Lars trok schoenbeschermers en handschoenen aan en zette een mondkapje op. Zo stapte hij de woning van Anders Ask binnen.
Het was een tweekamerappartement met een relatief grote keuken. Hij keek de woonkamer in. Een bank met geplette kussens, een scheve en kromme salontafel van Ikea. Een vitrinekast met stoffige glazen figuurtjes op een plankje. Reproducties van bekende kunstenaars aan de muren. Een enorme flatscreen-tv, luidsprekerboxen op de grond en compacte speakers aan het plafond. Anders hield van surroundgeluid. Lars liep de slaapkamer in: het bed onopgemaakt, het rolgordijn dicht, een pocket op het nachtkastje: Haas van Paasilinna. Lars zag een koffer tegen de muur staan. Hij ging op zijn hurken zitten en maakte hem open. Kleren, paspoort, geld... Anders wilde ervandoor.
Terug naar de keuken. Lars ging op een stoel zitten, de wijzers van de wandklok bewogen langzaam, hij trok zijn mondkapje af en liet het aan het elastiekje om zijn nek hangen. Het ronkende verkeersgeluid van de Sveavägen was slaapverwekkend en Lars dommelde in.
Een paar uur later werd hij wakker doordat er een sleutel in het slot werd gestoken. De voordeur ging open en sloeg weer dicht. Hij hoorde Anders kuchen in de hal, er werden sleutels op een kastje gelegd en schoenen uitgeschopt. Er werd een rits opengetrokken – het slepende geluid van nylon wanneer een jas wordt uitgetrokken. Een hartgrondige zucht, de geur van versgebakken pizza. Voetstappen in de hal. Anders schrok zich wild toen hij Lars vanuit een ooghoek zag, hij hield zijn armen afwerend voor zich en liet de pizzadoos op de grond vallen.
‘Wat is dit nou, verdomme? Sodeju, ik schrik me een ongeluk.’
Anders staarde Lars aan, bang en boos tegelijkertijd.
‘Wat doe je hier?’ Hij keek verward om zich heen. ‘Hoe ben je in godsnaam binnengekomen?’
Lars hield de Makarov van Gunilla op hem gericht.
‘Kom binnen en ga zitten.’
Anders aarzelde, keek in de loop, daarna naar de pizzadoos aan zijn voeten. Lars knikte naar een stoel, Anders begreep het eerst niet, stapte toen de keuken in en ging aarzelend zitten.
‘Hoe gaat het met je, Anders?’ vroeg Lars met de loop van het pistool op zijn buik gericht.
‘Wat zei je?’
Lars herhaalde de vraag niet. Anders slikte.
‘Waarmee?’
‘Met alles.’
Anders keek naar het mondkapje om Lars’ hals.
‘Ja, wel goed... Ik snap het niet. Lars?’
Hij klonk bang.
‘Wat snap je niet?’
‘Dit! Wat doe je hier... met een pistool?’
Anders probeerde te glimlachen.
‘Dat weet je toch wel?’
‘Nee, dat weet ik niet!’
Nu klonk hij opeens boos.
‘Ben je boos, Anders?’
Anders gebaarde met zijn handen. ‘Nee, nee, sorry, ik ben niet boos. Ik ben alleen... verbaasd.’
Anders’ onderdanige glimlach kwam terug, die was scheef en lelijk.
‘Kom op, Lars, waar gaat het om? We kunnen dit oplossen. Doe dat pistool weg, alsjeblieft.’
Lars keek hem met een lege blik aan, veranderde niets aan de positie van het pistool.
‘Hoe zullen we dit oplossen?’ vroeg hij.
‘Zoals jij wilt, zeg jij het maar,’ zei Anders wanhopig.
Lars trok een peinzend gezicht.
‘Wat moeten we eigenlijk oplossen?’
Anders begreep het niet.
‘Huh?’
‘Wát moeten we oplossen? Jij zei dat we dit kunnen oplossen. Wat?’
Anders staarde Lars aan.
‘Dat weet ik niet, datgene waar jij voor komt.’
‘En waar kom ik voor, denk je?’
‘Dat weet ik niet!’
Anders’ blik ging naar Lars’ schoenbeschermers en zijn hart klopte in zijn keel van angst.
‘Jawel, dat weet je wel...’
‘Nee, dat weet ik niet!’ Anders’ stem was iets te hoog.
Lars wachtte een paar seconden, een lange, tergende pauze.
‘Sara.’
Anders probeerde vragend te glimlachen.
‘Ja? Wie is dat?’
Lars staarde Anders aan.
‘Hou maar op,’ zei hij rustig.
‘Ik weet niet waar je het over hebt, Lars.’
Anders loog slecht wanneer hij bang was. De manier waarop Lars naar hem keek, gaf dat duidelijk te kennen en merkwaardig genoeg leek Anders zich daardoor te ontspannen. Hij zweeg, wierp een blik door het keukenraam, en zoog lucht naar binnen.
‘Dat was ik niet. Dat was Hasse... En Gunilla had de opdracht gegeven. Ik had er niets mee te maken.’
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Lars.
Anders had een droge mond.
‘Sara had iets begrepen nadat ze had gelezen wat er op jouw muur stond. Je had alles op de muur geschreven... Toch?’
Lars antwoordde niet.
‘Dus zij gaf de opdracht, Gunilla dus. Die meid wist alles, ook over iets waar Gunilla eerder mee bezig was geweest, een of andere Patricia... daar weet ik verder niets van.’