Wat had Halberstaedt in dit hondenweer in zijn gereedschapsschuurtje te zoeken? En waarom mocht er geen licht naar buiten vallen, terwijl zijn werkkamer in huis zo helder verlicht was?
Viktor negeerde een onheilspellend voorgevoel dat steeds sterker werd en liep over het kletsnatte gras naar de kleine schuur om te zien wat er aan de hand was.
47
DE DEUR ZAT NIET OP SLOT. TOEN HIJ HEM LANGZAAM OPEN-duwde, sloeg hem een muffe lucht tegemoet, een karakteristieke mengeling van olie, nat hout en vuile doeken die je in elke rommelige werkplaats ruikt. Afgezien van een paar kevers en pissebedden die Viktor deed opschrikken toen hij uit de regen de schuur in stapte, kon hij geen levend wezen ontdekken. Hier was Halberstaedt dus ook niet.
Maar er ontbrak nog iets anders, wat Viktor eigenlijk in zo’n schuur had verwacht: gereedschap. Nergens zag hij tuingerei, het onvermijdelijke bouwafval of verfblikken in stellages langs de muren of verspreid over de vloer van de schuur, die ongeveer zo groot was als een ruime, dubbele garage.
Toch was het niet de afwezigheid van een kruiwagen, oude fietsen of onderdelen van roeibootjes die Viktor deed huiveren. Voor het eerst tijdens deze lange tocht vanaf zijn vakantiehuis naar deze verborgen schuur in de tuin van de burgemeester van het eiland was hij zich bewust van een ijzige, daadwerkelijke kilte, die vanuit zijn onderrug via zijn schouders naar zijn nek kroop, langs zijn schedel omhoog, totdat hij kippenvel had over zijn hele lichaam.
Waarom is de dood altijd zo koud?
Viktor schudde zich als een hond, niet alleen om zichzelf te bewijzen dat hij niet droomde, maar ook om de paniek te verdrijven die hem bestormde toen hij besefte wat zich hier in deze schuur bevond.
Gruwelijk.
Hoe graag zou hij nu thuis zijn geweest – waar dat ook mocht zijn. Samen met zijn vrouw voor de haard, of in een warme badkamer, met brandende kaarsjes langs de rand van het bad. Dikke deuren en gesloten ramen als bescherming tegen de boze buitenwereld. Overál wilde hij wel zijn, behalve hier, tussen die honderden afschuwelijke foto’s en krantenknipsels.
Halberstaedt, Anna, of wie hier ook de afgelopen maanden had gebivakkeerd, had de wanden volgehangen met een verbijsterende collage foto’s, tijdschriftenartikelen en uitgeknipte letters. De foto’s waren niet eens zo afstotelijk omdat er sadistische afwijkingen, delen van lijken en andere gruwelijke motieven op te zien waren, zoals je die op zeer bedenkelijke internetsites tegenkwam. Nee, nog veel verschrikkelijker was dat Viktor overal hetzelfde gezicht zag. In al die knipsels en op al die foto’s die aan waslijnen schots en scheef in de ruimte hingen of tegen de planken waren geplakt, zag hij steeds weer hetzelfde meisje: Josy.
Hij voelde zich gevangen in een papieren woud van herinneringen, gedwongen zijn dochter in de ogen te zien, waar hij maar keek. Iemand moest bijna al zijn vrije tijd hebben besteed aan deze lugubere collectie over haar ontvoering. Viktor bevond zich in een godentempel van de waanzin. Iemand had Josy tot onderwerp van een buitenissige, gestoorde cultus gemaakt.
Na de eerste schok begon hij enkele details van deze beangstigende collage te herkennen in het licht van de oude, zwakke gloeilamp aan het plafond.
Eerst dacht hij nog dat hij zich vergiste, maar de foto’s waren voor een deel met bloederige vingerafdrukken besmeurd – vingerafdrukken afkomstig van een kleine hand, te klein voor de dikke knuisten van Halberstaedt.
Als Viktor nog meer bewijzen wilde dat hij hier te maken had met het werk van een krankzinnige, vond hij die in de inhoud van de krantenkoppen die, keurig uitgeknipt en met een markeerstift geaccentueerd, boven de foto’s waren geplakt.
Viktor wikkelde zijn sjaal om zijn rechterhand en richtte de hete gloeilamp wat opzij om de teksten van de collage aan de wand beter te kunnen lezen:
DOCHTER VAN VOORAANSTAAND PSYCHIATER VERDWENEN
NACHTMERRIETHERAPEUT NU ZELF BETROKKEN BIJ NACHTMERRIE
VOORAANSTAAND PSYCHIATER VERLATEN DOOR ZIJN VROUW
KLEINE JOSY VERGIFTIGD?
HET STAAT NU VAST: LARENZ MAG NOOIT MEER ZIJN PRAKTIJK UITOEFENEN!
Welke psychopaat had die waanzin bij elkaar verzonnen? vroeg Viktor zich af. Een paar van die krantenkoppen waren authentiek, de meeste niet. De teksten werden steeds absurder.
Of kon hij beter vragen: welke psychopate?
Wat een moeite! Iemand moest die teksten hebben verzonnen, op de computer als een krantenkop hebben opgemaakt, geprint en aan de wand gehangen. En waar kwamen al die foto’s van Josy vandaan? Sommige waren bekend. Ze moesten van het internet zijn gehaald. Andere had hij nooit eerder gezien.
Had Anna het gezin geschaduwd en in het geheim foto’s van zijn dochter gemaakt? Hoewel hij geen enkel bewijs had, was Viktor ervan overtuigd dat dit haar werk moest zijn.
En waarschijnlijk gaven die krantenkoppen inzicht in haar bedoelingen. Dat was het patroon waarnaar ze handelde en waarnaar hij had gezocht, dacht Viktor, terwijl hij de gloeilamp naar links richtte.