Na een poosje kwam Hector bij kennis. Hij zat op de grond, tegen de auto geleund, versuft en zag dat het gips om zijn gebroken been bovenaan losliet.
Klaus stond een paar meter van hem af zijn blaas te legen terwijl hij de Vijfde van Beethoven floot. Hector keek naar Michail, die voor hem stond.
‘Hanke?’ vroeg hij. Zijn keel was droog.
Michail knikte.
‘Wat willen jullie?’
‘Ze willen de cocaïne die jullie gestolen hebben, ze willen Paraguay-Rotterdam, ze willen de organisatie. Ze willen dat jullie je bij hen aansluiten en als subgroep fungeren. En dat jullie je vanaf nu naar hun wensen voegen. Ze willen ook de naam van degene die Christians auto en vriendin in de fik heeft gestoken. En ze willen weten waarom jullie wapens kopen.’
‘Dat is een hele waslijst.’
Daar reageerde Michail niet op. Hector keek hem onderzoekend aan.
‘Ben jij degene die me heeft aangereden?’
Michail zei niets.
‘Natuurlijk was jij dat...’ ging Hector verder. Hij viste een sigaartje uit zijn borstzakje en stak dat in zijn mond.
‘Dus jij bent ook in Rotterdam geweest? Wie ben je, Hankes hoertje?’
Michail was onverstoorbaar. Hector vond een aansteker in zijn broekzak, stak het sigaartje aan en nam een paar trekjes.
‘Het lijkt erop dat je even dom bent als je eruitziet. Je bent achter de verkeerde kisten aangegaan naar Denemarken, ik heb het hele verhaal gehoord. De man met de kisten was een verstekeling die niets met ons te maken heeft. Onze spullen zaten alleen in net zulke kisten, de kisten waar de goederen op last van de kapitein in moesten worden verpakt. Je hebt je weer laten piepelen.’
Hector nam een paar trekjes.
‘Dat verandert niets,’ zei Michail. ‘Geef me wat ik wil hebben, dan gaan we hier weg.’
Hector schudde zijn hoofd.
‘Helaas, je biedt me de slechtste deal aan die ik ooit heb gehoord.’
‘Ik bied niets aan.’
Hector keek Michail in de ogen.
‘Nee, precies,’ zei hij zacht.
‘Bega nu geen stommiteit,’ zei Michail.
Hector glimlachte bijna.
‘Wat zou je zelf van zo’n voorstel hebben gevonden als waar jij nu mee komt?’ fluisterde hij.
Michail gaf geen antwoord en vroeg in het Duits aan Klaus of ze hem nu zouden doodschieten.
‘Ik heb hier net staan pissen, als ze met dna-toestanden aan de slag gaan en zo...’
‘Dat maakt niet uit als we hem hier doodschieten, wegrijden en hem en de auto ergens anders verbranden,’ mompelde Michail.
Hector keek naar de grond, trapte het sigaartje uit, dat slecht was gaan smaken tijdens het gesprek van de mannen.
‘Ik kan jullie een aanbod doen: kom bij ons en jullie krijgen het dubbele van wat Hanke jullie betaalt.’
Hector richtte zich tot Michail.
‘Bovendien is je toch wel opgevallen dat het meeste van wat jullie hebben ondernomen totaal mislukt is?’
Daar ging Michail niet op in. Hij knikte naar Klaus, die naar de auto liep, de Sig Sauer tevoorschijn haalde, hem doorlaadde, naar Hector toe liep en het pistool op zijn hoofd richtte.
‘Je kunt nog steeds kiezen...’
Hector keek op naar de forse man. Het waaide een beetje door de loofbomen boven hem.
‘Sodemieter op...’ zei hij zacht.
Het metaalachtige, klikkende geluid was onmiskenbaar. Net als in de film, maar dan harder. Drie keer ‘plop’ achter elkaar. Hector hoorde het zoeven van de kogels die van schuin achter hem kwamen, zag hoe ten minste een ervan Klaus’ buik binnendrong en de uitdrukking op zijn gezicht veranderde toen hij zijn hand tegen de ingangswond hield. Hij liet het pistool vallen en schreeuwde met een mengeling van verbazing en pijn. Op hetzelfde moment dook Aron op uit het donkere bos, met getrokken pistool.
‘Achteruit!’ riep hij, terwijl hij Michail onder schot hield. Hij kwam snel aangelopen en raapte Klaus’ pistool van de grond op.
‘Ik ben geraakt, verdomme!’ huilde Klaus.
Aron liep naar Michail toe, gebaarde dat hij op zijn knieën moest gaan zitten. Michail deed wat hem werd gezegd en Aron schopte hem tegen de keel. De Rus kon niet meer ademhalen en viel om, voorlopig uitgeschakeld. Aron fouilleerde hem snel.
Hij liep naar Hector toe en stak zijn hand uit. Hector pakte die en trok zich op. Ze keken naar de mannen en daarna naar elkaar. Aron stelde de woordeloze vraag. Hector dacht na en schudde zijn hoofd.
‘Nee, laat hen maar naar huis gaan met hun mislukking.’
Er klonk een automotor door de nacht. De koplampen verlichtten het bos voordat ze de auto zagen aankomen. Op de top van een heuvel dook hij op, kwam met grote snelheid op hen af en kwam voor Hector tot stilstand.
Sophie liep snel naar hem toe.
‘Niks aan de hand,’ zei hij.
Ze leidde hem terug naar de auto.
Jens stond bij de Land Cruiser toe te kijken, het pistool bungelend aan zijn hand.