Dát was dus het ergste. Want opeens drong elk geluid dat we maakten naar buiten door.
55
VIKTOR VOELDE HOE DE TRANEN HEM PLOTSELING IN DE OGEN sprongen. Zijn kleine meid, levend begraven in een stinkend graf. Hij keek naar Anna, rook de geur van de Volvo, voelde de trillingen van de motor en leek in zijn eigen nachtmerrie gevangen.
‘Wat gebeurde er met haar? Waar is ze?’
‘Lees verder!’
De deur vloog weer open en nu hoorde ik voetstappen boven ons. Ik had geen andere keus. Elk moment verwachtte ik Isabells gezicht boven de rand van de olietank te zien, en opeens wist ik niet meer zo zeker of ze echt zo verstandig was om geen aansteker boven de tank te houden als ze ons daar beneden vermoedde. Er bleef me maar één mogelijkheid over, voordat Josy zich definitief zou verraden. Ik greep het meisje bij haar schouders en dook onder in de olie.
De vette vloeistof sloot zich als een lijkwade om ons heen. De kleverige smurrie drong door al onze kleren en sloot alle openingen van ons gezicht volledig af. De olie verstopte onze neusgaten en drong als een prop in onze oren, zodat we niets meer konden horen. Nu kon ik me voorstellen hoe een stervende zeearend zich moest voelen als hij tevergeefs probeerde zijn veren te bevrijden van de zwarte pest die een scheepsromp had uitgebraakt, voordat hij voorgoed in de door aardolie vervuilde zee ten onder ging.
Ik vocht tegen mijn eigen overlevingsdrang, hield Josy’s hoofd omlaaggedrukt en bleef ook zelf onder de olie, hoewel mijn longen om zuurstof schreeuwden. Ik wist niet wat er boven ons gebeurde. Ik zag en hoorde niets meer en voelde alleen dat mijn krachten snel begonnen af te nemen. Pas toen ik het echt niet meer uithield sleurde ik eerst Josy en daarna mezelf weer omhoog. Ik kon niet anders, zelf als het te vroeg was en Isabell ons nu zou zien. Ik had geen seconde langer in de tank kunnen blijven.
Maar het was niet te vroeg.
Het was te laat.
Toen ik weer opdook, hield ik Josy levenloos in mijn armen. Ik veegde de olie van haar mond en wrikte haar lippen open. Ik schudde haar door elkaar. Ik probeerde haar te beademen. Maar het had allemaal geen zin. Ik voelde het, ik wist het.
Nog altijd weet ik niet zeker of ze is gestorven door de schok, de angst of door de olie. Maar ik weet wel dat het niet Isabell was die haar heeft gedood, maar ikzelf.
’Dat is gelogen!’ Viktor wilde het uitschreeuwen, maar kwam niet verder dan een hees gerochel.
‘Nee, dat is het niet,’ antwoordde Anna kil, en ze wierp een snelle blik door het zijraampje van de Volvo.
Viktor veegde met de rug van zijn hand de tranen uit zijn ogen en haalde zijn neus op. ‘Zeg me dat het niet waar is.’
‘Helaas, dat kan ik je niet zeggen.’
‘Maar het is toch allemaal onzin! Je bent volkomen gestoord.’
‘Ja, dat is zo, Viktor. Het spijt me.’
‘Waarom treiter je me zo? Waarom verzin je al die dingen? Josy is niet dood.’
‘Jawel.’
Ze is niet schizofreen, dr. Larenz. Alles wat ze zegt heeft ze werkelijk gedaan.
Het geluid van de motor zwol nog aan. Vaag zag Viktor door de natgeregende voorruit een rij lichtjes vanuit de verte op hen toe komen.
‘Wees maar niet bang. Het is zo voorbij.’ Ze pakte zijn hand.
‘Wie ben je?’ schreeuwde hij. ‘Hoe weet je dat allemaal?’
‘Ik ben Anna. Anna Spiegel.’
‘Verdomme, nee! Wie ben je écht? En wat wil je van me?’
De lichtjes kwamen dichterbij. Hoewel de ruitenwissers nog steeds niet werkten, zag Viktor nu duidelijk waar ze zich bevonden.
De Volvo reed over een strekdam door de zee en stormde de golven tegemoet.
‘Vertel me eindelijk wie je bent!’ brulde Viktor. Ondanks zijn doodsangst voelde hij zich net zoals vroeger op school na een vechtpartij: beroerd, betraand en vreselijk gedeprimeerd.
‘Ik ben Anna Spiegel. Ik heb Josy vermoord.’
De lichten waren nog ongeveer tweehonderd meter bij hen vandaan. De auto moest al minstens een kilometer over de strekdam hebben gereden, en aan het einde van de weg wachtte de eindeloze kilte van de Noordzee.
‘Wie ben je?’
Viktors stem sloeg over, maar ging verloren in het gejank van de motor, het huilen van de wind en het gebulder van de golven.
‘Anna. Ik ben Anna Spiegel. Maar waarom zou je je laatste minuten aan zulke bijzaken verspillen? Het verhaal is nog niet uit. Je moet nog één bladzijde lezen.’
Viktor schudde zijn hoofd en veegde wat bloed weg dat uit zijn neus druppelde.
‘Goed dan,’ zei ze. ‘Dan zal ik je nog een keer helpen en je zelf het einde voorlezen.’
Anna nam Viktor de laatste bladzijde uit zijn hand.
Terwijl de auto onstuitbaar op de kolkende zee af stormde begon ze te lezen.
56
‘JOSY WAS DOOD. DAAR WAS GEEN TWIJFEL AAN. ik drukte het levenloze meisje tegen me aan en wilde zelf ook huilen en jammeren. Maar de oliefilm kleefde nog over mijn mond en ontnam me de uitlaatklep om mijn verdriet uit te schreeuwen. Het kon me nu niets meer schelen of iemand me zou horen, Isabell of wie dan ook. Ze had haar doel bereikt. Josy, haar eigen dochter, het meisje met wie ik al dagen rondtrok, was dood.