Mijn volgende stappen. Mijn lot.
Mijn leven.
Als in trance liep ik Frank achterna, die, zonder zich nog een keer om te draaien, al bij de volgende kruising was aangekomen.
‘Ik heb het trouwens alweer,’ hoorde ik Alina zeggen, die dacht dat ik nog voor de auto in de inrit stond, terwijl ik al op de plaats stond waar Frank zijn capuchon over zijn hoofd had getrokken.
Vlak voor de etalage.
Alina wachtte een paar meter verderop voor de hoofdingang van haar huurwoning en wilde net de sleutel in het slot steken.
‘Wat is er?’ vroeg ik afwezig. Ik zette nog een stap dichter naar de etalage en stond er daarmee zo dichtbij dat het glas besloeg. Op het beeldscherm van de televisie, dat eerder nog een testbeeld had getoond, schitterde nu het silhouet van een ongeschoren, donkerharige man, die met hobbelende bewegingen naar een onzichtbare camera in de galerie wuifde. Ik zag mezélf!
‘Dorst,’ antwoordde Alina eindelijk. Ze glimlachte licht toen ik me naar haar toe draaide. Met haar kaarsrechte lichaamshouding en gesloten ogen zag ze eruit als een jong meisje dat bij het afscheid op een kus van haar geliefde hoopt. Ik wendde me af en staarde mezelf recht in het gezicht.
Het was geen zinsbegoocheling.
Het beeld op de televisie was al eens even veranderd toen het paartje langs de galerie was gelopen. En zojuist, toen Frank zich omdraaide, had ik het voor het eerst bewust gezien.
De kunstinstallatie filmt de voorbijgangers!
‘Komt er nog wat van, Mr. Star Reporter? Kom je nog voor een drankje mee naar boven?’ vroeg Alina, nu al iets ongeduldiger.
Ik greep naar mijn nek en verbaasde me er even over dat mijn hoofd geen pijn meer deed. Toen herinnerde ik me de pijnstiller die ik had ingenomen. Het perspectief van waaruit ik mezelf op het beeldscherm zag, liet alleen de logische conclusie toe dat de camera schuin boven mijn hoofd moest zijn aangebracht, en inderdaad ontdekte ik de knipperende diode in een schuine hoek links boven me aan het plafond van de galerie.
Vervolgens deed ik een stap opzij en toen nog een, net zolang tot ik uit het gezichtsveld van de camera was verdwenen. Het duurde slechts twee seconden, toen sneeuwde het weer op het beeldscherm.
‘Oké, bedankt voor het gesprek,’ zei Alina, maar ik negeerde haar verder.
In plaats daarvan testte ik de bewegingsmelder nogmaals, om mijn verdenking te controleren. Daarvoor ging ik weer naar rechts, en weer reageerde de televisie.
‘Wanneer was de ogenverzamelaar gisteren bij je, Alina?’ vroeg ik ademloos, maar nu was zij het die mij geen antwoord meer gaf.
Toen ik naar het portiek keek, waren Alina en TomTom in het trappenhuis verdwenen.
50
(NOG 8 UUR EN 25 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)
ALINA GREGORIEV
THUIS. DE GEUR VAN HAAR WONING WAS DE EERSTE KALMERENDE sensatie sinds uren.
Deze vertrouwde mix, die zich met de geuren van de verschillende kamers voedde: de geur van de uren geleden vers gezette koffie hing net zo in de lucht als die van haar duurste parfum en de goedkope schoonmaakazijn waarbij haar huishoudelijke hulp zwoer. Vandaag was het donderdag, dus had de werkster in haar afwezigheid de geur van de stoffige boeken in de woonkamer vervangen door die van schone was.
Alina snoof diep en glimlachte.
En ze heeft bij wijze van uitzondering een keer niet gerookt.
‘Kom hier, kleintje, je krijgt zo iets te eten.’
Ze maakte TomToms tuigje los en zakte toen door haar knieën om de ritssluiting van haar laarzen te openen. Daarbij vroeg ze zich af of de anderen ook altijd op de drempel inhielden en een aantal keren diep ademhaalden voordat ze hun kleren uittrokken.
De anderen.
Haar hele leven had ze haar best gedaan om geen speciale behandeling te krijgen, niet op de kleuterschool en niet op school en al helemaal niet later op de universiteit. Haar wens gewoon deel uit te maken van de maatschappij was zo ver gegaan dat ze zich ooit als verkeersbrigadier had aangeboden, een curiositeit die ooit zelfs de weg naar het lokale krantje van de Californische gemeenschap had gevonden. Natuurlijk was haar verzoek door de directeur afgewezen, maar in elk geval had ze haar beste, ziende, vriendin mogen assisteren. Tot op de dag van vandaag was Alina ervan overtuigd dat ze het ook alleen gered zou hebben. Ze kon horen of er een auto aankwam en – nog belangrijker – of hij sneller of langzamer ging rijden. Iets wat ‘de anderen’ zich meestal niet eens kunnen voorstellen.
‘De anderen’, die je ongevraagd bij de arm pakken en helpen oversteken, hoewel je bij de mobiliteitstraining hebt geleerd hoe je je zonder vreemde hulp voortbeweegt.
‘De anderen’, die denken dat blinden je in het gezicht willen pakken om je te kunnen herkennen, wat verdorie alleen nog in van die rottige Hollywood-kitschfilms voorkomt.
De anderen, waar ik nooit bij zal horen.