Home>>read De Vuurdoop free online

De Vuurdoop(55)

By:Alexander Soderberg


‘Mooi, dan kan hij ons deel erbij krijgen,’ zei Hector glimlachend. ‘Wat voor probleem precies?’

Jens vertelde het verhaal dat begon met het laden in Paraguay en eindigde met Michails bezoek aan zijn oma op Jutland. Halverwege zijn betoog ging Hector op een stoel zitten en keek naar Aron, die af en toe iets toelichtte. Toen Jens klaar was, dacht Hector even na.

‘Dat is een nare geschiedenis.’

Jens wachtte. Hector dacht nog even na en keek Jens toen aan.

‘Wat zei je arme oma ervan?’

Die vraag had Jens niet verwacht.

‘Ze slaat zich er wel doorheen.’

Etensgeuren uit de keuken drongen het kantoor binnen.

‘Als we je helpen je spullen terug te krijgen, mag je kiezen: ons vooraf contant betalen voor ons werk of ons later betalen met je diensten.’

‘En als het jullie niet lukt?’

‘Ons lukt altijd alles,’ zei Hector.

‘Oké dan. Hoe doen we het?’ vroeg Jens.

Aron gaf antwoord.

‘In eerste instantie doen we niets. We moeten met hen in contact zien te komen. Het is in ons belang als ze inzien dat het niet onze wapens zijn.’

Hector keek Jens aan.

‘We hebben met een stel neuroten te maken, maar dat wist je al.’

Hector raakte opeens in gedachten verzonken en vroeg toen aan Aron: ‘Weet je zeker dat Carlos hier niet is?’

Aron knikte.

‘Oké Jens,’ zei Hector en hij sloeg met zijn handen op zijn knieën, ‘het was leuk met je kennis te maken. Nu ga ik de stad in om te eten met een aardige vrouw. Ik heb haar al lang genoeg in het restaurant laten wachten.’

Hij wees met zijn duim, stond op en keek op Jens neer.

‘Heb jij zo iemand in je omgeving?’

‘Nee, helaas niet.’

‘Jammer voor je,’ zei hij en hij liep naar de deur.

Jens keek hem na. Net toen Hector de deur wilde opendoen, knalde die tegen hem aan. Hij wankelde. Michail en een andere man stormden naar binnen. Jens zag nog net hoe de kleinste van de twee Hector met een ploertendoder op het hoofd sloeg, terwijl hij met een harde slag tegen zijn keel werd neergemaaid. Michail stormde recht op Aron af. Het ging snel, hier hadden ze op geoefend. Jens stortte zich in een reflex op de kleinste. Gaf hem een kopstoot, gaf hem een heleboel klappen en gooide hem onder zich op de grond. Maar Michail had Aron onschadelijk gemaakt en dook nu achter Jens op. Een harde trap tegen de zijkant van Jens’ hoofd bracht hem uit balans. Hij kon zich nog omdraaien, half overeind komen en een vuistslag uitdelen, maar de klappen van Michails ploertendoder tegen zijn hoofd waren snel en hard. Jens probeerde zich te beschermen. Het werd zwart.

***

*

***

Hij hoorde doffe geluiden. Iemand schudde aan hem, zei iets wat hij niet verstond. De geluiden raakten met elkaar vervlochten in de tussenwereld waarin hij verkeerde, heen en weer getrokken tussen bewustzijn en droom.

Jens deed zijn ogen open. Zijn hoofdpijn was kolossaal, een soort migraine die overal doorheen ging. De wereld was scherp en verblindend en hij deed zijn ogen weer dicht. Iemand schudde aan hem, harder ditmaal. Hij wilde protesteren, zeggen dat de persoon hem met rust moest laten, maar het schudden hield niet op. Hij deed zijn ogen weer open en wat hij zag in het felle licht maakte hem duidelijk dat hij droomde. Daar was Sophie Lantz, ze riep naar hem. Hij was blij haar te zien in zijn droom, hij was vergeten hoe knap ze was. Ze was ouder nu, met kraaienpootjes, maar heel knap. Hij glimlachte naar haar, draaide zich om en wilde verder slapen. Hij ontdekte dat hij in het kantoor van het restaurant op de grond lag en begreep dat zijn droom heel waarheidsgetrouw was. Zijn geheugen begon weer te werken. Michail was het vertrek binnengekomen...

Jens bewoog zijn benen, keek of ze het nog deden, bewoog zijn handen, deed zijn ogen open en dicht, wilde weg uit die merkwaardige droom.

‘Jens?’

Hij deed zijn ogen nog eens open. Ze zat er nog. Jens probeerde zijn blik scherp te stellen. Dat was moeilijk, de wereld wilde niet op zijn plaats belanden.

‘Jens? Hoor je me?’

Nu zag hij haar duidelijk en hij besefte dat hij niet droomde.

‘Sophie?’

Even zag hij een glimlach door haar ongerustheid heen. Ze hielp hem een stukje overeind totdat hij zat, ging op haar hurken voor hem zitten en las iets in zijn ogen. Hij keek terug, herinnerde zich die ogen, haar uiterlijk, haar verschijning.

‘Je hebt een hersenschudding,’ zei ze.

Hij keek haar aan.

‘Wat doe je hier?’

‘Doet er niet toe,’ antwoordde ze.

Hij vond het allemaal absurd. Achter hen vloog de deur open en Aron kwam binnen met opgedroogd bloed bij zijn gescheurde wenkbrauw, een blauwe plek op zijn wang en een bij zijn rechteroog. Hij was geconcentreerd en gejaagd tegelijk.

‘We gaan,’ zei hij.