Hij leunde achterover, staarde naar iets wat zijn ogen niet registreerden. Als zijn verstand nog had gewerkt, als hij niet zo veel last had gehad van ontwenningsverschijnselen en niet zo’n somber humeur had gehad, was hij in lachen uitgebarsten. Maar voor Lars Vinge viel er geen spatje humor te bekennen in de wereld.
26
Toen ze op het vliegveld van Málaga waren geland en de douane passeerden, liep hij een paar stappen voor haar. Ze kwamen buiten in de hitte en liepen naar een parkeergarage.
Hun voetstappen galmden metaalachtig onder het lage betonnen dak van de garage, ze zetten koers naar een kleine auto die eenzaam verderop tussen de pilaren geparkeerd stond. Hector haalde een autosleutel uit zijn aktetas en gaf die aan haar.
‘Zou jij willen rijden?’ vroeg hij.
Ze ging achter het stuur zitten, zette de stoel in de juiste stand, startte de motor en legde haar arm om zijn stoel, draaide zich om en reed achteruit het vak uit. Haar ogen, die in die korte tijd aan het donker van de garage gewend waren, werden verblind toen ze weer in het daglicht kwam. Ze volgde de bordjes, vond de oprit en reed de snelweg op.
Ze gleden door de nieuwe wereld die zich aan hen toonde. Ze voelde dat ze zich ontspande, ze draaide zich naar hem om en wilde net iets zeggen toen er opeens een oorverdovend geratel klonk in de auto. Hij begreep eerder dan zij wat het was.
‘Sneller!’ schreeuwde hij.
Als in een mist maakte ze snelheid, ze reed als een gek en slalomde tussen de auto’s door. Weer werd er geschoten, ze dook in elkaar, het regende glas over haar heen. Ze zag de motor, de auto reed tegen de vangrail – chaos.
Hector trapte zijn raampje kapot, leunde naar buiten en schoot. Hoeveel schoten wist ze niet, maar na een aanhoudend gedreun liet het wapen een klik horen. Ze had de indruk dat hij zich eerder aan het afreageren was dan dat hij werkelijk geloofde dat de schoten doel zouden treffen. Hij liet de patroonhouder op de vloer vallen, pakte een nieuwe uit het open dashboardkastje, vloekte binnensmonds, schoof hem in het pistool en laadde het door.
Er klonk geratel vlak bij hen, een regen van kogels, de achterruit explodeerde in een inferno van glas. Ze gaf een gil en zag vanuit een ooghoek dat hij een rare beweging maakte.
‘Hector?’
Hij schudde zijn hoofd.
‘Niks aan de hand,’ zei hij en hij richtte met het wapen door de kapotte achterruit, vuurde vier keer, de motorrijder liet de afstand weer groeien.
Sophie slalomde verder, er werd nijdig getoeterd toen ze op hoge snelheid auto’s voorbij zoefde. Ze keek spiedend in de verte voor hen, dacht dat ze een file zag opdoemen. Dat beperkte de keuzemogelijkheden.
‘Wat moet ik doen?’ riep ze.
Had zij dat zojuist geroepen? Ze wist het niet meer. Hij gaf geen antwoord, hield de boel aan de achterkant in de gaten. De file verderop werd duidelijker. Hector belde voor de derde keer met zijn mobiel, terwijl hij intussen continu keek of hij de motor zag. Eindelijk werd er opgenomen.
‘Aron. Luister, ik krijg mijn vader of Leszek niet te pakken. We zijn beschoten onderweg van het vliegveld, we rijden in de richting van Marbella, ik zit met Sophie in de auto.’
Hector luisterde terwijl Aron vragen stelde.
‘Ik weet het niet. Twee mannen op een motor... Luister nu naar me. Zeg tegen Ernst dat Sophie de volmacht krijgt...’
Hector luisterde, raakte geïrriteerd.
‘Dat bepaal ik! De volmacht gaat naar Sophie Brinkmann en daar ben jij bij dezen getuige van, zie dat je mijn vader of Leszek te pakken krijgt. Waarschuw hen!’
Hector hing op. Ze keek naar hem, hij wuifde de vraag weg die ze niet stelde, kuchte en draaide zich om. De motor kwam op hen af, hij schoot zijn pistool opnieuw leeg, de motorrijder remde af, steeds hetzelfde liedje. Hij bromde iets bij zichzelf wat zij niet verstond en stopte een nieuwe patroonhouder in het pistool.
‘Ga langzamer rijden, lok ze dichterbij en trap op de rem als ik het zeg.’ Zijn stem was hees en het zweet brak hem uit.
De motorrijder was zelfverzekerd, hij zigzagde tussen de auto’s achter hen door, hing laag in de bochten. Hector richtte en loste twee schoten, op hetzelfde moment kwam er een regen van kogels op hem af. Sophie schreeuwde, ze doken allebei instinctief weg. Hector stak zijn hoofd omhoog, de schutter op de duozitting richtte weer en schoot. De kogels floten hen om de oren.
‘Nu!’
Ze trapte op de rem, de banden krijsten, Sophie en Hector verzetten zich tegen de drukkracht.
Heel even stond de wereld stil, hun gedachten zweefden gewichtloos door de auto, hun angsten kregen rust, hun ogen ontmoetten elkaar... Totdat ze weer de werkelijkheid in werden gezogen: het geluid van de ratelende mitrailleur, het geluid van de kogels die zich in de auto boorden, het geluid van de motorfiets, het geluid van de wereld om hen heen. Alles kwam samen in één geluidsbeeld. Hector zwaaide zijn arm omhoog en schoot op de motorrijder; die week snel en handig uit en haalde hen aan de binnenkant in.