Ze hoorde hoe scherp ze klonk, hoe fout ze klonk.
‘Wie is hij dan?’
‘Dat heb ik je al verteld.’
‘Ja, maar echt?’
Daar gaf ze ook geen antwoord op. Het liefst wilde ze zeggen: In godsnaam Albert, hou alsjeblieft je mond! Ze horen alles wat we zeggen!
Maar ze wees alleen naar de woonkamer in een mislukte poging hem op een volwassen manier te straffen. Hij was te oud voor zo’n reprimande, begreep er niets van. Zuchtend stond hij op en verliet de keuken.
Sophie goot de rest van de koolzuurhoudende wijn in de gootsteen.
***
*
***
De etage zag eruit als een oude loods: groot, open en spartaans. Het plafond was relatief hoog en werd door pilaren op zijn plaats gehouden. Harry bewoonde al zolang Jens hem kende een bouwvallige zolderverdieping in Kungsholmen, misschien al vijftien jaar. Harry was autodidact en had zijn hele volwassen leven als privédetective gewerkt. Een groot deel van de jaren zeventig en de eerste helft van de jaren tachtig met Londen als thuisbasis, daarna koos hij er om de een of andere reden voor om terug te keren naar huis.
Hij was net wakker; op vilten pantoffels en in een geruite ochtendjas sjokte hij door de grote open ruimte. Zijn dunne piekhaar leefde zijn eigen leven, ver weg van Harry’s aandacht.
‘De koffie loopt door maar het kan even duren voordat die klaar is want ik ben vergeten om dat rotding te ontkalken.’ Harry’s stem was schor en kraste alsof hij zijn keel moest schrapen.
Het koffiezetapparaat in het keukentje pruttelde verontrustend. Vier computers waren actief. Harry slenterde ernaartoe en krabde op zijn hoofd.
‘Wat heb je?’ Hij hoestte even.
Ze gingen op een stoel bij de werktafel zitten.
‘Een id-kaart en een telefoon.’
Harry hield zijn hand op.
‘De id-kaart.’
Jens legde Lars Vinges id-kaart in Harry’s hand. Harry bekeek hem, draaide hem een paar keer om. Hield hem tegen het licht van een leeslamp die op een plank achter de beeldschermen stond.
‘Die is echt, dus die vent is zeer waarschijnlijk een smeris. Heb je zijn gezicht gezien?’
‘Van opzij, het was de man van de foto.’
Harry gaapte uitgebreid en begon op een toetsenbord te tikken terwijl hij schuin naar de id-kaart bleef kijken.
‘Hoe kom je daaraan? Je zou toch foto’s maken?’
‘Het liep wat anders.’
‘Kan gebeuren,’ zei Harry en hij tikte verder, ogenschijnlijk ongeïnteresseerd. Onderaan bij zijn voeten opende hij een la en haalde er een gehavende leren agenda uit, hij liet zijn leesbril van zijn voorhoofd op zijn neus glijden en begon te bladeren. Overal priegelige aantekeningen. Hij draaide zich om naar Jens en knikte naar het koffiezetapparaat, dat niet meer pruttelde. Jens stond op en liep erheen.
Harry vond wat hij had gezocht, vulde gebruikersnaam en password in op een website en klikte op enter. Toen tikte hij Lars Vinge in, gevolgd door zijn persoonsnummer. Er werd een pagina geladen en al vrij snel verscheen Vinges pasfoto. Jens kwam terug met koffie.
‘Lars Christer Vinge, agent, politiebureau Husby,’ zei Harry.
Jens leunde naar voren en las mee.
‘Wat is dit voor website?’
‘Het personeelsbestand van de smeris...’
Jens ging zitten, Harry las verder.
‘Een maand geleden liep hij nog geüniformeerd rond in Västerort. Nu is hij rechercheur, verbonden aan de rijksrecherche...’
‘Ik weet niet zoveel van agenten, maar spring je bij de politie zo van de ene dienst naar de andere?’ vroeg Jens.
‘Geen idee... politie, wie kan het schelen?’ mompelde Harry en hij nam een slok koffie, zette zijn koffiekopje neer en begon weer op de toetsen te drukken.
‘Dit gaat even duren,’ zei hij.
Jens bleef zitten. Harry tikte verder, keek naar Jens, tikte weer even en draaide zich toen naar hem om.
‘Daar in de hoek vind je speelgoed, ga daar zolang maar even spelen.’
Jens begreep het.
Tegen de muur stond een opgeklapte tafeltennistafel, hij klapte hem uit en begon met zichzelf te spelen. Het tikkende geluid van de pingpongbal was heerlijk om je op te concentreren. Het was hypnotiserend. Jens dacht aan niets, liet de bal maar tussen hem en de muur heen en weer stuiteren. Hij sloot zich af, zijn concentratie was maar op één ding gericht, dat de stomme bal doorkreeg dat hij kansloos was tegen hem. Maar dat was hij niet, want Harry riep hem, Jens verloor zijn concentratie en de bal won. Hij stuiterde van de tafel af en rolde weg over de vloer naar zijn eigen nietszeggende vrijheid.
Harry had meerdere pagina’s in een klein venster op het scherm openstaan toen Jens weer naast hem op de stoel plaatsnam.
‘Lars Vinge is een vrij onzichtbaar type, er is niets interessants over hem te vinden. Hij is een smeris, is van Västerort naar de rijksrecherche gegaan. Ik heb in medische dossiers gezocht en ontdekt dat hij onlangs nog bij een arts is geweest. De oude dossiers worden niet bijgehouden, dus een bezoek aan een arts vóór 1997 is moeilijk boven water te halen. Hoe dan ook, onlangs is hij bij de dokter geweest met rugklachten en slaapproblemen. Volgens deze informatie slikt hij Sobril en Citodon.’