‘Kelder? Wat voor een verdomde kelder?’
Onbewust had hij met deze vraag de spijker op zijn kop geslagen. Alle eerdere slachtoffers waren in huurflats op bovenetages vermoord. Allemaal plaatsen waar de waarschuwing aan de vrouw niet naar de kelder te gaan geen zin had. Als er een kern van waarheid in Alina’s visioen zat, dan kon die alleen betrekking hebben op de moord op Charlie.
‘Ik heb niets gezegd over een kelder.’
Traunstein rochelde en had zich blijkbaar verslikt, want het gerochel ging over in een hoestbui, waaraan zijn hele lichaam meedeed.
Oké. Zo komen we niet verder. Tijd voor plan B.
Ik richtte me tot Alina. ‘Je moet me een plezier doen,’ fluisterde ik zo zacht dat Traunstein me niet kon horen. Ik stond dicht bij haar en rook weer haar aangename parfum. Alina’s nekhaartjes gingen rechtop staan toen mijn warme adem haar oor raakte. Ik zag het begin van een tatoeage in haar hals, die onder de afgegleden col van haar trui tevoorschijn kwam.
Alsof ze mijn blik had gevoeld, trok ze de kraag op voor ik de betekenis van de krullerige letters kon ontcijferen. Voor mij had het eruitgezien als Haat.
‘Wat voor een plezier?’ vroeg ze.
Ik nam haar handen in de mijne en leidde haar langzaam om de stoel heen, tot ze vlak achter Traunstein stond.
‘Je zei dat je met zijn schouders was begonnen.’
‘Wat doet u?’ vroeg Traunstein en hij legde zijn hoofd in zijn nek om te kunnen zien wat er achter hem gebeurde.
‘Ja,’ bevestigde Alina. ‘Maar...’
‘Verdomme, met wie praat u eigenlijk de hele tijd?’ vroeg Traunstein en hij trok aan het snoer waarmee hij vastzat. Blijkbaar had hij tot dusver nog helemaal niet gemerkt dat Alina er was.
‘Dan doe je het nog een keer,’ zei ik tegen haar. Bewijs mij dat je de waarheid spreekt. Kijk nog eens in het verleden van de ogenverzamelaar.
Ik bracht haar handen naar Traunsteins schouders. ‘Raak hem aan. En vertel me wat je ziet.’
55
(NOG 8 UUR EN 55 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)
PHILIPP STOYA (CHEF MOORDZAKEN)
DE OGENVERZAMELAAR KIEST KINDEREN UIT DIE DOOR HUN VAder worden afgewezen. Omdat deze kinderen net als de cyclopen in de Griekse mythologie het product van een verboden relatie zijn.
Stoya herhaalde in gedachten de laatste woorden van de professor. Langzamerhand deelde hij steeds meer Scholles antipathie tegenover de betweterige man, die met opzet zo sprak om verdere vragen uit te lokken, die zijn publiek als onwetend ontmaskerden.
Stoya deed hem uiteindelijk het plezier en vroeg: ‘Hoe moet ik dat opvatten?’
‘Uranos was de zoon van Gaja.’
‘Wacht even. De oude Moeder Aarde heeft met haar eigen zoon geneukt?’ Scholle lachte hysterisch.
‘Die ze door onbevlekte ontvangenis ter wereld heeft gebracht. Ja, de Grieken namen het destijds niet zo nauw. Zeus bijvoorbeeld was ook wel eens intiem met zijn zus. Tegenwoordig zou zoiets natuurlijk ontoelaatbaar zijn.’
Stoya schudde nadenkend zijn hoofd. ‘We hebben de achtergronden van de families van de slachtoffers nagetrokken. Daar wees niets op incest.’
Hohlfort stak zijn wijsvinger op. ‘Toen ik het over een verboden relatie had, bedoelde ik dat niet in juridische zin. Vanuit het gezichtspunt van de ogenverzamelaar kan een zijsprong al voldoende zijn.’
‘U bedoelt...’
‘...dat de ontvoerde kinderen vermoedelijk niet de lijfelijke nakomelingen van de vader zijn, ja.’ De profiler greep naar de chromen rand over de wielen van zijn rolstoel en begon zachtjes van voor naar achter te rollen. ‘Daarom heeft hij een hekel aan ze. Daarom wordt de moeder gedood, die de man zo schandelijk heeft bedrogen.’
Als geëlektriseerd door wat de professor zojuist aanduidde, stond Stoya op en greep in zijn nek. ‘Dat maakt onze ogenverzamelaar tot wreker!’
‘Exact!’ Hohlfort rolde verder van voor naar achter en leek wel een opgetogen kind. ‘De moordenaar bestraft de moeder voor haar ontrouw en speelt de rol van Uranos, door de gehate koekoekskinderen diep in het binnenste van de aarde te verstoppen. Dat geeft ons trouwens nog een aanknopingspunt voor de zoektocht: hij zal zijn slachtoffers in een bunker of een keldergat gevangenhouden. In geen geval gelijkvloers of daarboven.’
‘O, hartelijk dank. Dat beperkt de zoektocht aanzienlijk,’ mengde Scholle, die nu eveneens was opgestaan, zich in het gesprek. Zijn buik welfde dusdanig over zijn broek, dat je niet kon zien of hij een riem droeg.
‘U kunt uw tijd hier met sarcastische opmerkingen verknoeien. Of u controleert de achtergrond van de families op heimelijke affaires en zijsprongen. Misschien hebben al deze vrouwen een ontmoeting met de ogenverzamelaar zelf gehad, waaruit een kind is voortgekomen aan wie de ogenverzamelaar nu net zo’n grote hekel heeft als vroeger Uranos aan zijn cyclopen.’