Home>>read De Therapie free online

De Therapie(48)

By:Sebastian Fitzek


Charlotte, Sindbad, Josy, gif.

Alles stond en viel met die ene vraag: wie was Anna Spiegel? Daar moest hij achter zien te komen voordat het te laat was. Natuurlijk speelde hij met de gedachte om de politie in te schakelen. Maar wat moest hij zeggen? Zijn hond was dood, hij voelde zich ziek, iemand had geprobeerd hem te vermoorden en zijn rekening was geplunderd. Maar hij had geen enkel concreet bewijs om Anna met een van die dingen in verband te brengen.

Vandaag was het zondag, dus zou hij pas morgen zijn accountmanager bij de bank kunnen bellen om de laatste overboeking terug te draaien. Zo lang kon en wilde hij niet wachten. Hij zou vandaag nog in actie moeten komen. In zijn eentje. Gelukkig voelde hij zich ondanks de nachtelijke overval wat beter. Maar dat stelde hem niet echt gerust. Het kwam misschien wel doordat hij sinds gisteren geen thee meer had gedronken, waardoor het gif langzaam uitgewerkt raakte.

Hij was in de badkamer toen hij weer een ongewoon geluid hoorde. Beneden. Er stond iemand voor de deur. Maar het klonk anders dan de rubberlaarzen van Halberstaedt of de hoge hakken van Anna. Bevangen door een plotselinge, bijna irrationele angst greep hij weer naar het pistool, dat hij nu steeds bij zich droeg. Voorzichtig sloop hij de trap af, naar de voordeur, en tuurde door het kleine ruitje. Wie zou er zo vroeg in de morgen iets van hem willen?

Niemand te zien.

Viktor ging op zijn tenen staan en liet zich op een knie zakken, maar uit welke hoek hij ook keek, hij kon geen mens ontdekken. Hij wilde net de zware messing deurkruk omlaagduwen om de deur op een kier te openen toen er iets ritselde onder zijn rechtervoet. Hij keek omlaag, bukte zich en raapte de envelop op die blijkbaar onder de deur door was geschoven.

Het was een telegram. Vroeger, voor de uitvinding van fax en e-mail, had Viktor wel vaker op die manier een bericht gekregen. Maar nu iedereen overal met een mobieltje bereikbaar was had hij gedacht dat deze vorm van communicatie allang uitgestorven was. Zelf bevond hij zich op dit eiland weliswaar buiten het bereik van een gsm-net en kon hij dus niet mobiel bellen, maar normaal gesproken deed zijn telefoon het wel en konden belangrijke boodschappen ook via internet worden doorgegeven. Wie zou hem dus een telegram sturen?

Viktor stak het pistool in de zak van zijn badjas en opende de deur om te kijken of hij de postbode nog ergens zag. Maar behalve een rondzwervende zwarte kat, die volkomen doorweekt in de richting van het dorp liep, was er geen levende ziel te bekennen. Als er een paar seconden geleden nog iemand op zijn veranda had gestaan, moest die persoon bliksemsnel het aangrenzende dennenen sparrenbos in zijn gevlucht, waarvan de takken, zwaar van de regen, alle licht leken op te slokken.

Bibberend – van kou, schrik of koorts – deed Viktor de deur weer dicht, trok zijn zweetdoordrenkte badjas uit en liet hem gedachteloos op de grond vallen. Nadat hij een dik gebreid vest had aangetrokken dat aan de kapstok hing, scheurde hij al in de gang haastig de witte envelop open en haalde het formulier met het bericht eruit. Het was maar één zinnetje. Pas toen hij het voor de derde keer had gelezen drong het tot hem door – en benam hem de adem.





JE MOEST JE SCHAMEN!


…stond er in 12-punts hoofdletters op het enkelvoudige vel van het postkantoor. Met daaronder de afzender. Viktor moest gaan zitten. De letters zwommen voor zijn ogen. De afzender luidde: Isabell.

Wat had dat in vredesnaam te betekenen? Hoe Viktor het zinnetje ook las, het sloeg nergens op. Waarom zou hij zich moeten schamen? Waarvoor? Wat had zijn vrouw, die op dit moment in Manhattan zat, over hem ontdekt? En waarom had ze hem niet gebeld, maar een telegram gestuurd? Waardoor was Isabell zo kwaad geworden dat ze hem niet eens wilde spreken? Terwijl hij haar juist nu zo dringend nodig had?

Viktor besloot nog één keer het nummer in New York te proberen. Hij liep naar de telefoon en nam de hoorn op. Geen kiestoon, net als gisteren. De verbinding, zijn enige kans om Isabell te bereiken, was nog altijd verbroken.

Wat had de telefoonmaatschappij eigenlijk uitgevoerd sinds gisteren, dacht Viktor nijdig. Hadden ze zitten kaarten? Hij vermoedde dat de telefoonpalen op het eiland of de onderwaterleidingen in zee door de storm waren beschadigd. Maar toen ontdekte hij een veel eenvoudiger oorzaak. In zijn eerste opluchting dacht hij dat hij zich druk had gemaakt om niets, maar algauw bekroop hem een akelig, onheilspellend gevoel. Tot aan het gesprek met Kai, eergisteren, was er nog niets aan de hand geweest met de telefoon. Daarna was er niet meer gebeld. De reden lag voor de hand: iemand had de stekker uit de wandcontactdoos getrokken.





38


TOEN ISABELL WEER NIET BEREIKBAAR WAS, BESLOOT VIKTOR IETS te ondernemen. Hij kon niet in zijn eentje thuis blijven zitten en passief bij de telefoon wachten totdat zijn vrouw, Kai of Anna zich zou melden. Hij moest eindelijk ophouden met reageren en zelf het initiatief nemen.