Home>>read De Vuurdoop free online

De Vuurdoop(64)

By:Alexander Soderberg


Lars keek naar Anders.

‘Ja?’

‘Hij heeft ook twee mannen het restaurant zien binnengaan.’

Lars toonde ongeduld, ergernis.

‘Ja? En?’

‘Heb jij die ook gezien?’

Lars schudde zijn hoofd.

‘Nee. Of misschien wel, het was er een komen en gaan van mensen, het is een restaurant.’

Lars viste een keelsnoepje op, stopte het in zijn mond en keek Gunilla aan.

‘Wat is dit? Een verhoor?’

Gunilla gaf geen antwoord, Anders hield hem continu in de gaten.

‘Die mannen zijn niet meer naar buiten gekomen. Hector is niet meer naar buiten gekomen. Er is een achteruitgang. Jij bent Sophie gevolgd, nadat ze het restaurant had verlaten. Is ze nog ergens gestopt?’

Hij slikte, maar dat was omdat het snoepje hem bijna in de keel schoot. Hij schudde zijn hoofd.

‘Nee.’

Lars was knetterhigh geweest. Hij kon zich vrijwel niets meer van die avond herinneren. Hij had alleen een wazig beeld dat hij haar bij Haga was kwijtgeraakt, verder was het compleet blanco. Wat er gebeurd was en hoe hij überhaupt thuis was gekomen, wist God alleen. En die kon hij er niet naar vragen, want hun relatie was nogal koel.

Als je loog, moest je jezelf er altijd van overtuigen dat je de waarheid sprak, dan was het geen liegen meer en vertoonde je geen tekenen van onzekerheid.

‘Ze is aan één stuk doorgereden, ik ben gestopt met volgen toen ze de snelweg opreed.’

‘Welke route nam ze?’

Hij deed zijn uiterste best om geen onzekere bewegingen te maken en visualiseerde zijn leugen.

‘Vanaf het Odenplan sloeg ze links af de Sveavägen op, ook al mag je er van die kant niet in. Vervolgens de Sveavägen door, de rotonde over en de E4 in noordelijke richting op.’

‘Waarom niet Roslagstull en de Roslagsvägen? Dat was korter geweest.’

Lars haalde zijn schouders op.

‘Lood om oud ijzer. Ze zal wel afgeslagen zijn naar Bergshamra en daar de Stocksundsbron zijn overgestoken. Dat weet ik niet.’

‘Waarom ben je haar niet tot aan haar huis gevolgd?’

Lars zoog op het keelsnoepje, het maakte geluid toen het tegen zijn tanden kwam.

‘Het was laat, weinig verkeer. Ik moest voorzichtig zijn.’

Gunilla keek hem aan, Anders ook.

‘Bedankt, Lars. Fijn dat je de moeite hebt genomen om even te komen.’

Lars keek hen allebei aan.

‘En?’

Gunilla gaf met een blik te kennen dat ze niet begreep wat hij bedoelde.

‘En verder? Wat is er gebeurd?’ vroeg Lars.

‘Er is niets gebeurd. Het lukte me alleen niet die avond te reconstrueren.’

‘Wat doet hij hier?’

Lars stelde de vraag aan Gunilla, zonder Anders aan te kijken.

‘Je hoeft mij niet te schaduwen, Gunilla,’ zei hij zacht.

Zijn boosheid verbaasde haar.

‘Nee, Lars, dat doen we ook niet. Anders helpt ons met het identificeren van de mensen om Hector heen. Jullie waren gewoon toevallig op hetzelfde moment op dezelfde plaats. Toen ik het plaatje van de avond niet rond kon krijgen, wilde ik je spreken. Maar kennelijk heb je niets toe te voegen aan wat al in je rapport stond, dus het is allemaal in orde. Ja, toch?’

Lars antwoordde niet, zijn sombere stemming klaarde een klein beetje op.

‘Dankjewel, Lars... Ga maar verder met je observatie.’

Hij draaide zich op zijn hielen om en liep dezelfde weg terug als waarlangs hij was gekomen. Het had niet veel gescheeld of hij had zichzelf verraden. Hij trilde inwendig.

***

Gunilla en Anders zwegen totdat Lars verdwenen was.

‘Wat zeg je ervan?’ vroeg ze.

Anders dacht na.

‘Ik weet het niet, ik weet het eerlijk gezegd niet. Hij lijkt niet te liegen.’

‘Maar?’

Anders keek uit over het park.

‘Hij is van nature onzeker. Vandaag leek hij me te zeker, bijna alsof hij een trucje had bedacht om een leugen te camoufleren.’

Gunilla stond op.

‘Breng me naar het bureau en blijf nog even in de buurt.’

***

Gunilla zat voor het bureau van Eva Castroneves. Eva pakte haar papieren bij elkaar, zocht de juiste passage en las: ‘Zaterdag. Geen meldingen in Vastastan behalve dronkenschap, een paar mishandelingen, een diefstal bij de 7-Eleven aan de Sveavägen... Een overdosis in Guldhuset in Vasaparken, autodiefstallen, vernielingen. Een gewone zaterdag. Het enige afwijkende wat ik heb gevonden is een ongeïdentificeerde man die rond één uur ’s nachts met schotwonden bij het Karolinskaziekenhuis is afgeleverd.’

‘Wie is die man?’

Eva draaide zich om naar een van haar computers en begon iets in te tikken op een toetsenbord. Ze las voor van het scherm: ‘Naam niet bekend. Hij had Duits gesproken in een koortsroes, vertelde het verplegend personeel aan de politiemensen ter plaatse. Verder nog geen onderzoeksgegevens, waarschijnlijk is hij nog steeds buiten kennis.’