcohol.
Met de zware aftershave van een oudere man.
‘Hallo?’ vroeg ze in de ruisende stilte. Toen ze de ademtocht bij haar oorlelletje voelde, wilde ze overgeven van angst.
‘Niet verder spelen,’ fluisterde een verdraaide stem in haar oor.
De man, die vanuit het niets was opgedoken, legde – en dat maakte alles nog veel erger – haast teder zijn hand op haar naakte schouder. Tegelijkertijd voelde ze een stuk koud metaal tegen haar wang.
Ze draaide zich razendsnel om, sloeg in de leegte en voelde zich hulpeloos. Ze haalde diep adem, alsof ze een aanloop moest nemen voor de schreeuw. Het duurde lang voordat die tot een keelklank was uitgegroeid. Ze sloeg verder in het niets, draaide zich tegen de klok in en verloor haar evenwicht. Bij het struikelen stootte ze een zware vaas van het dressoir. Het glas in lood viel van een meter hoogte op de rug van haar voet en perste nog een schreeuw uit haar.
Gelijktijdig met de ondraaglijke pijn vulden haar ogen zich met licht.
Fel. Als in een flits. Als een overbelichte foto.
En toen viel ze.
Op de grond.
En daarmee diep in een visioen.
49
ALINA GREGORIEV (VISIOEN)
DE KAMER IS DONKER EN DE VROUW IS NIET ALLEEN. JE HOORT HET ademen in de bedden naast haar. Behalve zij en de zieke vrouw is er nog minstens één stervende persoon in de kamer.
Dood.
Daarover bestaat geen twijfel.
De geur van desinfecteermiddel legt het af tegen de geur van de dood, het aftreksel van bedorven adem, doorgelegen huid en waterige uitscheiding.
‘Ik ben er weer,’ hoort ze zichzelf met de stem van een man fluisteren.
Snel, ademloos. Rauw.
De vrouw die de ogen van haar moeder heeft en toch een vreemde is, reageert niet. Hoe kan ze ook, als over haar gezicht een doorzichtig masker ligt?
Een schaduw die Alina niet kan duiden, vermoedelijk omdat ze het voorwerp niet kent. Omdat ze het als driejarig meisje nooit heeft gezien of het zich nu niet meer kan herinneren.
Er piept iets in de kamer, als een rusteloze digitale wekker waar niemand zich iets van aantrekt.
Dan gaat er knarsend een deur achter haar open en het wordt lichter. Iemand klapt in zijn handen. ‘Dat is leuk, dat u weer eens langskomt,’ galmt een vrouwenstem door de ruimte. Dan glipt er een schaduw achter haar naar het andere bed.
Geritsel. Een luchtvlaag, voortgebracht door een opgetilde deken. Kussens worden opgeklopt. Iemand kreunt.
Alina pakt de hand op het bed. Breekbare grauwe huid op wit gesteven linnen.
De borstkas van de vrouw in het ziekbed gaat langzaam omhoog en omlaag. Soms, lijkt het, vraagt het hart zich af of het nog wil slaan.
Dan buigt ze zich naar voren, strijkt de oude dame een pluk haar van het voorhoofd en kust haar.
Voor ze weggaat, voelt ze voor het laatst haar arm.
En dan, ongeveer op hetzelfde moment waarop in de verte het brandalarm afgaat, draait ze zich naar het nachtkastje en zet een klein vierkant dingetje neer.
Een fotolijstje.
De foto daarin toont een vader noch een moeder, dus kan het alleen om een kind gaan. Een jongen of een meisje. De schaduw op de foto is onmogelijk te identificeren. Ze kan alleen de ogen herkennen. Of liever gezegd: het ene oog.
Het andere is bedekt.
Of helemaal niet aanwezig.
Ze draait zich om, kijkt naar de open deur, en het alarm klinkt sterker. Tegelijkertijd verduistert de wereld om haar heen...
En de bliksems worden weer zwarte vlekken. De beelden worden een allesomvattend zwart...
...waarin Alina wakker wordt. Gewekt door de alarminstallatie van de galerie, zes etages onder haar. En door het woedende gebons op haar voordeur.
48
(NOG 8 UUR EN 17 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)
ALEXANDER ZORBACH (IK)
TOEN ZE EINDELIJK OPENDEED, WAS HET LETTERLIJK DE LAATSTE seconde. Even later zou het ding uit mijn bebloede handen zijn gevallen. Ik had de trap genomen en me vergist in zowel mijn conditie als in het gewicht van het apparaat dat ik uit de galerie had gestolen.
Alina rilde over haar hele lichaam toen ze me zwijgend binnenliet.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ze monotoon nadat ik de harddiskrecorder had uitgezet. Een vraag die ik net zo goed aan haar had kunnen stellen.
Het was al opvallend genoeg dat ze spiernaakt tegenover me stond en geen aanstalten maakte om zichzelf te bedekken. Bovendien had ze opeens geen haar meer; ik zag de pruik op het dressoir naast de deur liggen. Maar het was vooral de angst die me uit iedere vezel van haar lichaam tegemoet sprong. Haar ademhaling ging snel en haar handen trilden ongecontroleerd aan de slap omlaaghangende armen. Besteedde ze tot dusver nog zo veel aandacht aan haar mimiek, haar gezicht leek nu op een star masker. Ze had gehuild, dikke tranen waren langs haar wang naar beneden gelopen, de oogschaduw was uitgesmeerd, waardoor ze nog meer op een trieste pop leek.