Ze stopte met het snoeien van de rozen, liet de snoeischaar in haar hand bungelen toen ze begreep dat haar energie op was.
Sophie ging in een tuinstoel zitten, liet zich koesteren door de warmte, gaf toe aan haar vermoeidheid en liet zich een rustigere wereld in glijden. Ze deed haar ogen dicht.
Ze droomde dat haar vader nog leefde en haar hielp bij alles waar ze hulp bij nodig had.
***
*
***
‘Goede reis gehad?’
Leszek haalde Sonya Alizadeh in Málaga van het vliegveld. Hij wachtte haar op bij de gate en nam haar koffers aan, waarna ze samen naar de uitgang liepen.
Hij had zijn auto bij de taxi’s geparkeerd. Iemand schreeuwde tegen hem dat hij daar niet mocht staan. Hij schonk er geen aandacht aan en hield het portier voor Sonya open. Ze reden de snelweg richting Marbella op.
***
Adalberto ontving haar, gekleed in een beige linnen broek en een overhemd. Hij was gebruind en liep op blote voeten. Zijn dunne witte haar was achterovergekamd, het gouden horloge om zijn pols schitterde in al zijn pracht.
‘Welkom.’
Hij zoende haar zoals gebruikelijk op beide wangen en liet haar binnen.
In de villa stond de lunch al klaar op een grote tafel in het midden van een licht vertrek dat zich bijna over de hele lengte en breedte van het huis uitstrekte. Grote ramen boden uitzicht op de eindeloze zee en ze gingen zitten.
‘Hoe is het gegaan?’ vroeg hij, terwijl hij zijn servet uitvouwde.
Ze dronk haar glas water leeg.
‘Goed, denk ik. Alles is geregeld, het appartement is schoongemaakt, ik heb daar nooit gewoond.’
Adalberto nam een hap en keek Sonya aan.
‘Lijkt het je wat om hier te logeren?’
Ze knikte.
‘Het is verstandig van je dat je ons op je laat passen, je weet nooit waartoe mannen zoals hij in staat zijn. Het zijn de gevaarlijkste, de mannen die net doen alsof ze deugen.’
Ze ging niet op zijn bewering in, maar het leek haar niet onwaarschijnlijk. Ze kende Svante Carlgren, ze had hem talloze malen in zich gehad. Hij was echt een nare man. Ze had nooit eerder iemand meegemaakt die zo koel was, zo leeg. Het ontbrak hem aan een inzicht dat andere mannen wel hadden, het leek wel of hij niet wist dat er nog andere mensen op aarde leefden. In die zin was hij een beetje simpel en die onnozelheid zorgde ervoor dat hij aan één ding zijn handen al vol had: het bedrieglijke beeld van zichzelf.
Sonya voelde zich uitgeput, ergens was ze blij dat ze even geen hoer hoefde te zijn. Al had ze daar wel zelf voor gekozen. Zij had het Hector lang geleden voorgesteld. Hij was als een broer voor haar. In elk geval was hij degene die daar het dichtst bij kwam. Haar vader Danush was importeur van heroïne geweest, hij was uit Teheran gevlucht toen de sjah werd afgezet en was zakenpartner geworden van Adalberto. De gezinnen raakten goed bevriend en als enig kind bracht Sonya veel van haar schoolvakanties bij de Guzmans in Marbella door. Ze werd zo’n beetje het vierde kind van het gezin. Haar ouders waren eind jaren tachtig in Zwitserland vermoord. Ze was naar Azië gevlucht, waar ze haar heil had gezocht in veelvuldig en langdurig cocaïnegebruik, waarbij ze er af en toe in was geslaagd haar bodemloze verdriet te vergeten. Hector spoorde haar op en zorgde dat ze weer thuiskwam. Adalberto en Hector lieten haar in hun huis in Marbella logeren en hielpen haar weer op de been. Enige tijd later liet Hector haar een foto van drie dode mannen zien. Ze lagen op de witte tegelvloer van een openbaar toilet in een wegrestaurant in Zuid-Duitsland. Ze hadden kogelgaten in hun hoofd, buik, borst, armen en benen. Ze waren doorzeefd. De mannen hoorden bij de ’Ndrangheta en waren de moordenaars van haar ouders. Ze genoot ervan naar de foto te kijken. Ze hield hem en keek ernaar wanneer het leven moeilijk en oneerlijk op haar overkwam. Sonya wilde iets terugdoen voor alles wat Hector en Adalberto voor haar hadden gedaan. Toen ze Hector het idee had voorgelegd, had hij het haar afgeraden, hij zei dat ze hun niets schuldig was. Maar dat was ze niet met hem eens, wat hij ook zei. Dus ze hield voet bij stuk en zette het plan door. Misschien zou Svante Carlgren de terugbetaling blijken te zijn die een eind zou maken aan het schuldgevoel dat ze zo graag kwijt wilde raken.
Sonya mocht Hector en Adalberto graag, maar ze wist ook dat als puntje bij paaltje kwam het verschil tussen de mannen in haar leven niet zo groot was, ook al probeerde de man tegenover haar dat wel te bewijzen.
Adalberto keek haar aan en het leek wel of hij haar gedachten kon lezen.
‘Ik heb voorbereidingen getroffen voor je komst. Er staat een vrouwelijke psychiater voor je klaar als gesprekspartner, als je dat wilt. Een goede vrouw, ze komt hierheen wanneer we haar dat vragen. Je krijgt van me wat je wilt, zeg maar wat je nodig hebt om weer op koers te komen.’
Hij glimlachte en zij antwoordde met een glimlach die het tegendeel uitstraalde van wat ze werkelijk voelde. Die vaardigheid had ze zich al jong eigen gemaakt.