Hoe durfde ze hem op die manier te vernederen? In het openbaar nog wel! Als een man in zijn land zoiets had gedaan, zou hij onmiddellijk in de gevangenis zijn gegooid!
Zijn mond werd een grimmige streep. Met grote stappen volgde hij haar. Al snel overbrugde hij de afstand tussen hen en was hij zo dichtbij dat hij het getik van haar hoge hakken op de marmeren vloer kon horen. Hij zag de glinstering die de aandacht op de ronding van haar in zilver gehulde achterwerk vestigde. Hij zag dat ze een blik over haar schouder wierp, en dat haar blauwe ogen groot werden toen ze besefte dat hij zich vlak achter haar bevond. Vervolgens versnelde ze haar pas, en er liep een verwachtingsvolle rilling over zijn huid.
Zwijgend achtervolgde hij haar. Tevreden zag hij dat ze bij twee gangen aarzelde. De een was breed en de ander smal. Uiteraard had ze geen idee waar ze naartoe ging, dacht hij. Hij kende het doolhof van gangen in het paleis echter heel goed. Hadden Alex en hij niet vaak genoeg verstoppertje gespeeld toen ze nog kinderen waren?
Ze koos voor de smalle gang. Ofschoon hij wist dat hij haar gemakkelijk in kon halen, bleef hij haar schaduwen. Hij genoot te veel van de achtervolging om er nu al een eind aan te maken. Het was alsof hij zich weer in de strijd bevond. Met al zijn zintuigen op scherp achtervolgde hij zijn prooi.
Pas nadat ze het centrum van het paleis achter zich hadden gelaten en er geen bedienden meer te zien waren, kwam hij naar voren. Ze draaide zich snel om toen hij haar in een hoek drukte. Haar ademhaling kwam met horten en stoten. Haar lange krullende haren vielen over de zilveren jurk, en een been stond naar voren alsof ze wilde laten zien hoe perfect dat eruitzag. Nog nooit had hij een vrouw gezien die er zo wild en losbandig uitzag.
‘Ik heb je,’ zei hij met een triomfantelijke toon in zijn stem, maar hij raakte haar niet aan.
Ademloos staarde Ella hem aan. Haar hart sloeg zo snel, dat het leek alsof het elk moment uit haar borstkas zou springen. Ze was bezweet en buiten adem. Het was een stomme zet geweest om op deze schoenen te gaan rennen, want nu leek het wel alsof haar voeten in brand stonden. Wat had haar bezield om zo te reageren? Om een glas champagne over een man leeg te gooien die nu boven haar uit torende en eruitzag als een duivel? Een deel van zijn hagelwitte overhemd kleefde aan zijn borstkas. Het was een man die heel anders was dan alle andere mannen die ze ooit had ontmoet. Nou, ze had het gedaan, en nu moest ze haar kalmte zien te bewaren.
‘Je maakt mij niet bang,’ flapte ze eruit. Maar ze vroeg zich af hoe overtuigend haar woorden waren bij het zien van de lege blik in zijn ogen.
‘O, nee?’ Hij boog wat naar voren. ‘Dan moet ik misschien wat beter mijn best doen. De meeste mensen zouden behoorlijk bang voor me zijn als ze hadden gedaan wat jij net hebt gedaan.’ Belangstellend keek hij naar de zilveren kraaltjes op haar borsten die door haar snelle ademhaling uitdagend glinsterden. Plotseling wist hij niet meer precies waarom hij zo kwaad was. Hij slikte. Hij was zo opgewonden dat hij even niets kon zeggen. ‘Je hebt nogal een scène veroorzaakt.’
Ella maande zichzelf voorzichtig te zijn. Dit was iemand van wie het gevaar afstraalde. En zij, met haar lachwekkend gebrek aan ervaring, had geen idee hoe ze met zo iemand moest omgaan. Ofschoon haar gezond verstand zei dat ze het goed moest maken, kon ze de verontschuldiging niet over haar lippen krijgen. Want hoe kon ze ooit de verschrikkelijke dingen vergeten die hij had gezegd?
‘Wie maalt er eigenlijk om een scène?’ vroeg ze koppig.
‘Jij duidelijk niet, maar jij hebt dan ook geen reputatie te verliezen.’
Eigenlijk was dat wel het geval. Ze had heel hard gewerkt om haar eigen bedrijf op te bouwen, en ze kon er nu net van leven. De ironie was dat een ruzie in het openbaar met de sjeik haar waarschijnlijk nieuwe klanten zou opleveren. Het feit dat ze met mensen van koninklijken bloede omging, was een geweldige reclame. Een klein schandaal hier of daar leek haar klantenbestand nooit negatief te beïnvloeden. Telkens wanneer het gezicht van haar vader in de krant stond, hoe dubieus het bijbehorende verhaal ook was, leverde dat weer extra bekendheid voor haar bedrijf op. ‘En jij zeker wel?’
‘Natuurlijk!’ barstte hij uit. ‘Ik ben het staatshoofd van een woestijnstaat en mijn woord is wet. Om precies te zijn máák ik de wetten!’
‘Wauw. Mr. Macht,’ zei ze spottend.
Haar onbeschofte gedrag maakte hem niet alleen boos, het wond hem bijna net zoveel op. Hij voelde een spiertje in zijn wang trekken, en een nog dringender gevoel in zijn kruis. ‘En er zijn mensen die naar mij opkijken, die het niet prettig zullen vinden om te lezen dat een of andere brutale Engelse onbenul champagne in het gezicht van hun koning heeft gespetterd.’