Om een volledig irrationele reden had ik het gênant gevonden haar mijn werkelijke beweegredenen op te biechten. Vermoedelijk omdat ik niet wilde dat een zo knappe vrouw dacht dat ik het nodig had naar een swingersclub te gaan. Ze grijnsde. ‘Je doet hier onderzoek voor de krant, ja natuurlijk. En ik ben van het arbeidsbureau.’
Hoewel mijn ouders me vrijzinnig hebben opgevoed, moest ik erg mijn best doen om me op het gesprek te concentreren. Charlie was poedelnaakt, terwijl ze me vertelde dat ze eigenlijk altijd nog dacht dat ze hier niet ‘bij hoorde’. Maar ze was nu eenmaal een vrouw met seksuele behoeften en haar man sliep allang niet meer met haar. Toen leidde ze me rond door de achterste ruimten, liet me de spiegelkamer zien waar diverse paartjes aan partnerruil deden en bracht me naar de Spaanse muur, waarvoor enkele mannen onaneerden terwijl twee vrouwen elkaar liefkoosden.
Die avond hadden we geen seks. Net zomin als op alle andere dagen die sindsdien waren verstreken.
We hadden een platonische relatie, wat gezien de omstandigheden van onze regelmatige ontmoetingen bijna krankzinnig was. Want Charlie stond erop me uitsluitend in die swingersclub te ontmoeten. ‘Nergens anders zijn de mensen die je ontmoet discreter.’
En zo troffen we elkaar telkens weer en we werden door de steeds diepgaandere gesprekken in de waarste zin van het woord intiem, al was de plaats van onze ontmoetingen daar bepaald niet voor bedoeld.
Terwijl de andere gasten copuleerden, waren wij urenlang aan het praten. Zo kwam ik langzamerhand te weten dat haar man dankzij zijn boerenslimheid een aanzienlijk vermogen had opgebouwd. Dat kapitaal gebruikte hij onder andere om zich met de duurste alcoholica van deze wereld paranoïde te drinken en de ongelikte proleet uit te hangen. Al vlak na de bruiloft was hij veranderd. Hij werd humeuriger, agressiever, werd ziekelijk jaloers en beschuldigde haar steeds van ontrouw, hoewel hij tot een jaar geleden de eerste en enige man in haar leven was geweest. Zelfs aan het vaderschap van zijn kinderen twijfelde hij en aan de andere kant dreigde hij hen van haar af te nemen als ze erover dacht te scheiden. Toen hij haar een keer te vaak geslagen en haar als hoer betiteld had, besloot ze eindelijk aan zijn beledigingen te voldoen. Ze bezocht voor het eerst een ‘lusthuis’.
Het was een pure wanhoopsdaad; des te groter was haar verbazing toen ze merkte dat haar nieuwe, zinnelijke gezelschap haar beviel. Een opvatting die zich aan mij nog niet had geopenbaard. Integendeel: hoe vaker we elkaar ontmoetten, des te sterker had ik het gevoel dat ik binnenkort niet meer genoeg aan onze gesprekken zou hebben. En op een dag zou ik het brandende trekken in mijn maag niet meer kunnen negeren als ik weer wist dat ze alleen was. En wat ik per se had willen vermijden gebeurde: ik werd jaloers.
‘Probeert u het later nog een keer,’ verzocht de computerstem van Charlies voicemail, toen ik voor de derde keer op de herhaaltoets had gedrukt. Kwaad gooide ik het toestel op de passagiersstoel.
Heb ik je een keer nodig...! dacht ik en ik concentreerde me op de weg.
Bij onze even talrijke als merkwaardige ontmoetingen was ik zoiets als Charlies vertrouwenspersoon geworden. Een psycholoog, die zijn therapiesessie af en toe onderbrak, terwijl haar vertrouweling zich aan een gin-tonic vasthield.
Urenlang heb ik naar je geluisterd. Op je gewacht.
Nu zou ik degene zijn die raad van haar nodig had, maar ik verwierp snel de gedachte naar het ‘lusthuis’ te rijden om te kijken of ik haar daar zou aantreffen.
Wat kan het me schelen?
Het was niet de eerste keer dat ik het alleen moest zien klaar te spelen. Het enige wat ik nodig had was een plek waar ik tot rust kon komen. Waar ik mijn hoofd leeg kon krijgen. Een plaats waar niemand me kon vinden zolang ik dat niet wilde.
Kortom, ik moest vluchten naar de plaats waar ik me de laatste keer twee jaar geleden had verborgen, nadat ik had geprobeerd mijn moeder te vermoorden.
73
(NOG 11 UUR EN 51 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)
DE EERSTE SNEEUW VIEL ANDERHALF UUR LATER EN DAARMEE iets te vroeg. Als hij een paar minuten langer de tijd genomen had, dan zou mijn Volvo minder opvallende bandensporen op de bosweg achtergelaten hebben. Maar ik betwijfelde of iemand me van hieruit naar Nikolskoe was gevolgd. Het heuvelachtige bosgebied tussen Berlijn en Potsdam was een populaire bestemming. Maar gelukkig niet in de winter, dan bleven zowel de pontaanlegsteiger naar het Pauweneiland alsook de beide restaurants gesloten.
Eerst had ik nog een omweg langs mijn woning gemaakt en een voorraad ravioli in blik en mineraalwater ingeslagen. In mijn ‘tas voor noodgevallen’ die nu in de kofferbak lag, bevonden zich verder extra kleding, mijn vervangende gsm met een niet op mijn naam gestelde prepaidkaart (die ik af en toe nodig had als ik met een informant wilde bellen wiens toestel eventueel door de politie werd bewaakt) en mijn laptop.