‘Maar aan de andere kant maak je een ongekunstelde... rustige indruk.’
Jens nam niet de moeite om daarop in te gaan.
‘Breng ons antwoord maar aan Hanke over.’
Hector verliet de keuken en liep terug naar zijn kantoor.
‘Verkloot je het, dan ben je er geweest,’ zei hij zonder zich om te draaien.
***
In het trappenhuis op weg naar de straat beneden belde hij het nummer dat hij van Michail had gekregen. Roland Gentz nam op.
‘Ja.’
‘Ik moest dit nummer bellen om een reactie uit Stockholm over te brengen. Klopt dat?’
‘Ja.’
‘Hector laat weten dat jullie al te ver zijn gegaan, dat jullie nu moeten stoppen... Als jullie nog iets proberen, escaleert het zo dat niemand de boel meer in de hand kan houden.’
‘Ik begrijp het, bedankt voor je telefoontje.’
De verbinding werd verbroken.
***
Terwijl Jens door de oude binnenstad wandelde, probeerde hij een rangorde aan te brengen in alles wat er gaande was; hij gaf cijfers van 1 tot 10, waarbij grote en belangrijke zaken, waar meteen iets aan gedaan moest worden, een 1 kregen, en dingen die wel konden wachten, die hij later kon oplossen een 10. Hij kreeg een heleboel enen en tweeën, die hij niet onderling kon ordenen. Jens schudde de gedachten van zich af en ging boodschappen doen voor het ontbijt. Hij vond een nachtwinkel die vers brood, versgemalen koffie en zelfgemaakte jam verkocht. Hij kocht het beste wat hij kon vinden, Harry zou over een paar uur komen en dan kreeg hij een goed ontbijt.
***
*
***
Albert was naar school. Om halfnegen ’s ochtends ging de bel. Ze deed de deur open voor Jens en een oudere man die zich voorstelde als Harry. Beiden waren gekleed als klusjesman.
‘Goedemorgen, mevrouwtje,’ zei Jens.
Naar zijn idee waren klusjesmannen positief, rechtschapen en joviaal, terwijl ze tegelijkertijd met beide benen op de grond stonden – zo werden ze in elk geval op tv afgebeeld.
‘Kom binnen, fijn dat u kon komen.’
Ze gingen naar binnen. Jens speelde klusjesman, Sophie speelde opdrachtgever. Harry hield zich stil, hij kroop in de hoek van de woonkamer, waar hij op zijn hurken ging zitten en zijn gereedschapskist openmaakte. Sophie wees lukraak her en der.
‘Eerst moet hier de deur eruit, de ramen moeten weg, daar komen openslaande deuren voor in de plaats en er moet een trapje komen naar de tuin.’
Jens keek om zich heen.
‘Prima.’
Terwijl ze praatten, zette Harry een ovaal plastic geval voor zijn oog en keek de kamer rond. Hij stond op en liep zoekend rond met het instrumentje voor zijn oog en een meter in zijn hand waarvan hij iets aflas. Sophie en Jens gingen verder met hun toneelstukje.
Harry schreef iets op een blaadje. Jens pakte het papiertje aan, las het en liet het aan Sophie zien. Geen camera’s. Ze gingen verder, Sophies fantasie begon uitgeput te raken, ze kon niet al te veel aan het huis veranderen. Jens nam het over en vertelde wat kon en wat niet kon. Hij gebruikte verkeerde termen, hij was absoluut geen timmerman.
Harry ging met een nieuw instrument op zoek, dat uitsloeg toen hij bij een lamp bleef staan. Hij vond een verborgen microfoon, draaide zich om naar Jens en stak zijn duim op, pakte een Zweeds vlaggetje aan een prikker en zette het naast de lamp. Hij ging verder, vond er een in de keuken en zette daar ook een vlaggetje bij. Op de bovenverdieping vond hij microfoons in de slaapkamer, in Alberts kamer en op de overloop. Overal kwamen vlaggetjes te staan. Harry keek de telefoons na en vond er nog twee. Jens had een droge mond van al het bouwvakkerspraat. Sophie zag bleek.
Harry haalde een minicamera tevoorschijn. Het leek wel de stift van een balpen. Die maakte hij vast achter een nagenoeg onzichtbaar elektriciteitssnoer in een hoek tussen plafond en muur, en controleerde de functionaliteit ervan met behulp van een kleine tv-monitor in zijn hand. Hij zag zichzelf erop, stapte naar achteren en controleerde het beeld. Harry gaf de handmonitor aan Sophie en schreef op een blaadje: ‘Bewegingsdetector. De camera start bij beweging, controleer hem elke dag, hou de monitor verborgen, hooguit acht meter van de camera.’
Voordat ze weggingen, gaf Jens Sophie een prepaid mobieltje en een handgeschreven briefje waarop stond dat ze het huis over een halfuur moest verlaten en hem moest bellen.
***
Harry en Jens reden in de bestelwagen.
‘Wat denk je?’ vroeg Jens.
‘Ik denk dat de lui die haar afluisteren over middelen beschikken. Ik heb dit soort microfoons vorig jaar in Londen gezien toen ik daar aan het inkopen was. Ze zijn minuscuul, je kunt ze met het blote oog bijna niet zien en ze zijn ook verschrikkelijk duur. Het nadeel is dat je er dicht bij moet zijn, de reikwijdte is klein, tweehonderd meter geloof ik. Veel minder nog in een villawijk met overal bomen en huizen. Degenen die hier gebruik van maken, zetten waarschijnlijk een ontvanger in een geparkeerde auto, halen die op en luisteren het af.’