Home>>read De Therapie free online

De Therapie(55)

By:Sebastian Fitzek


Hij besloot de waarheid te spreken, niet zozeer uit eerlijkheid als wel omdat hij niet zo snel een andere, plausibele verklaring kon bedenken voor zijn gevaarlijke wandeling in de zwaarste storm van ruim tien jaar.

‘Ik zoek iemand. Misschien kun jij me helpen?’

‘O ja? Wie zoekt u dan?’

‘Ze heet Spiegel. Anna Spiegel. Een kleine, blonde vrouw van een jaar of vijfendertig. Je hebt haar drie dagen geleden vanaf Sylt overgezet.’

‘Drie dagen geleden? Dat is onmogelijk.’

Onmogelijk. Viktor vroeg zich af hoe dikwijls hij dat woord de afgelopen uren al had gehoord of gedacht.

De zwarte schnauzer stond nog heviger te bibberen en trok aan zijn riem. Blijkbaar had hij nog minder zin in een rondje dan zijn baas, vooral nu ze bleven staan.

‘Onmogelijk? Hoezo?’ Viktor had het gevoel dat hij steeds harder moest schreeuwen om zich verstaanbaar te maken.

‘Drie weken geleden ben ik gestopt met de veerdienst. U was de laatste die ik heb overgezet. Daarna waren er geen klanten meer!’ Michael haalde zijn schouders op.

‘Maar dat kán niet,’ protesteerde Viktor, terwijl Michael alweer aanstalten maakte om door te lopen.

‘Misschien is ze met een andere boot gekomen, hoewel me dat niet waarschijnlijk lijkt. Dan hadden we het wel gehoord. Hoe heet die vrouw, zegt u?’

‘Anna Spiegel,’ herhaalde Viktor.

Michael schudde zijn hoofd. ‘Nooit van gehoord, dr. Larenz. Het spijt me. Maar nu moet ik verder, anders haal ik me nog een dodelijke griep op de hals.’

Als om die woorden te onderstrepen rolde er weer een zware donderslag vanuit het noorden over het eiland. Verstrooid verbaasde Viktor zich erover dat hij de bijbehorende bliksem niet had gezien, terwijl hij probeerde dit nieuwe puzzelstukje op de juiste plaats in te passen. Hoe was Anna naar het eiland gekomen als ze niet met de veerboot was gegaan? En waarom had ze ook daarover gelogen?

‘Eh, dr. Larenz…’ De oude veerman onderbrak Viktors gedachten en kwam weer een paar stappen dichterbij.

‘Het gaat me natuurlijk niets aan, maar wat wilt u van die vrouw?’

Terwijl u toch getrouwd bent. Wat doet u dan hier, ’s avonds, in de stromende regen? Die vraag werd niet uitgesproken, maar bleef wel hangen in de stormachtige nacht.

Viktor haalde zijn schouders op en draaide zich om.

Ik wil weten wat er met mijn dochter is gebeurd.





45


DE ANKERHOF WAS ECHT ZO’N PENSION VAN EEN PLAATJE, ZOALS je je dat voorstelt op een afgelegen eiland in de Noordzee. Het drie verdiepingen hoge vakwerkhuis lag recht tegenover de jachthaven en was een van de hoogste gebouwen van het eiland, de vuurtoren aan de Struder Eck niet meegerekend. Na de dood van haar man kon Trudi net het hoofd boven water houden met de bescheiden inkomsten en de schaarse gasten die hier in het seizoen vakantie kwamen vieren. Maar het huis en de eigenaresse vormden een instituut dat niet uit het leven van het eiland was weg te denken. De bewoners deden alles om het pension te behouden. Desnoods kwamen ze bij Trudi overnachten. In het hoogseizoen, als Parkum de aanleghaven voor een zeilregatta was, konden hier wel twintig gasten een comfortabel onderkomen vinden. En als de schaarse zonnige dagen het toelieten zette Trudi de tafels buiten en serveerde haar gasten en vrienden haar zelfgemaakte limonade of ijskoffie in de tuin. In de herfst zaten de oude dorpelingen voor de smeedijzeren haard in de foyer van het hotelletje, vertelden zeemansverhalen en genoten van Trudi’s zelfgebakken taart. Tenzij Trudi besloot om zelf uit logeren te gaan bij haar familie in warmere streken en de zaak tot aan het voorjaar sloot. Zoals dit jaar. In de verte zag Viktor de Ankerhof opdoemen. Na het mysterieuze gesprek met Halberstaedt verbaasde het hem niet dat de luiken voor de ramen zaten en er geen rook meer uit de schoorsteen kringelde.

Wat doe ik hier? vroeg hij zich af toen hij om zich heen keek of hij ergens een levensteken van Anna kon bespeuren.

Viktor moest zich bedwingen om niet haar naam te roepen om zeker te weten dat ze niet met geweld het afgesloten pension was binnengedrongen om van daaruit haar macabere spel met hem te spelen.

Opeens ging zijn mobieltje weer. Een andere beltoon nu, die hij voor zijn beste vrienden en familie had ingesteld.

‘Ja?’

‘Zeg, wou je me belazeren?’

‘Kai? Wat is er?’

Viktor liep weer terug door de straat, een paar passen verder naar het oosten, terwijl hij probeerde de detective te verstaan.

‘Wat haal je voor geintjes met me uit?’

‘Ik? Waar heb je het over?’

‘Over die fax.’

‘O. Goed dat je belt, want er stond niets op.’

‘Er stond niets op? Je weet zelf het beste wat er niet op stond. Klets toch niet.’

‘Wat bedoel je daarmee? Wat mankeert je?’