Stoya moest aan de koffiebeker op Zorbachs bureau op de redactie denken, waarop stond: Creatievelingen hebben geen werktijden, alleen deadlines.
‘En de dader beschikt minstens over rudimentaire kennis van geneeskunde.’
Stoya knikte met tegenzin. De ogen van de slachtoffers waren niet professioneel, maar ook niet klungelig verwijderd, en de dader had de verdoving zo gedoseerd dat ze tot afloop van het ultimatum zou werken. In elk geval wees het ontbreken van uiterlijke geweldssporen erop dat de kinderen bewusteloos waren toen ze werden verdronken. Stoya probeerde af en toe troost in deze gedachte te vinden, wat hem echter nooit lukte.
‘In elk geval heeft hij de plannings- en toenaderingsfase allang achter zich gelaten,’ doceerde Hohlfort verder. ‘Anders was het verloop niet zo gelijkmatig, zo geroutineerd. We kunnen ervan uitgaan dat de dader al een paar jaar geleden ergens mee begonnen is.’
Bijvoorbeeld toen hij een vrouw op een brug neerschoot?
‘Ik heb een vraag over de prikkel,’ zei Stoya in een van de weinige stiltes die de professor bij het praten liet vallen. ‘Zou het kunnen dat de ogenverzamelaar met zijn daden een trauma verwerkt?’
Hohlfort knikte heftig. ‘Ik durf zelfs te wedden dat de dader een psychiatrisch ziektedossier heeft. Helaas heeft hij tot nu toe geen bruikbare DNA-sporen of vingerafdrukken achtergelaten. Daar hebben we dus niets aan, dus moeten we de klassieke weg bewandelen om de hoeveelheid mogelijke daders te beperken. En die begint met de allesbepalende vraag naar het motief!’
De professor glimlachte voor het eerst zijn televisiegrijns en stak beide handen in de lucht, alsof hij zich wilde overgeven. ‘Vanaf hier verlaat ik de wetenschappelijk vaste bodem en begeef me op het zompige veld van de speculatie.’
Voor Scholle leek daarmee het slotsignaal geklonken te hebben en hij maakte aanstalten om zijn enorme lichaam aan de stoel te ontworstelen. Maar Stoya gebaarde zijn partner nog wat geduld te hebben. Ook hij wilde hier weg, niet op de laatste plaats omdat het spul dat hij tien uur geleden had gesnoven zijn werking verloor en hij dringend een nieuwe oppepper nodig had. Maar dat moest wachten.
Ik moet eerst zeker weten dat we in de goede richting zitten.
In tegenstelling tot Scholle, voor wie de schuldige al vaststond, ging het idee dat een vroegere collega voor de afschuwelijkste serie moorden van zijn loopbaan verantwoordelijk was Stoya’s voorstellingsvermogen te boven. Maar nadat Zorbach plotseling bij de plaats van het misdrijf was opgedoken, zijn portefeuille daar was gevonden, hoewel al zijn zakken door een overall waren bedekt en hij bovendien over concrete daderkennis beschikte, was hij op dit moment hun meest waarschijnlijke kandidaat. Dat hij van het concrete ultimatum op de hoogte was, maar tegelijkertijd geen informatie over de modus operandi – het verdrinken – gegeven had, beschouwde Scholle alleen maar als ‘de tactiek van een psychopaat, die een gezond stel hersens toch nooit zou begrijpen’.
Voor Stoya was dat te gemakkelijk, maar toch steunde hij natuurlijk de zoektocht naar Zorbach, die al in volle gang was. Op dit moment werd zijn woning doorzocht en voor de Volvo was een opsporingsbevel gegeven. Het was slechts een kwestie van tijd tot men hem zou vinden. Tijd die Stoya nu moest gebruiken om zich op het verhoor voor te bereiden.
‘Speculeert u alstublieft,’ verzocht hij daarom de professor en hij keek op zijn horloge.
Minder dan tien uur.
‘Wat wil de ogenverzamelaar met zijn moorden bereiken?’
60
(NOG 9 UUR EN 41 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)
ALEXANDER ZORBACH (IK)
NIETS AAN DE DROMERIGE LOCATIE AAN DE RAND VAN HET GRUnewald wees erop dat hier nog maar een paar uur geleden een wreed misdrijf was gepleegd. Het leek alsof de verse sneeuw niet alleen de daken, straten en voortuinen, maar ook de herinnering aan de gruwelijke daad had bedekt. Als ik niet beter had geweten, zou ik denken dat dit een van de veiligste plaatsen van de wereld was. Een buurt waar ouders hun kinderen namen gaven die ook in een Ikea-catalogus niet zouden misstaan: Tombte, Sören, Noemi, Lars-Alvin, Finn. Kinderen die maar een beperkte tijd tv mochten kijken en die niet van het voetbalveld, maar van pianoles werden terugverwacht. Intussen discussieerden hun ouders bij het tuinhek over de beste gazonmest en welke buurman zijn hond alweer op de ventweg had laten poepen zonder de troep op te ruimen, hoewel het gemeentebestuur overal van die blauwe containertjes met wegwerpzakjes had neergezet. Een buurt waar het grootste schandaal van de laatste paar jaar die keer was dat de oude Becker op de Zikadenweg met een twintig jaar jongere Aziatische op het straatfeest verscheen.
En nu dit!
Ik reed stapvoets en keek in de verlichte vensters. In sommige vensterbanken stond al de eerste kerstdecoratie: handbeschilderde notenkrakers, een houten kerststal, éénkleurige feestverlichting. Niets bonts en schels zoals in de armere wijken, geen knipperende Kerstmannen op de daken, geen halogeenrendieren voor de garage. In het Westend werd er bescheiden feestgevierd.