‘Ik ben met Maggie getrouwd, pa.’
‘Je bent getrouwd? Wettelijk?’
‘Ja.’
‘Gelukkig ben je wel bij Blake langs geweest.’
‘Wat? Geen felicitaties?’
Zonder daarop te reageren ging zijn vader door: ‘Heeft ze de huwelijkse voorwaarden getekend?’
‘Ja.’ De rest hoefde zijn vader niet te weten.
‘Mooi. Als je een eerbare vrouw van haar hebt gemaakt, is er niks aan de hand.’
‘En ze heeft een geheimhoudingsverklaring getekend.’
‘Wat weet je van haar?’
Jason besloot zijn vader niet alles te vertellen. ‘Ze is in het klooster geweest.’
‘Is ze een non?’ Hunter keek hem weer stomverbaasd aan.
‘Nee, ze heeft de gelofte niet afgelegd.’ Snel dronk hij het bodempje cognac op. Hij zag de radertjes in zijn vaders hoofd werken en er verscheen een sluwe blik in zijn ogen.
‘Dus ze deed of ze moeilijk te krijgen was.’ Hij knikte begrijpend. ‘Maar zo kun je wel netjes met haar rotzooien.’
Jason werd boos. Rotzooien met Maggie? Hij kon niet zeggen dat hij er nooit aan had gedacht – sinds die kus dacht hij zelfs nergens anders meer aan – maar die gedachten ging hij niet met zijn vader bespreken. ‘Maggie is niet een vrouw met wie je rotzooit, pa.’
‘Misschien. Maar volgens mij heeft elke vrouw een verborgen agenda.’ Hunter keek nadenkend. ‘Blake is goed, dus als je die hebt, krijgt ze toch niks van je bij een scheiding. En dat is het enige waar je je zorgen om moet maken.’ Hij glimlachte, voor het eerst. ‘Gelukkig denk je met je hoofd, niet alleen met andere lichaamsdelen.’
Jason vond dat het gesprek geen goede wending nam. Hij mocht er dan misschien aan denken, hij zou er niet naar handelen. De zorg voor zijn zoon was veiliggesteld, dat had hij geregeld. Dat was genoeg, zo.
‘Een halve non.’ Hunter stond op nadat hij zijn lege glas op tafel had gezet. ‘Iets nieuws voor je.’
‘Hm-m.’ Dat gold omgekeerd ook.
‘Doe jezelf een plezier, Jason.’ Hunter hief een waarschuwende vinger. ‘Word niet verliefd.’
Een preek voor eigen parochie. ‘Gebeurt niet, pa.’
Een geluid bij de deur trok zijn aandacht. Ze zagen Maggie met de baby in haar armen in de deuropening staan.
‘Jij moet Maggie zijn.’ Hunter nam haar op en knikte toen goedkeurend. ‘Ik ben Hunter Garrett.’
‘Jasons vader.’ Ze richtte haar aandacht op de baby, die begon te spartelen. ‘En Brady’s opa.’
‘Ja.’ Hij keek Jason met glimmende oogjes aan. ‘Ik moest maar eens gaan en jullie alleen laten.’ Net zo abrupt als hij gekomen was, verdween hij weer. Geen felicitaties, geen welkom in de familie. Geen excuses dat hij binnenviel op de dag van het huwelijk, bedacht Jason.
‘Ik wilde niet storen,’ verontschuldigde Maggie zich. Kennelijk kwam hij niet voor zijn kleinkind.
‘Ach, zo is mijn vader.’ Een wandelend, kletsend rolmodel. Jasons enige familie naast Brady.
‘Ik kwam Brady brengen zodat jullie samen wat tijd kunnen doorbrengen voor hij naar bed gaat.’
‘Dank je.’
‘Als hij me nodig heeft, ben ik in mijn kamer.’
Het ontging hem niet dat ze het alleen over Brady had. Daarmee werd hij uitdrukkelijk uitgesloten, wat opnieuw een vuur in hem deed ontbranden. Waarom nam de behoefte aan iets exponentieel toe als je het niet kon krijgen? Hij wilde haar. En vanaf vanochtend had hij het recht met haar naar bed te gaan. Zoals zijn vader het zo fijntjes had gezegd: hij kon met haar rotzooien zonder zich zorgen te hoeven maken. Hij durfde haar echter niet eens aan te raken.
Jason merkte de gekwetste blik in haar ogen op en wist dat ze het laatste deel van het gesprek had gehoord. Waarom zou ze dat erg vinden? Ze kreeg immers wat ze wilde. Toch kon hij het gevoel niet van zich afzetten dat hij een vlinder had gevangen. Nog nooit had hij zich zo erg een zoon van zijn vader gevoeld als nu. Hij vond het verschrikkelijk.
Zodra Jasons chauffeur Maggie had afgezet, zag ze zuster Margaret staan, beschutting zoekend tegen vallend puin. Overal stonden vrachtwagens en pallets met dakpannen en hout op de oprit.
Bij het horen van voetstappen draaide de non zich om.
Onmiddellijk verscheen er een glimlach op Maggies gezicht. ‘Hallo, zuster!’ Ze zwaaide.
‘Maggie!’ De non omhelsde haar. ‘Hoe is het met je?’
‘Goed.’ Het antwoord kwam automatisch, en meestal klopte het ook. Haar lichaam was gezond. Misschien wel te gezond, als ze dacht aan de hartkloppingen die ze kreeg als ze aan Jason dacht. Het was dik een week geleden sinds hij haar had gekust, maar de herinnering deed haar verlangen naar meer van hetzelfde.
In haar hoofd ging het echter minder goed. Nadat ze hem tegen zijn vader had horen zeggen dat liefde geen rol speelde, was haar wereld ingestort. Daar zou ze zuster Margaret echter niet mee lastigvallen. ‘Hoe gaat het?’