‘Ga eens boven kijken,’ hoorde ze een zware basstem. Vervolgens hoorde ze voetstappen naar de trap gaan. Ze bleef staan waar ze stond, ze kon geen kant op hierboven. Wat moest ze doen, zich verstoppen? Vechten? Waarmee? Het was op zijn minst twee tegen een. Zij tegen twee mannen.
De voetstappen kwamen de trap op. Ze zocht iets waarmee ze kon slaan, maar vond niets. De voetstappen kwamen dichterbij. Er schoot haar iets te binnen – de brandladder voor Alberts raam. Toen Sophie de badkamer verliet en naar Alberts kamer ging, klonken de zware voetstappen nog steeds op de trap. Net op tijd bereikte Sophie de kamer en trok de deur zachtjes achter zich dicht. Ze hing haar handtas diagonaal over haar borst, opende het raam, ging op Alberts wankele bureau staan en wilde zich net naar buiten wurmen, toen de deur achter haar werd opengegooid. Een sterke hand greep haar bij de kraag. Ze werd achteruitgetrokken en kwam hard op haar rug op de grond terecht. Hasse Berglund zette zijn knie op haar borst en hield een hand om haar hals. Zijn wangen werden lang toen hij boven haar hing, hij leek wel een hond. Ze keek in zijn starende, waterige ogen en zag dat hij hiervan genoot.
‘Anders!’ riep hij.
Sophie ging met haar hand over de vaste vloerbedekking onder Alberts bed en voelde met haar vingers. Ze kreeg de onderkant van de oude sterrenkijker te pakken en pakte die als een honkbalknuppel vast.
‘Anders!’ riep hij weer en hij wendde een seconde zijn gezicht van haar af.
Sophie haalde met volle kracht uit. De telescoop raakte Hans Berglund tegen de zijkant van zijn hoofd. De klap was zo hard dat hij haar hals losliet en op zijn zij viel, tijdelijk verward en verzwakt. Sophie wurmde zich los en trapte tegen de grote man om haar rechterbeen onder zijn zware lichaam uit te krijgen. Er klonken snelle voetstappen op de trap. Sophie krabbelde overeind en hoorde achter zich Hasse iets mompelen. Ze zag vanuit een ooghoek dat hij weer wat kracht had herwonnen en bezig was zich naar haar om te draaien; hij stak zijn arm uit om haar te grijpen. Ze zat met een sprong op het bureau en wierp zich pardoes uit het raam. Ze slaagde erin de roestige ladder met haar rechterhand vast te pakken, gleed een stukje naar beneden en haalde haar handpalm open. Sophie liet los en viel achterover. Een seconde later landde ze op haar rug op het gras. Haar adem werd afgesneden en ze bleef heel even liggen. Haar hele lichaam riep dat ze stil moest blijven liggen om weer op adem te komen, maar toch dwong ze zichzelf op te staan. Verkrampt rende ze naar haar auto, die op het grindpad voor het huis geparkeerd stond, en slaagde erin al rennend de sleutel uit haar zak te halen. Het deed haar overal pijn. Sophie maakte de auto met de afstandsbediening open. Toen ze net achter het stuur zat en de deuren op slot had gedaan, kwamen de mannen haar keukendeur uit rennen. Die met het buikje bloedde uit zijn oor. De andere zag er jongensachtig uit voor zijn leeftijd; hij had donkere, ronde reeënogen – net zoals Dorota had beschreven.
Ze draaide de sleutel om. De motor startte. De jongensachtige trok een pistool en richtte dat op haar. De dikke riep dat ze de motor uit moest zetten en uit de auto moest komen.
Sophie zette de auto in zijn achteruit en gaf plankgas. Het grind spoot van de banden en de auto passeerde de palen van het hek. Sophie draaide aan het stuur en de auto schoot de weg op. Daar bleef ze op hoge snelheid achteruit rijden, op de geparkeerde Honda af. Er was maar één stand voor achteruit en bij dit hoge toerental maakte de auto een gigantisch kabaal. Ze bereidde zich voor op de klap. De Land Cruiser kwam met een daverende knal tegen de motorkap van de Honda aan, het was een harde, gemene botsing. Ze werd naar voren geslingerd en klapte keihard tegen het stuur; heel even kreeg ze geen lucht. Ze zette de versnelling in zijn vooruit en reed snel weg. Een vluchtige blik in de binnenspiegel, de motorkap van de Honda zat helemaal in de kreukels.
De mannen waren midden op de weg gaan staan en hielden hun getrokken wapens op haar gericht. Ze gaf plankgas, de automatische versnellingsbak schakelde door. Sophie zocht dekking onder het dashboard en reed recht op hen af. Anders en Hasse sprongen opzij.
***
In Mörby Centrum reed ze de garage in en parkeerde op het bovenste niveau. Ze sloot de auto af en liep snel het winkelcentrum in. Daar bleef ze aarzelend staan. Zou ze naar de metro lopen of naar de bussen? Ze dacht snel na. De metrohalte van Mörby Centrum was een eindstation en had maar één opgang. Als de trein niet kwam en die mannen waren onderweg, dan had ze geen vluchtmogelijkheid.
Ze kocht een kaartje bij de automaat, liep snel naar de bushaltes en verstopte zich in de wachtende mensenmassa. Ze keek steeds de kant op waar de bussen vandaan kwamen, en wierp een snelle blik op de toegangsdeuren waar ze in gedachten de agenten al door naar buiten zag stormen, recht op haar af. Het kon elk moment gebeuren.