Zou ze bluffen? Zou ze zeggen dat ze zelf haar weg wel terug kon vinden en zijn hulp niet nodig had? Dat zou het verstandigst zijn. Om met haar trots intact weg te lopen nu ze min of meer een wapenstilstand hadden bereikt. ‘Ik red me wel.’
‘Weet je het zeker? Het is nogal een doolhof. En ik zou het vreselijk vinden als je hier urenlang rondjes loopt.’
‘Een doolhof waar jij als geboren navigator natuurlijk zonder enig probleem de weg in kunt vinden?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Toevallig heb ik een voortreffelijk richtingsgevoel, maar ik ken het paleis ook goed. Vroeger, toen we nog kinderen waren, heb ik hier veel tijd met Alex doorgebracht.’
Het was vreemd om je voor te stellen dat deze boomlange man met het wrede gezicht ooit een kind was geweest. Had hij haar dat verteld om zijn koninklijke afkomst te benadrukken? Wilde hij benadrukken dat háár familie slechts uit eerzuchtige mensen bestond die tot de hogere kringen wilden doordringen?
Op het moment dat ze de ironische blik in zijn ogen zag, besefte ze dat ze zich gewoon als een volwassene moest gedragen en zijn aanbod moest accepteren. Ze had helemaal geen zin om uren in deze lege gangen rond te dolen en misschien in een deel van het paleis terecht te komen dat verboden terrein was.
Ze hoefde hem nooit meer te zien – behalve, waarschijnlijk, op de bruiloft, als haar zus met zijn vriend zou trouwen. Ongetwijfeld was het beter om op vriendschappelijke basis afscheid te nemen. Vooral nadat ze die champagne over hem heen had gegooid. In feite was het verbazingwekkend en tamelijk geruststellend dat hij dat blijkbaar vergeten was.
Dit keer was haar glimlach breder, ofschoon hij niet echt vrolijk aanvoelde. Maar vrolijk was dan ook niet het woord dat je met een man associeerde wiens ogen zo hard en donker waren dat ze eruitzagen alsof ze van een zeldzame koude steen waren gemaakt. ‘In dat geval, ja, graag. Ik zou het niet erg vinden om in de juiste richting te worden geleid.’
Even stond Hassan zichzelf een glimlachje toe. ‘Laten we gaan,’ zei hij zachtjes. Hij wist precies welke route hij zou nemen.
Zonder enig geluid te maken liepen ze door de gang. Ella was zich zo van hem bewust dat ze niets van de spectaculaire omgeving zag. De sierlijke inrichting werd volledig door Hassan overschaduwd. Zonder de extra centimeters van haar schoenen, vond ze zijn lengte en breedte bijna intimiderend. Was hij altijd zo dominerend, vroeg ze zich af. Haar verwarde gedachten werden door een vraag van hem onderbroken.
‘Hoelang blijf je op het eiland?’
‘Ik vlieg morgen terug naar Londen.’
‘Na de lunch?’
Eigenlijk had ze gehoopt dat ze direct na het ontbijt kon wegvluchten, maar het leek erop dat de lunch verplicht was. Ze haalde haar schouders op. Het was haar inmiddels duidelijk dat je beter geen nee tegen een vorst kon zeggen. ‘Ja.’
Bij de berustende toon in haar stem keek Hassan haar aan. Ze gedroeg zich helemaal niet zoals hij had verwacht. Hij had een beetje meer dankbaarheid verwacht voor het feit dat hij haar die stuitende woede-uitbarsting had vergeven. En de verleidelijke manier waarop hij haar voeten van haar schoenen had bevrijd, zou normaal gesproken hebben gegarandeerd dat ze nu tussen haar wimpers door naar hem zou kijken en wild met hem zou flirten. Dat deed ze echter helemaal niet. In plaats daarvan was haar blik besluitvaardig voor zich uit gericht, alsof ze een hardloper was met haar ogen op de eindstreep.
Of probeerde ze misschien het verlangen te onderdrukken dat zo duidelijk aanwezig was geweest vanaf het moment dat ze elkaar hadden gezien? Hij keek naar haar lichaam. Door de glinstering van haar zilveren jurk werd de elegantie van haar lichaam benadrukt, en zijn vingers jeukten om door haar dikke glanzende donkere haren te glijden. Op de een of andere manier waren haar blote tenen met zilvergelakte nagels veel uitdagender zonder haar torenhoge hakken. Hij voelde een nieuwe opwelling van lust.
‘Wil je een glas champagne voordat je weggaat? Of is dat vragen om moeilijkheden?’
‘Champagne?’ Door de onverwachte humoristische klank in zijn stem begon ze te twijfelen. Totdat ze zich haar dramatische aftocht uit de balzaal herinnerde. ‘Maar ik wil niet terug naar het feest.’
‘Dat weet ik. Maar we zijn vlak bij mijn suite. Ik dacht dat je die misschien wilde zien.’ Hij glimlachte. ‘Vooral omdat er prachtige schilderijen hangen.’
Ironisch genoeg had hij precies het enige genoemd wat haar hart sneller deed slaan. Toch voelde ze zich teleurgesteld. Het leek wel alsof alle mannen hetzelfde waren, of het nu woestijnprinsen of managers waren. ‘O, zoals in “Ga je mee naar boven om mijn etsen te bekijken”? neem ik aan?’ vroeg ze sarcastisch. ‘Gut, jij moet echt een opfriscursus volgen om te leren hoe je een vrouw moet versieren!’